25 april 2010

Lachen voor het vogeltje

Typisch … de komende week wordt voor ons bepalend voor zo’n beetje de rest van ons leven. We zijn in onderhandeling voor een huis en ik heb gereageerd op een sollicitatie; ons verdere inkomen, de maandelijkse lasten en datgene wat we de komende 30 jaar per maand over houden voor leuke dingen, wordt ergens in deze 7 dagen bepaald. Los nog van de omgeving waar de kinderen zullen opgroeien en het type kinderen dat ze zullen worden. Een zwangerschapstest is er niks bij… Maar waar maak ik me zorgen om?

De tandarts, precies.

Tot mijn groot verdriet heb ik morgenmiddag een afspraak bij de “mondhygiëniste” (= persoon die alle baggerwerk moet opknappen waar een tandarts toch echt geen trek in heeft). En dat houdt in dat er gedurende 30 minuten iemand alle randjes van mijn tanden schoon gaat schrobben; grotendeels met een elektrisch apparaatje maar voor alle spannende donkere en onbereikbare gaatjes helaas ook met een scherp schrapertje, dat heerlijk langs m’n tandvlees zal schuren tot bloedens toe. Echt geen leuk vooruitzicht, zeker wanneer je weet dat je baby naast de tandartsstoel zal liggen te spartelen omdat je geen oppas hebt.

Maar goed, volgens de grote baas (tandarts X) heb ik deze ellende allemaal aan mezelf te danken; ik poets nooit elektrisch (haal gewoon handmatig een zwabber door m’n mond, gedurende 30 seconden) en (dat is nog wel het meest onvergeeflijke) ik flos nooit. Tja… en dan zul je moeten boeten.

Ieder halfjaarlijks controle bezoekje bij de tandarts weet ik alweer wat er gaat gebeuren. Ronald wordt de hemel in geprezen over hoe glimmend glad en goed onderhouden zijn tanden zijn. Daarna ben ik aan de beurt en volgt er steevast een theatrale zucht van tandarts zijde. Ik kijk ondertussen zo naïef mogelijk naar de foto’s van de motoren die meneer aan z’n tandartsenmuur heeft hangen…. leuke hobby, denk ik bij mezelf, zou vast niet mogelijk zijn wanneer iedereen z’n gebitje zo goed zou onderhouden als manlief. Eigenlijk zou tandarts X blij moeten zijn met cliënten zoals ik… zonder mij geen motor… maar helaas… onze tandarts is een idealist en ziet het als zijn roeping om mensen toch echt met hun neus op de ongezonde feiten te drukken; de eerste paar bezoekjes gebeurt dit goedschiks, daarna kwaadschiks. En in die tweede fase ben ik nu met mijn tandarts beland.

Deze keer kreeg ik de volgende vraag toegeworpen; “ Wanneer zou jij je tanden willen verliezen?” Natuurlijk was mijn reactie (netjes opgevoed als ik ben) er eentje volgens het boekje: “Nou eigenlijk nooit.” (Natuurlijk bedacht ik me die avond in bed de ene mooie one-liner na de ander. Zo van: “Tja… dit jaar staat er nog een verhuizing op de planning en moet ik nog een baan zien te vinden… maar volgend jaar heb ik meer tijd. Doe het dan maar.”of “ Nou, misschien wanneer ik in een midlife crisis zit en ik hoognodig aan mezelf moet werken. Dan ga ik voor een prachtig kunstgebit a la Julia Roberts”) Zijn reactie: “Jongedame, als dit zo doorgaat heb jij over 15 jaar geen tand meer in je mond staan.” “O.” (kon verder niks verzinnen om te zeggen) “Ja…denk daar maar eens goed over na. Je begeeft je in een grote gevarenzone.” Mijn reactie: “O.” Ronald’s reactie “Nou dat is dan niet zo leuk, ik wil namelijk liever een vrouw met tanden.”

Welja, dacht ik, ga vooral samenzweren met de grote baas. Als man moet hij gewoon aan mijn kant staan, “for better or worse”, ook als dat tandeloos is. Dus ik keek manlief zo pissig mogelijk aan terwijl de tranen zo’n beetje in m’n ogen stonden.
“Ik weet dat je het druk hebt” zegt tandarts X (terwijl hij naar de kinderen kijkt die bezig zijn het ene na het andere spuugbekertje vol te gieten met water door op het rode knopje te drukken) “Maar er zijn dingen waar je gewoon tijd voor moet maken.”

“O ja” herhaal ik apathisch “Waar je gewoon tijd voor moet maken…”

WAAR JE GEWOON TIJD VOOR MOET MAKEN! I beg your pardon? Volgens mij heb ik naast een ontstoken gebit ook nog een gehoorprobleem want dit kan ik echt niet zo gehoord hebben.

“Ja, Patricia” zegt Ronald “Daar heeft meneer X eigenlijk wel gelijk in”. “Eigenlijk” aldus tandarts X “moet je gewoon iedere avond een “floskwartiertje” inplannen.”

Moedeloos kijk ik weer naar de motorfoto’s … zal ik überhaupt nog moeite doen om mezelf te verdedigen tegen een meneer die hoogstwaarschijnlijk geen kinderen heeft en dus echt niet weet wat het betekent om per dag hooguit een uurtje voor jezelf te hebben.

Die niet zal begrijpen dat wanneer je aan het einde van je dag; dus na het in bad/bed ritueel van de meiden, de afwas, de stofzuig, de was, 6 pogingen tot het in bed stoppen van Yannick, de sociale telefoonverplichtingen, de mailtjes, het smeren van het brood voor de dag erna en het schrijven van nieuwe “to do” lijstjes je eigenlijk gewoon even niks wil om 23:00 s’avonds. Gewoon even niks.. hooguit de herhaling van “As the world turns”of “Shownieuws”.

Maar ja… eigenlijk, eigenlijk, EIGENLIJK is dat dus niet genoeg… want… dan moet FLOSSEN boven aan je lijstje staan… vlak voor de laatste fles van Yannick. Heel gewoon, heel gezellig, lekker een kwartiertje flossen.

En hoe leg je dan nog geloofwaardig uit dat er waarschijnlijk niks anders op zit dan tandeloos door het leven te gaan.

Geheel ontdaan liep ik de wachtkamer uit; natuurlijk nadat ik zoals gewoonlijk alle 1000 beloftes tot beter gedrag had geuit. De meiden waren helemaal happy…die mochten met een muntje een cadeautje uit het trekautomaat vissen. Een leukere vent dan de tandarts bestond er in hun ogen niet. Een copy-paste hiervan ook volgens Ronald.

Ik daarentegen… moest een vervolgafspraak maken voor het groene stoeltje. Om daar 30 minuten lang gereinigd te worden en voor de 1000ste keer voorlichting te krijgen over het genot van het flosproces.

Het erge van het hele verhaal is nog, dat toen wij op weg waren naar de uitgang, tandarts X tegen Simone zei: “En… wat heb jij voor cadeautje gekregen? Ik zie het al… een sleutelhanger van “Baby Jaguar”.”

Ja hoor… dat kon er ook nog wel bij…uit zijn opmerking bleek dat tandarts X waarschijnlijk ook gewoon jonge kinderen heeft. Alleen met dat verschil dat er bij hem thuis om 23:59 nog wel een lampje brandt voor een fervente flosser. Sindsdien heb ik alle excuses maar het raam uitgegooid en poets ik alweer 3 weken elektrisch.

14 april 2010

Het feest kan beginnen

Het afgelopen weekend hebben we genoten van een “ontspannend” weekendje weg. Al hoewel… “uitdagend” zou de gehele onderneming beter kunnen beschrijven. Want je durft wel natuurlijk, als je met 4 volwassenen, 1 kleuter, 3 peuters, 2 baby’s en 2 honden in een 8 persoons huisje gaat zitten van Landall Greenparcs.

Wat voelden we ons burgelijk op het moment dat we het park opreden met onze familiewagen. Overal precies dezelfde huisjes met rode plastic bank en standaard schilderijtje. Maar nu dat we zelf kinderen hebben, begrijpen we ineens waarom al die gezinnen voor deze Mc.Donald’s formule kiezen. Aangezien je dag met jonge kinderen toch bestaat uit kleine activiteiten waarbij zelfs een loopje naar de supermarkt kan uitmonden in de grootste onderneming, dan is het heerlijk om alle kindervertier op kruip afstand te hebben.

Dus net als m’n moeder, deed ik de woensdag voor vertrek alvast de was en grote boodschappen. Alles (incl. twee kinderbedjes, stoelverhoger, wandelwagen, rugdrager, draagdoeken, tummy tub en dekbedjes voor de kinderen) stond op de middag van vertrek keurig klaar in de hal. Ronald hoefde na z’n werk alleen nog de auto in te laden en wat spullen uit de koelkast over te hevelen in de boodschappen krat. En natuurlijk… bij deze overdracht van taken ging het mis.

Bij aankomst bleken we de helft van de kaasjes, de bakboter, de vissticks en de balsamico azijn vergeten te zijn. En da’s niet zo fijn wanneer je van plan bent heerlijk cullinair te gaan doen op de zaterdagavond, wanneer de kindertjes op bed liggen.

Op zich niet zo’n ramp. Ieder park is natuurlijk voorzien van een supermarktje waarbij voor slechts het drievoudige van het marktcomforme bedrag je de boodschappen zo weer in huis hebt. Ware het niet dat we ook beiden geen portmonnaie hadden meegenomen. En dan staat het zo sneu om geld te moeten lenen bij je vrienden. Maar goed…

Ondanks het wat roerige begin, moet ik zeggen dat het weekend “naar omstandigheden” erg goed is verlopen. De kinderen hadden genoeg afleiding aan elkaar en met vier volwassenen konden we alle activiteiten goed opsplitsen. Alleen de spitsuurtjes tussen vijf en acht waren chaotisch, zeker met 6 kinderen in een woonkamertje van 6 bij 3; rode bank of niet.

Ik hoop dat onze kinderen net zulke leuke herinneringen zullen hebben aan onze bezoekjes aan dit soort parken als die ik heb van vroeger. Mijn lol kon toen niet op; springkussen, filmnet, midget golf, kids club en ballenbad. Vooral ook de geur van zwemparadijs wanneer je met verkleumde handen in het huisje aankomt en je moeder thee en cakejes klaar heeft staan en waarbij je met z’n allen de “Mini-Playback Show” van Henny Huisman kijkt. Dat soort gezellige herinneringen hoop ik ook door te geven. Hoewel het toch wel leuker is om aan de ontvangers kant van al dit plezier te mogen staan.

Ook de nachten in het huisje verliepen best goed (lees: Simone werd pas wakker om kart voor vijf ’s ochtends en had “slechts” 5 sus pogingen nodig om weer in slaap te komen. Daarna besloten de andere kinderen om 6:30 aan hun dag te beginnen). Toch was vooral Simone blij om Zondagavond weer thuis te zijn tussen haar nieuwe poppenspeelgoed.

Want het weekend voor ons huisjes-avontuur hadden we Simone’s verjaardag groots gevierd. Zeker omdat Simone een wat moeilijke tijd achter de rug heeft (geboorte Yannick, bang om alleen te zijn ’s nachts, driftbuien enz.), besloten we om haar verjaardagsfeestje groots aan te pakken.

Dus kreeg het feestje een Canadees/Amerikaanse tint, met slingers, ballonnen, prinsessenvlaai en een uitgebreide Paaslunch. Natuurlijk was ik enigszins doorgeslagen in de hele onderneming en bleven er na afloop 40 belegde bolletjes, 3 bakjes kaasjes/worstjes, 2 schalen met paaseitjes en 1 snoepbak vol Jip en Janneke rozijnen over. Dus aten we met de opa’s en oma’s die avond nog maar een keer bolletjes.

Simone vond haar hele feestje erg indrukwekkend en wist zich geen houding te geven wanneer ze weer een kadootje kreeg. Eveline daarintegen wist precies welke kadootjes ze in beslag kon nemen. Vooral de sprookjesvleugels heeft ze niet meer af gedaan.
Ronald en ik waren gesloopt aan het einde van de dag, maar het was zeker de moeite waard.

De volgende dag, op Simone’s echte verjaardag, zijn we naar Millingen Theetuinen geweest. Het was prachtig weer en de kinderen konden hun lol niet op tussen alle fonteintjes en tuinbeelden. Yannick lag in z’n wipstoeltje, terwijl wij wat dronken in de tuin. Een zeer geslaagde dag.

Op de terugweg besloten we makkelijk te doen en belandde we in de enige snackbar van Millingen. De meiden keken hun ogen uit toen ze een patatje mochten eten op een barkruk met boven hun hoofd een blerende televisie. Ze raakten verzand in een boeiende discussie, zeker voor het gemiddelde snackbarpubliek. “Weet je he, als je verdrinkt, dan kom je in de hemel”aldus Eveline. “En in de hemel zit opa Bert… en Jezus.” “Papa, hebben ze in hemel ook speelgoed?” “Ik heb een vliegtuig en die kan wel naar de hemel. Maar nu staat hij nog in Canada.” Simone’s reactie: “Ikke ook fiegtuig Iene, ikke ook.”

Inmiddels zijn we een week verder en heb ik alweer leuke plannen voor komend weekend. Voor Ronald’s verjaardag gaan we samen een dag en een nacht weg terwijl m’n zusje en Taco op de kinderen passen. Even de tijd om gezellig samen te eten, te praten, te slapen en dergelijke. Al hoewel… ik ben benieuwd of het nog van het “en dergelijke” gaat komen, aangezien we in een klooster logeren. Tja, even weg voor de rust …