26 februari 2009

Less is More

Over een maand is Simone alweer een jaar. Ze schuift inmiddels vrolijk met haar billen door het hele huis en volgt Eveline op de voet. Wil alles hebben wat haar zus heeft. Zegt “mama” (vooral als ze iets te eten “moet” hebben). Lacht de hele dag, is een grote sjansbal en gek op haar vader. Eigenlijk is Simone een makkelijk kind. Overdag zal je haar zelden horen piepen. Zelfs niet aan het einde van de dag of wanneer ze een slaapje later doet dan normaal. Alleen ‘s nachts heeft Simone nog wel eens haar kuren, maar die zijn (tot nu toe, even afkloppen) altijd vrij makkelijk weer op te lossen.

Zo terugkijkend op het afgelopen jaar moet ik zeggen dat de overgang van 1 naar 2 kinderen veel minder heftig is geweest dan de overgang van 0 naar 1 kind. Toen ik zwanger was van Simone wist ik vrijwel zeker dat meer dan twee kinderen niet voor ons was weggelegd.

Ik kon gewoon zo moeilijk wennen aan de verandering in aandachtsvlakken na de komst van de kinderen. Vroeger stond mijn eigen verlanglijst op nummer een, daarna volgde Ronald’s verlanglijst en pas daarna de lijstjes van familie en vrienden. Na Eveline veranderde dat in Eveline op een, familie op twee (vrienden daar hadden we geen tijd meer voor), daarna volgde de wensenlijst van Ronald en op de allerlaatste plek eindigde mijn lijstje. Ik realiseerde me toen pas eigenlijk wat een heerlijk verwend leventje ik voor de komst van Eveline had. Alles draaide toen namelijk om mij.

Ik weet nog goed hoe ik vroeger altijd op de bank neerplofte na m’n werk; lekker voor de TV met een reep chocola, in afwachting op Ronald’s thuiskomst. Daarna keken we eens in de koelkast of er nog iets eetbaars lag. En als we geen zin hadden in boodschappen doen of koken dan bestelden we gewoon friet. Net zo gemakkelijk. Nu, in het kindertijdperk, weet ik precies wat we eten (aardappels, vlees, groenten), wanneer dat we het eten (18:00 en geen seconde later) en hoe dat we het eten (aan tafel na het chanson “Smakelijk eten, smakelijk eten, haphaphap, slokslokslok” gevolgd door een hoop geheisa… Kind 1 maakt herrie omdat alles “Bah vies” is. Kind 2 maakt herrie omdat die niet snel genoeg gevoederd wordt.)

Hetzelfde geldt voor uitslapen in het weekend. Ik kan me nog ochtenden herinneren dat ik pas rond 11:00 uit m’n bed rolde. En dat was dan alleen maar omdat m’n moeder rond dat tijdstip vaak belde om te vertellen hoe heerlijk ze met m’n vader aan het fietsen was. Tegenwoordig worden we op Zondag om 7:40 (Dora lamp gaat aan) gewekt door Eveline. En het zal niet lang meer duren voordat ook wij om 11:00 al uren gezellig aan het fietsen zijn.

Goed, dus het leven met kleine kinderen is niet meer zo spontaan. Toch moet ik zeggen dat ik begin te wennen aan dat nieuwe leven. En dat zet me aan het twijfelen of ons gezin met twee kinderen compleet is.

Drie kinderen…. er gaan zo veel vragen door m’n hoofd.

Nog een keer zwanger zijn. Dus nog eens die eerste weken met misselijkheid en moe zijn. En dat terwijl er al twee kinderen rondlopen die continu aandacht vragen. Nog een keer alle risico’s die komen kijken bij zwanger zijn en bevallen. Wat als een derde kindje te vroeg geboren wordt of afwijkingen heeft? Wat als er iets mis gaat tijdens de geboorte? Wat voor soort baby’tje zou een derde zijn? Misschien was het huilen van Eveline als baby alleen nog maar een voorproefje van wat een echte huilbaby is. Dat we een derde kindje krijgen die 18 uur per dag huilt. En dan dat gedoe over borstvoeding en alle tongriempjes-, tepelkloof- en ontstekingsdrama eromheen. Of alle “sprongetjes”, eerste tandjes, darmkrampjes, regeldagen en slapeloze nachten die weer getrotseerd zouden moeten worden. En dat terwijl ik ondertussen twee peuters zou hebben die ik in de speelgoedwinkel uit een Dora trapauto moet sleuren.

Maar toch… Als ik aan later denk, dus veel later, over zo’n 20 jaar, dan zie ik voor me hoe ik met de kinderen ga winkelen of hoe we samen met een wijntje en kaasjes op de bank zitten te kletsen. Hoe ik ze op zondagochtend uit bed bel om te vertellen dat het gehakt in de aanbieding is. En dat ze toch zeker wel verwacht worden op eerste Kerstdag.

Tja, zoals ik al zei, we zijn er nog niet uit. Ik weet dat ik nog jong ben en de beslissing voor een derde nog jaren voor me uit kan schuiven. Maar ik zou het wel leuk vinden als het leeftijdsverschil tussen de kinderen niet zo groot zou zijn. Bovendien was ik nog redelijk jong toen ik Eveline en Simone kreeg. Als een derde kind over bijvoorbeeld vijf jaar volgt, dan zit ik alsnog eindeloos lang in de luiers. Bovendien vallen pubertijd en overgang dan samen, zit ik ook niet op te wachten. Tijdens mijn overgang moet het leven gewoon weer lekker om mij draaien. Ik vind dat ik dat dan wel verdiend heb; eindelijk weer eens slapeloze nachten die door mezelf veroorzaakt worden.

Ronald heeft als voorwaarde voor een derde dat we het vooral zo vaak mogelijk moeten proberen voordat die er komt. Dus niet, zoals in zijn woorden, “… Dat we op woensdag besluiten er voor te gaan, we zaterdag goed ons best doen en we er vervolgens twee weken later de komende 60 jaar aan vast zitten …”

Goed, en dan nog m’n werk. Op termijn zou ik graag weer aan het werk gaan. En hoe kan je tijdens je sollicitatie verdedigen dat je twee jaar uit de running bent geweest (“Jaaaaaa, ik heb veel levenservaring opgedaan …poepluiers verschoond, eten klaargemaakt, het huis opgeruimd, blouses gestreken” (oké, dat laatste niet, maar toch)) terwijl er tientallen 22 jarige carrière-tijgers meedingen voor dezelfde functie?

Hoe dan ook, een hoop knopen om door te hakken. Het enige dat ik zeker weet, is dat ik blij ben met onze twee kinderen, met ons uitdagende gezinsleven en alle bizarre situaties die daaruit voortkomen. (Even weer wat quotes van de dag: “Ik kan echt niet meer lopen mama, ik heb te korte pootjes.” of “Ik heb in mijn luier gepoept en nu komt er ook nog plas overheen” en “Mama, ik ben zo verliefd op jou.”) Tja, al zou er geen kind meer bijkomen, het is prima zoals het nu is.

Toch denk ik wel eens, “Less is More” … maar zou het tegenovergestelde ook waar zijn?

09 februari 2009

En we gaan nog niet huis ...

Eens even kijken, 19:30, kinderen op bed en huis aan kant. Het feit dat Eveline tegenwoordig geen middagslaapje meer doet heeft dus blijkbaar ook z’n voordelen. Wanneer ik Simone’s slaap en eetschema enigszins afstem op de 19:00 deadline van Eveline, dan begint de avond voor “de grote mensen” lekker op tijd.

Ronald en ik vormen sinds kort een laptop eenheid aan de eettafel ‘s avonds. Het is inmiddels alweer Februari dus we zijn alweer druk bezig met onze terugkeer naar Nederland. Wat dat betreft gaat een jaartje buitenland wel gepaard met een hoop rompslomp; half jaar bezig met alle voorbereidingen om naar Canada te gaan, half jaar bezig om weer naar Nederland terug te keren. En we moeten nog zo veel vragen voor onszelf beantwoorden: waar gaat Ronald straks werken, waar komen we te wonen, wordt het kopen of huren, wat ga ik doen wanneer ik weer thuis ben, wat doen we met de kinderen, gaan ze naar de crèche of blijven ze thuis en blijft er geld en tijd over om met vakantie te gaan deze zomer? Keuzes, keuzes … als ik maar niet in een dertigers crisis beland. Heb ik echt even geen tijd voor.

M’n moeder is voor de tweede keer een weekje bij ons komen logeren. Ik was wel benieuwd hoe het haar hier zou bevallen aangezien ze de eerste keer in de “warme” herfst in Halifax was. De hele dag stond toen in het teken van buiten zijn en we hebben zo veel gewandeld dat vrienden van m’n moeder zeiden dat ze was afgevallen.

De afgelopen week was wel anders. Het begon al met het feit dat m’n moeder vanwege “te veel wind en sneeuw” op het vliegveld in Newark was gestrand. Uiteindelijk kwam ze een dag later aan en ook nog eens vier uur later dan gepland. Altijd leuk om vier (niet geplande) uurtjes op een vliegveld uit te zitten met een peuter en een baby.

Die ochtend was al een totale chaos aangezien ik naar het verkeerde vliegveld was gereden. (ja mensen, Halifax heeft blijkbaar ook een 1 vierkante meter tellende militaire basis en gelukkig wist onze TOMTOM dat ook. Dus ik liet me gewillig door de stem van Bassie naar de verkeerde bestemming leiden. Ik dacht nog “Goh, wat fijn dat ik toch een TOMTOM heb. Deze route is twee keer zo snel. Moet ik toch eens aan Ronald vertellen vanavond.” Enfin, toen ik bijna het vliegveld was, passeerde ik een slagboom met een man in uniform die even vreemd naar me keek en die me toen doorliet. Hij zal wel gedacht hebben dat ik het vrouwtje was van één of andere hoge militaire pief die even de boterhammetjes van haar man kwam brengen in de stationwagen met de kindertjes om zodoende van de gelegenheid maar een “family happening” te maken. Binnen no-time stond ik (per ongeluk, geloof het of niet) tussen de militaire vliegtuigen. En niemand die daar moeite mee had. Volgens mij heb ik m’n roeping als spion of terrorist gemist. Uiteindelijk had ik zelf door dat ik verkeerd zat en ben ik vloekend en tierend weer naar de andere “Halifax airport” gereden.)

Ondertussen ging ik er al lang en breed vanuit dat ik “oma’s” aankomst had gemist en dat ik haar moederziel alleen op een leeg vliegveld zou aantreffen. Maar wonder boven wonder was oma’s vliegtuig (1,5 uur na haar vermoedelijke aankomst; ik weet het ik weet het, “read the warning signs you stupid woman”) nog niet geland. Dus ik de kinderen uitgepakt, snottebellen afgeveegd en kragen rechtgetrokken. Maar na het voorgaande riedeltje 5 keer herhaald te hebben, kreeg ook ik het vermoeden dat het gewenste vliegtuig gecancelled was. Nou ja, vier uur later stond ik te praten met een andere mevrouw en de kinderen waren druk met iets anders bezig, toen m’n moeder door de klapdeuren kwam. Weg “slow-motion” moment.

Gelukkig hebben we die schade in de week die volgde prima ingehaald. Dit keer hebben we er vanwege het weer gewoon een wintervakantie van gemaakt. Of te wel, veel taart, chocola, kaasjes, wijntjes, weinig beweging en veel auto. Kilo’s aangekomen, maar we hebben ons goed vermaakt.

M’n moeder weet inmiddels hoe -20 graden aanvoelt, dat er hier tegenwoordig altijd sneeuw ligt en dat je nergens meer kan lopen met je wandelwagentje. Ook heeft ze onze eerste nachtelijke ijsregen meegemaakt. De hele auto was de volgende ochtend bedekt met een 5 cm dikke ijslaag waar echt niet doorheen te komen was met de “krabber”. We moesten eerst een gat drillen en van daaruit konden we de rest van het ijs per raam wegbikken. Totale tijdsinvestering: 1,5 uur. Ja, met kinderen loont het dan al bijna niet meer de moeite om te vertrekken. Verder was m’n moeder drie dagen later ook deelgenoot van onze twee primeur: de halve stad zat een hele avond zonder elektriciteit. Ook leuk om te ontdekken wanneer je om 18:00 met hongerige en vermoeide kinderen thuiskomt, alle apparatuur in huis van elektriciteit afhankelijk is en het buiten -20 is. Gelukkig had Tracy wel stroom, dus daar hebben we het eten voor de kinderen opgewarmd. Ik kan me nu voorstellen dat een avondje zonder stroom 9 maanden later een heuse geboortegolf kan veroorzaken. Het wordt gewoon zo koud dat er weinig anders op zit, dan in je bed te gaan liggen. Gelukkig was dat voor ons niet nodig. Om 21:00 was de hele stad weer van stroom voorzien en was het in huis warm genoeg om nog een fles wijn open te trekken.

Gisteren is m’n moeder huiswaarts gekeerd en heb ik me weer een dagje met de kinderen vermaakt. En dat brengt me bij het heden …Nog even een uurtje wat administratieve toelie wegwerken en dan mag ik als beloning een herhaling kijken van “Wie is de chef” op “Uitzending Gemist”. Want je moet natuurlijk wel een beetje op de hoogte blijven hè, van wat voor belangrijks er allemaal in Nederland gaande is.