28 juni 2010

A first for everything

Vandaag was het dan zo ver… Eveline ging kennis maken op de kleuterschool (of eigenlijk groep 1 van De basisschool, want kleuterschool is wel heel ouderwets, zo heb ik me laten vertellen ).

Al dagen was Eveline in de ban van dit life-event. Belangrijk aan de hele ervaring voor haar was vooral het feit dat Eveline en ik samen een avontuur gingen beleven, eindelijk eens iets wat ze niet met twee andere aandachttrekkers hoefde te delen.

Ik vond de hele gebeurtenis ook wel ingrijpend. Ineens moet je je kind wegbrengen naar een gebouw waar het krioelt van de kinderen. Waar je een “kiss and ride” parkeerzone hebt voor alle Volvo’s en Hummers omdat papa en mama geen tijd hebben om met de fiets in de hand gezellig het schoolplein op te lopen. Waar er voor-, tussen- en naschoolse opvang geregeld is voor honderden kinderen en waar het dus onmogelijk is om “één-op-één” contact te blijven houden met een kind. Dus mocht je kind gepest worden of ernstig mishandeld zijn door andermans telg, dan mag je blij zijn dat het geheel na een half jaar eens boven tafel komt. Om nog maar niet te spreken over de prestatiedrang waar kinderen mee te maken krijgen; de school doet aan Spaanse les en danscursussen. Ook hebben ze elektronische schoolborden die aan internet gekoppeld kunnen worden en is er een schoolband.

Wat zal er allemaal gaan gebeuren met mijn doldwaze Eveline? Ik weet ook wel dat het niet anders kan. Als ik Eveline ’s ochtends wegbreng naar de creche dan ziet het er onderhand wat bizar uit. Zo’n grote meid tussen allemaal baby’s en dreumessen. Toch vindt ze het nog heerlijk om in de zandbak te spelen of om op het peuterbed te luisteren naar een verhaaltje van de leidsters. Iedere boomstronk wordt nog omgetoverd tot podium waar Eveline onder luid gezang zo veel mogelijk aandacht hoopt te trekken. Iedere dag is Eveline weer iemand anders en worden naam en garderobe ’s ochtends al aan haar nieuwe personage aangepast. Soms is ze een prinses (het liefst eentje die heel hard moet werken van haar boze stiefmoeder) dan weer een elfje (en draagt ze haar vleugels trouw met zich mee in de zandbak en in bed).

Vaak zijn het ook willekeurige personages zoals Julia, Noa of Mariposa. Dan zit je in de speeltuin en heeft Eveline verzonnen dat ik haar oma ben. De zin “Kijk oma, kijk eens wat ik kan!” levert vaak verbaasde blikken op zelfs in de Lindenholt. Hetzelfde hebben we wanneer we naar de bibliotheek gaan. Dan word ik steevast “juffrouw” genoemd en met “u” aangesproken door dochterlief. Ik weet nog hoe ik Eveline een keer hardhandig beetpakte omdat ze weigerde uit het speelhuisje te vertrekken in de kinderhoek van de bibliotheek. “juffouw, u doet me pijn!” Heel irritant. Laatst noemde Eveline zichzelf “Allah” (was weer eens wat anders dan Julia of Noa).

En iedere avond moeten de wintertrappelzakken weer uit de kast worden getrokken, want dan zijn Eveline en Simone zeemeerminnen tijdens ons avondtoneelstukje (Op het programma staan dan shows als: “De Verjaardag”, “De bruiloft”, “Baby krijgen”, “Baby zijn”, “Ballerina’s”, “In het vliegtuig”, “Zwarte Pieten gymnastiek” en “De lelijke prinses die toch een knappe prins weet te strikken omdat hij haar heel aardig vindt waardoor de prinses vanwege de ware liefde toch nog beeldschoon wordt” (= een verhaal verzonnnen door m’n moeder, waar ik haar nog voor heb moeten bellen omdat het verhaal abracadabra was voor mij tijdens de uitvoering).

Soms kan ik m’n bezoek niet eens verstaan omdat Eveline zo luid mogelijk een zelfverzonnen liedje moet zingen over “Bloemetjes in een vaas”, maar wat zou ik het erg vinden als ze na een maandje basisschool ineens dodelijk serieus zou worden.

Gelukkig vond Eveline na aankomst in haar nieuwe klasje meteen aansluiting bij een andere meisje. Dat meisje ging met Eveline met de Lego spelen, ze verzonnen dat ze lollies hadden gemaakt. Dus dat stemde mij weer enigszins gerust.

Ook zitten er bij Eveline op school oudgedienden van haar creche. Een kindje herkende Eveline meteen en plaste van blijdschap (of van de stress) spontaan in z’n broek. Waarop ik Eveline aanspoorde om vooral met dat jongetje op te trekken. Maar Eveline was alleen maar geinteresseerd in haar nieuwe vriendinnetje. Het harde leven is begonnen…

Aan het einde van de middag mocht ik Eveline weer ophalen. Met de juf had ik afgesproken dat ik haar bij de muurschildering aan de zijkant van het schoolgebouw weer zou treffen. En daar stond ik dan, moederziel alleen, om 15:00, op het schoolplein, terwijl de school pas 15:15 was afgelopen. Ondertussen stroomden de papa’s en mama’s ook langzaam het schoolplein op, gezellig keuvelend met elkaar. Arghhh, aansluiting vinden bij een bestaand netwerk … ineens voelde ik me net zo alleen als Eveline in haar nieuwe klasje. Gelukkig herkende ik een meisje van de pufcursus en was onze oude kraamzorg overblijf juf. Een meevaller dus.

Jammer was alleen dat ik bij de verkeerde muurschildering stond en dat Eveline + juf na 10 minuten nog op mij stonden te wachten. (Altijd een prima eerste indruk, zeker wanneer het 30 graden is buiten en de juf graag op tijd weg wil voor de wedstrijd van het Nederlands elftal…)

Maar goed, ondanks bovenstaande verliep de dag best goed. Samen zijn we nog naar de speeltuin geweest, hebben we daar gezwommen en een ijsje gegeten. Moe maar voldaan viel Eveline in een diepe slaap vanavond.

De eerste dag zit erop… slechts 4140 breng en haal dagen te gaan, hetzij aan mama’s hand, hetzij met de bakfiets, hetzij op haar eigen fiets, hetzij achterop de scooter bij “Ali Chemicali”… we zullen het wel zien.

02 juni 2010

Voorspoed is als braadworst, neem nooit meer dan je kunt handelen.

De woonkamer ligt nog vol met op te vouwen kleding , de ochtendvaat staat nog te popelen om afgewassen te worden en eigenlijk moet ik nog mensen mailen… maar ja, internet ligt eruit… reden genoeg dus om niet te hoeven mailen en dus weer reden genoeg om de rest van de kluslijst ook maar overboord te gooien. Alsof iemand in dit huishouden vanavond thuiskomt en zegt… “Goh.. wat is het aanrechtblad blinkend schoon en wat heb je de stofresten toch weer netjes uit het bakje van de droger gehaald.”

Nee, dan zet bloggen meer zode aan de dijk voor later. Het is bloggen of lekker slapen als activiteit, maar ja, als ik voor dat laatste kies dan kan ik de creche leidsters (of was het lijdsters?) niet recht in de ogen kijken vanmiddag. Vorige week heeft Eveline op het dagverblijf ook al vrolijk medegedeeld dat ik naar de sauna ging met een vriendin die dag (iets wat ik mezelf had gegund omdat Ronald de hele week in Canada zat). Sindsdien vertel ik de leidsters aan het einde van iedere dag hoe hard ik wel niet heb gewerkt.

De afgelopen weken is er veel gebeurd. Zoals voorspeld, alle veranderingen die maandenlang op zich hebben laten wachten, kwamen in “korte tijd” samen… of eigenlijk… in een kwartier samen.

Een paar weken geleden kregen we tijdens het eten eindelijk het langverwachte telefoontje van de makelaar dat wij (onder voorbehoud van financiering) de trotse eigenaren waren geworden van een prachtig huis.

Vreemd eigenlijk hoe je in je leven zo lang kan wachten op een paar verlossende woorden (“Je bent zwanger.””Je krijgt de baan.” “Je bent genezen.” “Wil je met me trouwen.”) maar dat je reactie op het moment zelf niet zo explosief is als dat je je van te voren had voorgesteld.

Natuurlijk keken Ronald en ik elkaar met veel blijdschap aan toen Ronald met de makelaar had opgehangen. Maar ja, veel tijd voor champagne, uit eten gaan en flink doorhalen in de kroeg hadden we niet… we zaten in het midden van het gewone avondritueel vol lawaai en eetonderhandelingen. Dus gingen we maar weer verder met onze bloemkool en worst.

Twee seconden later hoorde ik een bliepje op de laptop met het teken dat ik een mailtje had binnengekregen. Dit bleek het langverwachte mailtje te zijn waarin stond dat ik was uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

Je kan je voorstellen dat mijn bloemkool gedurende onze bijzondere maaltijd steeds lekkerder begon te smaken. Tegelijkertijd begonnen de zenuwen aan me te knagen… zo veel voorspoed in een keer, dat vraagt gewoon om ellende.

En ja hoor, tijdens een verhitte discussie tussen Ronald en mij over al onze toekomstplannen, schep ik twee lepels rouwkost op Simone’s bord. Mevrouw pakt een sherry tomaat en werkt die gretig naar binnen. Ik zie gelijk dat haar gezicht betrekt en hoor hoe ze nog een gesmoorde “Mmmmamaaaaa” weet uit te brengen terwijl ze hulpeloos naar mij kijkt. Meteen zeg ik tegen Ronald dat het niet goed zit bij Simone.

“Simone? Gaat het? … Simone… Kom op, even doorslikken… Kom maar even bij papa… Simone kom nou… doe is mee… SIMONE!!” Kreten gaan over in actie en ik zie hoe Ronald Simone beetpakt en over z’n knie legt. Het enige dat ik ondertussen kan uitbrengen is “Ronald doe iets. Je moet echt iets doen. Doe nou, doe nou”. Godzijdank kan Ronald z’n stress in zo’n situatie meteen omzetten in actie. Ik sta alleen maar hopeloos te gillen.

Nadat twee harde kloppogingen op Simone’s rug nog geen enkel resultaat geven, pak ik de telefoon. “Ronald ik bel 112…. ik bel nu.” Tegelijkertijd weet ik dat dat geen enkele zin heeft. Hoe lang doet een ambulance er wel niet over om bij ons thuis te komen? Tegen die tijd kunnen we alleen een levenloos kind overhandigen aan de ambulancemensen.

Dan bedenk ik me dat ik gewoon naar buiten ren en keihard ga gillen om hulp. Maar ja, ook dat is zinloos. Wie in de Lindenholt kan m’n kind beter helpen dan KNO arts Ronald?

Terwijl ik zie hoe ook Ronald steeds radelozer aan het worden is en fanatiek blijft kloppen en slaan op Simone’s rug loop ik naar de bestekla.

Bijna had ik een aardappelschilmesje gepak zodat Ronald een sneetje kon maken in Simone’s keel. Woest werd ik gewoon… ik was toch echt niet van plan om de dood van m’n kind zomaar over me heen te laten komen, absoluut niet… al had ik alle messen van de wereld op Simone’s keel moeten zetten, strijden zouden we.

Maar godzijdank…. GODZIJDANK… roggelde ze uiteindelijk toch de halve sherrytomaat uit die als een dopje op de uitgang van haar luchtpijp was beland. Bleek van ellende begon Simone te jammeren en mompelde steeds “Mone, schrokken, papa, mone erg schrokken.” Ik begon ook mee te snikken en zakte zo ongeveer door m’n benen van de ontlading. Wat had ik in hemelsnaam moeten beginnen als Ronald er niet was geweest?
Op dat moment deed niks er meer toe, het huis niet, m’n baan niet… alleen het feit dat we simpelweg dankbaar waren om samen te zijn.

Gelukkig helpen je kinderen je dan ook weer om niet te lang bij zaken van leven en dood stil te staan. Toen iederen van de ergste schrik was bekomen, zei Eveline “Nou… kunnen we nu weer gewoon gaan eten of niet?” En zo zaten we na ons kwartiertje van euforie en doodsangst gewoon weer aan de bloemkool en de worst… hetzij in kleine stukjes.