25 november 2009

"To do or not to do"

Dit is het laatste… Alleen het schrijven van mijn blog staat nog op mijn aller aller laatste “to do” lijstje voordat de baby komt en dus voordat mijn leven tijdelijk een complete chaos is. Na deze klus komt er eindelijk een einde aan wekenlange voorbereiding op alles dat nu komen gaat. Want het was weer een gezellige drukte in huize Pennings de afgelopen tijd.

Na de bruiloft van m’n schoonmoeder begon bij mij de stress; dat het nog een maandje zou duren tot de uitgerekende datum van de baby. Ik had nog niks voorbereid! Geen babykamer, geen babykaartjes, niks… en dat terwijl er genoeg mensen zijn die rond die tijd al bevallen. Gelukkig blijven mijn kinderen over het algemeen in m’n buik zitten totdat ze een ons wegen (lees: zo’n 8 pond), maar daar mag je eigenlijk niet van uitgaan.

Als een scheet ben ik toen begonnen met het updaten van alle adressenlijsten. Ongelooflijk hoe veel mensen van mijn leeftijd in een jaar tijd verhuisd waren. Daarnaast natuurlijk weer de tekst voor ons geboortekaartje verzonnen. Het geheel ligt nu “ready to go” bij de drukker.

Toen aan de slag gegaan met de kamer van Eveline, die nu een duokamer is geworden en waar Simone nu ook slaapt. Na het opleuken van de kamer met prinsessen- en Doraposters moest ik er dan ook echt aan geloven; de kinderen zouden samen in een kamer gaan slapen. Mijn stress was groot, maar gelukkig viel de schade best mee. De meiden gingen tegelijkertijd slapen ‘s avonds en storen elkaar niet, wat mij echt verbaasde. Ook ‘s nachts, wanneer de een wakker wordt, blijft de ander slapen. (even afkloppen, maar het gaat tot nu toe goed).

Daarna de babykamer ingericht. Als een speer alle koopavonden afgegaan en leuke babykleertjes gekocht. (Heb overigens ook een hoop schattige kleertjes (te leen) gekregen. Super dank daarvoor.) Alle draagdoeken en hoezen van maxicosi en wandelwagen weer gewassen, wiegbekleding naar de stomerij gebracht, wieg opgehaald bij m’n ouders en alle overige kindermeubilair uit de opslag gehaald. Hele kraamlijst nagelopen en alle noodzakelijke babyspulletjes weer gekocht alleen nu in blauwe versie. (Ongelooflijk hoe je er als ouder toch steeds weer intrapt; dat je toch weer in de verleiding komt om alles nieuw aan te schaffen, zelfs al is het de derde ronde.) En tot slot de babykamer gezellig gemaakt.

Daarna was de logeerkamer boven aan de beurt; een kamer die tot dusver dienst deed als “Gooi je troep daar maar neer, ze zien het toch niet.” hok. Kamer ontdaan van alle levenloze planten en pakpapier. (Voor het bezoek ligt nu zelfs het beddengoed al klaar.)

Toen helaas toch maar weer naar de inhoud van het gevreesde “kraampakket” gekeken en deze met angst op volledigheid gecontroleerd; zakken kraamverband, bedzeiltjes, wondkompressen, onderbroeken van gaas ….. heeerlijk vooruitzicht. Helaas toch ook maar weer naar het thuiszorgcentrum gereden voor de “klossen” voor onder het bed en de oude vertrouwde “bedpan”. Wat ik al zei: heerlijk vooruitzicht.

Sinds twee weken staat het bed dan ook op klossen en moeten we weer springen om erin te komen. En vanaf vanavond ligt er helaas ook weer een gezellig plasticje over het matras heen, voor het geval ik vannacht 3 liter water laat vallen. Ook liggen er 2 nieuwe dekbedovertrekken klaar in de kast, zodat de boel er fris en fruitig uitziet wanneer alles weer voorbij is… “whenever that may be”.

Vervolgens had ik een nieuwe dwangneurose bedacht om mezelf mee bezig te houden, namelijk het maken van twee fotoboeken voor de meiden van de afgelopen twee jaar. Zo kunnen ze zichzelf ook als “baby” of “dreumes” terugzien wanneer ik druk ben met de baby. Dus: 2x 500 foto’s uitgezocht, op thema en volgorde digitaal ingeplakt en bij ieder thema een verhaaltje geschreven. Het geheel ligt nu bij de HEMA, hou m’n hart vast voor het resultaat.

Na die klus ben ik inkopen gaan doen voor de cadeautjes voor de kinderen; cadeautjes als afleiding voor wanneer de baby er net is en cadeautjes voor Sinterklaas. Ook ben ik lijsten gaan maken met: telefoonnummers voor noodgevallen, van alles wat er geregeld moet worden wanneer de baby er is en een overzicht van hoe de meiden in elkaar zitten overdag en ‘s nachts. Je weet zo maar nooit, ben altijd bang dat een ander zich geen raad weet met m’n kinderen als ik er niet bij ben. Nu weet iedere willekeurige noodoppas gelukkig dat Simone haar brood nog eet in kleine stukjes, dat Eveline zeester ook mee wil in de auto, je voor de zekerheid altijd een speen voor Simone mee moet nemen anders kan je autorit echt hels worden aan het einde van de middag en dat Eveline op momenten met Assepoester aangesproken wil worden en dan als een ballerina op haar sloffen en in enkel haar ondergoed en balletrokje door het huis heen danst.

Goed, vandaag nog de laatste Mexicaanse griepprik gehaald. Nu zijn Ronald en de kinderen 1x gevaccineerd en ik 2x keer. Dat moet de komende tijd veiligheid bieden voor de baby.

En nu, en nu…. “Now we’ve reached the end of the road”. Vandaag ben ik uitgerekend en vanaf morgen dus overtijd. De bekende “Is er al iets?” telefoontjes nemen weer in hoeveelheid toe (vandaag had ik een moment dat ik dacht, toen de telefoon ging, “O, die belt natuurlijk om te zeggen dat m’n bevalling is begonnen.”) om na morgen af te nemen tot een angstige stilte. Ik moet dan altijd denken aan de film “Speed” waarin Sandra Bullock de bus boven de 50 km per uur rijdende moet zien te houden terwijl ze ondertussen ook nog even met de gehele bus over een gat in de snelweg van 20 meter moet vliegen. Je ziet het punt waarop de beschermende politiewagens naast de bus af moeten wijken. Ze wensen haar succes … maar Sandra staat er alleen voor. Zo voel ik me nu ook. Ik voel heus de liefde van iedereen om me heen maar “in the end” moet je het toch alleen doen. Het is straks mijn lijf dat alles moet ondergaan. En helaas weet ik uit ervaring dat dat niet niks zal zijn.

Ondertussen vullen de dagen zich met eindeloos W.C.’s nalopen met Glorix doekjes en W.C. Eend, eindeloos speelgoed netjes terugzetten zoals je het in de etalage van een speelgoedwinkel zou zien (alle meubeltjes van het houten poppenhuis worden iedere avond veer a la Jan de Bouvrie gehergroepeerd), worden keuken en eettafel iedere avond voorzien van een frisse Andy lag en wordt te bank 3 keer per dag gestofzuigd zodat je nette stofzuigstrepen in het pluche ziet verschijnen. Pas dan en alleen dan heb ik rust. Het liefst heb ik ook iedere dag een lege wasmand en een volle koelkast, maar helaas behoort dat niet meer tot mijn fysieke mogelijkheden.

Gelukkig heb ik meer dan genoeg afleiding van de kinderen. Eveline leeft de hele dag in haar fantasiewereld met tussenposes van nuchtere opmerkingen. “Mama, hoe maak je Pindakaas?” “Vindt Sinterklaas duimen goed of stout?” “Als je de baby krijgt, ben je dan in je nakie?” “Simone heeft nog steeds kort haar, dus die wordt een jongen.” “Papa, je geeft niet het goede voorbeeld aan mij.” “Oké oma, ik moet ophangen, want ik moet nog ingrediënten kopen voor mijn taart.” “Oma, zeester kan geen pootjes hebben gekregen, want een zeester heeft geen benen. En Levi zegt dat zeesterren geel zijn, maar de mijne is oranje. Ik moet zeester mee naar de crèche om het te laten zien.” “Is mijn eten nou dood?” En als ik haar weg breng naar de crèche en haar beste vriendinnetje er niet is die dag, zegt ze met een snik in haar stem: “Ik zal je wel missen hoor mama. Hoe laat kom je me ophalen?” En ook al kan ze geen klok kijken, weet ze me te vertellen dat ik te laat ben, als ik inderdaad 10 minuten later dan normaal binnenkom lopen aan het einde van de middag.

Simone doet ondertussen echt niet meer onder voor haar zus. En hoewel ze elkaar soms de kop in kunnen slaan, is vooral Simone gek op haar zus. Komt denk ik ook een beetje omdat ze 24 uur per dag samen zijn. Bij ieder tussendoortje pakt Simone ook het bakje voor Eveline om het aan haar uit te delen: “Iene eten”, “Iene appel”, “Iene drinken!” Verder is Simone net als Eveline gek op draagtasjes, Dora (“Ora”), Prinsessen (“Lala”), lopen met de poppenwagen en telefoneren (“Allo, met mij” ). Ook is Elmo Simone’s grote favoriet. Toch vindt Simone auto’s, puzzles en blokkendozen ook erg leuk. Iets waar Eveline zich nog nooit in heeft geïnteresseerd. Ook qua motoriek is Simone nu al bijna verder dan Eveline. Zo viel ze gisteren een tand helemaal door haar lip omdat ze op haar sokken in de triptrap kinderstoel wilde klimmen en is ze tot twee maal toe ‘s nachts uit haar ledikantje gesprongen, hoofd eerst (lees: de vloerbedekking stond op haar voorhoofd afgedrukt de volgende ochtend). En waar Eveline een hele goede slaper is, wordt Simone met vlagen 5 keer per nacht wakker, meestal om een speen… soms omdat ze geen zin meer heeft om te slapen. En dat laatste levert echt slapeloze nachten op, vooral voor Ronald. Die heeft zich opgeofferd om er iedere keer uit te stappen met als resultaat een zeer brakke man aan de ontbijttafel. En dat brengt me bij het volgende…

Nu ik met 40 weken zwangerschap geen “to do” lijst meer heb, begint de rust in m’n hoofd maar daarmee dus eigenlijk m’n onrust en de zorgen. Eindelijk kan ik me psychisch voor gaan bereiden op de bevalling en de baby. Mijn “to do” lijst heeft nu plaats gemaakt voor de volgende “not to do” lijst van zorgen:

1. De bevalling

Zal ik weer een succesvolle bevalling thuis kunnen afleggen? Wat als ik zinloze maar energievretende weeën krijg in m’n benen en rug? Wat als de vliezen breken en het vruchtwater groen is of rood? Wat als ik ingeleid moet worden? Wat als de bevalling eindigt in een keizersnee? Wat als de baby een sterrenkijker is of een 9 ponder wordt? Wat als ik een nabloeding krijg en op het laatst nog naar het ziekenhuis moet? Krijg ik dan een ambulance of word ik in de kofferbak van de Volvo geladen (hetzij met bedzeiltje)? En hoe kom ik door die 10 minuten van complete hulpeloosheid door, die horen bij iedere bevalling, wanneer je op 8-9 cm ontsluiting zit?

2. De oppas

Wat als de kinderen ‘s nachts aan het spoken zijn tijdens de bevalling? En dat ik Simone vanuit haar bedje hoor roepen: “Mama, mama, mammmmmmmmmmaaaaaaaaaa.” Terwijl ik een hevig wee moet wegpuffen?

3. Ronald

Hoe kan Ronald zonder kleerscheuren makkelijk weglopen van z’n werk terwijl hij deze week hoorcolleges geeft, een belangrijke bespreking heeft over de toekomst van z’n werk, poli heeft, alleen patiënten moet opereren, een onderzoeksdag met patiënten heeft georganiseerd en hij eigenlijk ook naar z’n moeder wil die haar pensioen viert met een receptie en etentje?

4. Hoe straks verder?

En dan niet te vergeten hoe we in hemelsnaam weer een normaal functionerend gezin gaan worden met straks 3 kinderen onder de 4 jaar. Hoe moet ik in vredesnaam eten gaan koken ‘s avonds, terwijl er een dreumes en een peuter dreinend aan m’n been hangen, ik een baby moet voeden en Ronald later thuis is van z’n werk. En hoe komen we aan onze slaap wanneer Ronald 5 keer per nacht z’n bed uit moet voor de meiden en ik straks zo’n twee keer per nacht m’n bed uit moet om de baby te voeden? Hoe moet ik weer fris een nieuwe dag met kinderen beginnen en hoe kan Ronald voorkomen dat hij een inwendig gehoorapparaat in het verkeerde oor naait van vermoeidheid? En wat als we een huilbaby krijgen? Wat als onze jongen niet gezond is en we heel veel naar het ziekenhuis moeten?

Aaaaaaaaaaaahhhhhhhhh, wat bezielde ons!!!! Er zijn momenten dat ik ineens overvallen word door paniek.

Maar gelukkig zijn er dan altijd weer momenten die die onrust helpen weg te nemen. Zo was ik vanochtend op de koffie bij een vriendin die een jongetje heeft van 3 maanden. Het jochie was zo schattig en knuffelig toen ik ‘m vast hield, dat ik dacht, “Ach ja, het is goed zo, kom maar gewoon tevoorschijn lieverd, we zijn er klaar voor.”

Om maar te eindigen met de woorden uit de serie “John and Kate plus Eight”;
“It may be a crazy life, but it’s our life.”

30 september 2009

Beren op de Weg

Voor de verandering eens de tijd om ’s ochtends in alle rust aan mijn blog te werken. Ja, ja het mag in de krant, want sinds 1,5 jaar heeft deze moeder twee dagen in de week de tijd voor “haarzelf” (lees: ontbijtspullen afruimen, stofzuigen, boodschappen en was doen en regel telefoontjes plegen). Het is toch wel heerlijk om eens rustig je eigen broodje op te kunnen eten tijdens de lunch zonder continu bezig te moeten zijn met vallende vorken en onderhandelingen over broodkorstjes die toch ook echt opgegeten moeten worden.

Hoewel het dus een verademing is om even zonder de kinderen te zijn, zit ik tijdens de creche dagen toch met een schuldgevoel in m’n maag. Niet zozeer vanwege de kinderen hoor, zo’n moeder ben ik helaas niet. Maar eerder vanwege het financiele plaatje dat kinderopvang met zich mee brengt.

De overheid betaalt namelijk mee aan de kosten voor kinderopvang. Tenminste, als je voldoet aan het criterium, namelijk: man en vrouw zijn druk aan “die arbeit” bij een werkgever wanneer de kindertjes naar de creche gaan. Ben je echter zoals ik hoogzwanger en werkloos (ook al werk je je het apelazerus), tja, dan kan je wel fluiten naar je toeslag. Sherrywijven worden niet gesponsoord. En dat is natuurlijk te begrijpen.

Bovenstaande betekent echter wel, dat wij voor twee kinderen en twee dagen opvang per week €1100 per maand kwijt zijn (ja mensen, als in, net zoveel als je maandlasten voor je hypotheek). Zou ik echter aan het werk zijn, dan worden deze kosten dankzij de kinderopvangtoeslag van de overheid, verlaagd tot €600 per maand! Tja, en dat zet je wel aan het denken.

De afgelopen weken heb ik me dan ook sufgepiekerd over mogelijkheden om toch betaald werk te kunnen verrichten. Maar dat is dus niet zo gemakkelijk wanneer je 33 weken zwanger bent. Had vooral gekeken naar (dramatisch deprimerende) thuiswerkklusjes zoals inpakwerk vanuit huis (geen vacatures) of het beantwoorden van e-mail voor bedrijven vanuit huis (zag er op internet erg onbetrouwbaar uit). Heb zelfs nog gedacht om op een kindje te gaan passen (is natuurlijk erg bizar als je je eigen kinderen het liefst op de creche plakt) of om te gaan schoonmaken (ook typisch, zeker wanneer je zelf hulp hebt in huis). Kortom, ik kwam er niet uit.

Uit pure wanhoop heb ik de Belastingdienst maar gebeld, met de vraag wat zij onder “betaald” werk verstaan. Ik bedoel, als ik geld van m’n man krijg om thuis alle “werk” te verrichten, dan is dat toch ook “betaald” werk? Dat was dus een onjuiste interpretatie, maar precies uitleggen waarom konden ze het niet.

Natuurlijk wilde de jongen aan de andere kant van de belastinglijn wel weten waarom dit voor mij zo belangrijk was. Ik had daarom uitgelegd dat als ik zou werken, de kosten voor de kinderopvang aanzienlijk minder zouden zijn. Zijn reactie: “Nou mevrouw, volgens mij heeft u het dan niet helemaal goed begrepen. Het lijkt erop dat u enkel en alleen werk zoekt, om kinderopvangtoeslag te kunnen krijgen. Eigenlijk moet dat natuurlijk andersom zijn; u werkt en daarvoor krijgt u als extra beloning de opvangtoeslag.” (Heeeeel irritant, wanneer een studentje met een Leidsch accent van nog geen 22 je de les wil lezen. Weet je wel, zo’n rechten studentje dat denkt dat het leven bestaat uit regeltjes en dat alles zwart/wit te bekijken is. Zo’n jochie wiens bezigheden uit niks meer betaan dan colleges volgen (maar dan wel wanneer ze pas om 13:00 starten) en naar huis gaan met een tas vol vuile was in het weekend. Wiens grootste prestatie het wegatten van een biertje in 3 seconden is en wie alleen vaste verkering “neemt” wanneer de wederhelft mooi genoeg is . Zo’n studentje dat ervan uitgaat later meteen bij Moszkowicz aangenomen te worden en dat geen benul heeft van echte maandelijkse lasten, gebroken nachten en poepluiers. Pffffff, eikel.)

Vanuit die gevoelens reageerde ik natuurlijk verontwaardigd: “Pardon, volgens mij is het niet aan u om een waarde oordeel uit te spreken over mijn beweegredenen om iets te doen ja/nee. Het is aan u om mij te informeren over de mogelijkheden die de belastingdienst mij te bieden heeft. Als ik een waarde oordeel wil, dan vraag ik Dr. Phill wel.” Zo….

Oké, oké, de zinnen kwamen er helaas niet helemaal zo uit. Wel ’s avonds in bed hoor, dan heb ik altijd de beste dialogen… met mezelf.

Op het betreffende moment zei ik tegen de beste jongeman dat hij gelijk had maar of hij mij desondanks wel kon informeren. Helaas leverde dat laatste niet meer op dan de mededeling “Dan moet u gewoon op zoek gaan naar werk”. Goh…. bedankt joh… voor deze nuttige bijdrage. Ik zal eens flink m’n best doen met m’n pens van 33 weken.

Ondanks mijn schuldgevoel weet ik zeker dat het voor de kinderen echt het beste is dat ze twee dagen per week naar de creche gaan. Ze worden er naar mijn mening wat onafhankelijker en socialer van. En ook al haal ik de kinderen wel eens op en zie ik dat Simone een enorme bult op haar hoofd heeft omdat ze van een driewieler is afgevallen, en ook al heeft Eveline dan wel eens een natte broek en hebben de leidsters het “ongelukje” nog niet gezien, en ook al jengelen de kinderen de dag na de creche extra veel om zeester en de speen…. het is de moeite waard. Zeker wanneer ik hoor dat Eveline aan iedereen in haar groepje vraagt wie er verliefd op haar is en wanneer ik zie hoe ze vol trots haar prins van de dag aan mij laat zien of wanneer ik zie dat Simone met een poppenwagen over het “schoolplein” aan het marcheren is als een beroepsmilitair. Door die twee dagen, zie je je kinderen ineens weer door een frisse bril. En daar kan geen kinderopvangtoeslag- tekort aan toppen.

Over frisse brillen en blikken gesproken. Helaas was mijn blik vorige week niet meer zo scherp aan het einde van de dag. Ik was met de kinderen naar de stad geweest voor nieuwe schoenen. Natuurlijk moet dat met de auto, want het fietsje is niet meer haalbaar met zo’n dikke buik en twee kinderen. Enfin, tijdens het afslaan naar rechts (situatieschets: twee drukke kinderen achterin en de kinderliedjes CD op hoog volume), tik ik met m’n auto tegen de bagagedrager van een fietsende mevrouw. Die mevrouw valt van haar fiets en wordt bijna geschept door een rechtdoor rijdende auto aan de andere kant. Echt vreselijk ….

En dan zit je in de auto en aanschouw je alles in een flits… hoe de mevrouw gelukkig net niet geraakt wordt door de andere auto, hoe ze godzijdank weer opstaat, hoe er 30 man meteen op de mevrouw komen toegerend om haar te helpen, hoe er zeer verontwaardigd naar mij wordt gekeken en hoe ik de moed moet verzamelen om m’n autodeur open te doen en om de confrontatie aan te gaan. (Beeld: hoogzwanger sherrywijf, stapt uit haar Volvo… arghhhh, reed ik maar in een Panda)

Gelukkig was “the victim” niet een hele kwaaie en zag ze dat ook ik heel erg geschrokken was en een schuldgevoel had van hier tot aan Tokio. Die avond ben ik samen met Ronald naar haar toegegaan om een bloemetje af te geven en om alle financiële zaken af te handelen. Ondanks dat alles snel geregeld was, heb ik er nog wel wat slapeloze nachten aan over gehouden.

Ik ben weer eens goed gewaarschuuwd en rij nu echt als een bejaarde op de weg. Toch krijg ik voor mijn voorzichtigheid ook wel weer waardering. Zo zegt Eveline nu steeds wanneer we veilig ergens hebben geparkeerd: “Goed zo mama, je hoeft niet verdrietig te zijn want je bent nergens tegen aan gebotst.”

En zo veranderen die beren op de weg en in mijn hoofd weer even in dartelende lammetjes.

28 augustus 2009

Kees de Jongen

Oke, kinderen in bed, afwas gedaan, een Himalaya aan barbies,puzzels en boekjes opgeruimd, broccoli met de stofzuiger weggewerkt … 20:55 en we zijn er weer klaar voor. Tijd voor een update…

De laatste twee weken van onze vakantie stonden we op een camping in Saint Hillaire de Riez of te wel een broedplaats voor alles dat toerist heet. Bejaard, puber, student of gezin met jonge kinderen … werkelijk iedereen scheen hier te moeten zijn. Bij aankomst kon ik me de aantrekkelijkheid van deze plaats niet goed voorstellen. Na een dag filerijden kwamen we aan op een camping waar de huisjes als dominostenen naast elkaar stonden (zeg maar dat als je naar de WC moet, je rechtstreeks neerkijkt op de BBQ met worstjes van de buren en zij dondersgoed weten wat je gaat doen, wanneer je het raampje met beleid van de haak afhaalt en natuurlijk des te beter wanneer ze zien dat je het raampje na een minuut of 5 weer zachtjes wagenwijd open doet) en allen geplaatst waren op een grote zandvlakte. Prima natuurlijk zo’n “Bountystrand” achtige bedoeling, maar niet bij 15 graden en regen.

Onze camping deed mijn dwangneurose op het gebied van schoonmakerij dus weinig goed. De eerste dagen ben ik vooral bezig geweest met vegen en de kinderen in bedwang houden. Dat laatste natuurlijk tevergeefs, want hoe leg je een 1,5- en een 3 jarige uit dat ze hun emmer en schepje alleen maar op de laatste rij tegels mogen gebruiken en dat ze vooral niet naar de speeltuin mogen, die hen vanuit onze veranda vriendelijk toelachte. Gelukkig klaarde het weer binnen een paar dagen op en konden wij ons voegen bij de andere sardientjes op het strand.

De kinderen vermaakten zich prima in de camping-zandbak. Eveline had binnen no-time haar nieuwe, of te wel in haar woorden “beste vriend van de hele wereld” gevonden. Deze keer, het mag in de krant, in de vorm van een jongetje van dezelfde leeftijd genaamd: Kees.

Kees deed zijn naam echt eer aan. De hele dag reed hij met z’n stepje over de camping, of althans reed, hij kwakte het ding voornamelijk van zo hoog mogelijke muurtjes af. En dat gaf hem natuurlijk de nodige aanzien in de ogen van Eveline. Kees was in zijn gezin van 4 kinderen duidelijk de druktemaker. Voortdurend hoorde je zijn ouders dan ook op hem “mopperen” (ik zet het tussen aanhalingstekens want mopperen op z’n Rotterdams is toch wel wat anders). Vooral hun avondeet ritueel bracht bij ons de nodige vertier. “Kees, als je nou je bonen niet opeet, zet ik je op de markt, met een sticker op je kop “Kees te koop”, misschien krijg ik net vijf euro voor je, ken ik net een pakkie sigaretten van kopen. En nou ophouden, Papa is de baas en niet draak Kees.” Altijd prettig om te horen , dat je niet het enige gezin bent dat rond dat tijdstip hoge ogen gooit.

Toen Eveline vervolgens een dag later zoek was, konden we ons wel wat voorstellen bij de vlagen van radeloosheid van Kees z’n ouders. Eveline en Kees hadden namelijk besloten dat het best leuk was om zich te verstoppen achter het stuur in de “game auto” bij de receptie. Voor Kees natuurlijk verboden terrein en voor Eveline voorheen uberhaupt onbekend terrein. Na het nodige zoekwerk, vond Ronald de twee, doodleuk naast elkaar in hun wagen, alsof er niks aan de hand was. Ben benieuwd of wij met onze aanstaande zoon ook zo’n uitdagend opvoedkundig sluitstuk krijgen.

Tja, en toen brak toch echt de dag aan dat we na 6,5 week vakantie weer naar huis moesten. Toen we Nijmegen binnenreden, schoot de stress me ineens weer te binnen. Allerlei gedachten schoten door m’n hoofd die voornamelijk neerkwamen op de vraag: Hoe moet ik me weer settelen in een nieuw huis zonder baan buitenshuis en de fulltime gezelligheid van de kinderen om me heen door de weeks? Het was alsof Eveline mijn gevoel overnam, want die spuugde een halve kilometer voor thuiskomst nog net even heel de auto onder.

Gelukkig was het huis van Harm en Barbara erg netjes, schoon en gezellig achtergelaten incl. pas gemaaide tuin en een grote bos bloemen op tafel. We konden die avond rechtstreeks onze bedden (lees: hun bedden) in.

Maar ondanks de prima omstandigheden, blijf ik dat onrustige gevoel houden. Ronald is ook enigszins gestresst maar dat heeft te maken met het feit dat hij vanaf volgende week weer aan de slag gaat. En ik weet nu al dat hij na zijn eerste werkdag weer razend enthousiast thuiskomt; vol nieuwe onderzoeksideeen en kunstzinnige operatieverhalen. Vaak zakt de moed mij op dat soort momenten, na een dagje kinderboerderij en wipkip, enigszins in de schoenen.

Gelukkig kwam Ronald net thuis van een borrel met de mededeling dat de vrouw van een aanstaande collega van hem ook fulltime thuis “werkt” en straks een derde kindje verwacht. Misschien kunnen we er samen het beste van maken; om en om “even een bakkie” doen ofzo.

We zullen zien.

31 juli 2009

Een luizenleven

En zo zitten we alweer vier weken in Zuid-Frankrijk. We genieten iedere avond van een prachtige ondergaande zon met op de achtergrond het geluid van een klaterend bergbeekje terwijl wij ons de rosé en de Franse kaasjes heerlijk laten smaken.

Oké, oké, dat is de vakantiebrochure versie die we vertellen aan mensen die we niet mogen. Nu ons echte verhaal tot dusver…

Zoals bij ieder gemiddeld Nederlands gezin begon ook bij ons de vakantie –inpak en –inkoopstress eind Juni behoorlijk toe te nemen. Ronald was erg druk met het regelen van alle administratie rondom onze terugkomst in Nederland. Voor mij dus de taak om… 6 koffers bagage, die verspreid lagen over meerdere adressen in Nederland, weer terug te brengen tot 2 vakantie koffers (wat volgens Ronald al veel te veel was). Daarnaast moesten natuurlijk ook de nodige boodschappen worden gedaan; Je kent het wel, je zal geen Nederlander op een Franse camping aantreffen zonder Bosvruchtenhagelslag, pindakaas, Biotex, een waslijntje incl. knijpers, Sudocreme, Douwe Egberts koffie (de geavanceerden onder ons nemen het hele Senseo apparaat mee), Toetenpoetsers, drop, Andi,Dreft, Yahtzee en Scrabble.

Tijdens het boodschappen doen was het gelukkig niet zo heet (30 graden), had ik prima vervoer (lopend naar de AH en Blokker met de tweelingwagen) en verkeerden de kinderen in opperbeste stemming (Eveline heeft bij de Blokker 20 minuten in de wagen lopen dreinen om een Barbie, die ze niet kreeg. En tot mijn grote verrassing kreeg ik bij de kassa een compliment van een andere mevrouw, die blij was dat er ook nog moeders waren die grenzen stellen en zich daaraan houden. Natuuuuuuurlijk, ik wel.)

Goed, blij met het compliment, liep ik weer vrolijk terug met mijn twee kinderen, drie volle AH booschappentassen en Ventilator (even twijfelde ik om een portable airco mee te nemen, maar die paste mijns inziens helaas niet op mijn rug en ook niet bij het humeur van mijn pragmatische echtgenoot.

Die avond nog zo’n bekende IKEA kinderstoel gekocht en bij de Prenatal een inklapbuggy meegenomen. Hoewel ik me dus beperkt had tot het hoogstnoodzakelijke, viel Ronald’s mond open bij de aanblik van alle bagage. Gelukkig bleek alles prima te passen; er was immers genoeg bagage ruimte onderin de auto bij het reserve wiel.

En ja hoor, 5:30 de volgende ochtend, vertrok ons gezin naar weer een nieuwe bestemming. Compleet bepakt met thermoskan, bolletjes, vettige kippenkluiven (traditie van Ronald en mij) en hardgekookte eitjes.

Onderweg was het natuurlijk ontzettend druk; bij het invoegen twee keer bijna tegen iemand opgereden die compleet geen ruimte maakte. Ja, welkom in Nederland.
Wij hadden als regel dat wij non-stop door zouden rijden wanneer de kinderen sliepen. Dat ging 2 uur lang erg goed. Daarna werden de kinderen wakker en moest Eveline plassen (drie keer uit nood gestopt, niks gebeurd, drama omdat ze toen een Pamper om moest in de auto), gooide Simone haar spenen door de auto om er vervolgens om te gaan jammeren, idem alleen dan voor Eveline’s Zeester, moest Sleeping Beauty Barbie gepakt worden voor het vermaak, moest Simone ook een Barbie, werd er geruzied om wie welke Barbie had en eindigden we weer met de kinderliedjes CD op volle toeren.

Gelukkig konden Ronald en ik elkaar goed afwisselen achter het stuur. We waren allebei toch wel moe van al het gehannes van de drie weken daarvoor. Tussendoor stopten we zoals altijd om wat te eten en de benen te strekken. Het geheel was natuurlijk een succes; Eveline plaste uit vreugde op het picnick kleed en Simone was niet zo “into” het zitten en dus liep die achter iedere vrachtwagen en hond aan die voorbij denderde. Onze “kippenpoten” traditie viel daardoor een beetje in het water. Want lekker samen in alle rust picnicken is er met kinderen helaas niet bij. We zaten dan ook snel weer in de auto.

Omdat onze eerste bestemming Zuid-Frankrijk was, lukte het ons niet om in een keer door te rijden. Rond 17:00 stopten we bij een Formule hotel langs de snelweg. Toen Ronald één hotelkamer had genomen voor ons hele gezin, schoot ik wel even in de stress. Maar gelukkig waren de kinderen na het zwemmen in het hotelzwembad en hun kindermenu met friet en ijs toe helemaal afgepijgerd. Dus die vielen zonder problemen in dezelfde kamer in slaap. Wij vermaakten ons ondertussen onder het TL-licht in de badkamer met onze literatuur (oké, de “Voetbal International” en de “Story”, maar dat terzijde).

Aan het einde van de volgende dag kwamen we dan eindelijk aan op onze eerste camping. Van jongs af aan krijg ik altijd een beetje de zenuwen wanneer ik aankom op mijn vakantiebestemming; je moet bij aankomst zo wennen aan de hitte die er over de camping hangt aan het einde van de dag, je ziet er verfomfraaid en moe uit, dan moet je nog al je spullen uitpakken en een beetje een gezellige indruk maken op de (natuurlijk) Nederlandse buren terwijl je kinderen jengelend aan je benen hangen…
Gelukkig kregen we een gloednieuwe stacaravan toegewezen. Alle apparatuur moest zelfs nog van het plastic worden ontdaan. Heerlijk als je weet dat er geen vreemde billen op je W.C. bril hebben gezeten en dat de haren die je in het doucheputje aantreft, toch echt van jou of je vent moeten zijn. De caravan had drie slaapkamers, een ruime bad en eetkamer met keuken. Ook stonden we heerlijk in de schaduw. Kortom; ik voelde me al snel thuis. Ook de kinderen waren erg enthousiast. Ik kreeg ze dan ook niet voor 23:00 in hun bed. Maar dat schijnt volgens het Franse kinderschema heel gewoon te zijn. Tot mijn grote verdriet.

Binnen een week zat ons huidige vakantieritme er goed in. ’s Ochtends halen Ronald en Eveline twee stokbroden, croissantjes en pains au raisins. Na het ontbijt en de koffie is het tijd voor de ochtendactiviteit (lees: naar de supermarkt of naar een stadje). ’s Middags gaan Simone en ik even slapen terwijl Ronald met Eveline “Dora” kijkt. Na het slapen is het tijd om te zwemmen, gevolgd door het avondeten, het slapen van de kinderen en de quality time voor ons twee.

In het begin kon Ronald maar niet wennen aan dit nieuwe schema. Hij zat voordurend met z’n werk in z’n hoofd, keek iedere seconde naar z’n mail en naar de Nu.nl pagina. Gelukkig heeft ook hij het nieuwe ritme gevonden van een dagelijks leven met kinderen oftewel: je bent de hele dag aan het eten, schoonmaken, sussen, uitleggen, vermaken en regelen. Je bent bekaf aan het einde van de dag maar je bent tot niks gekomen. Heerlijk om dit gevoel nou eens samen te kunnen delen.

Een beetje jaloers waren we dan ook wel op onze buren. Zij hadden drie kinderen, waarvan de jongste iets ouder was dan Eveline. Na het ontbijt gingen hun kinderen lekker naar de “Kids-Club”op de camping. Dus terwijl wij de ontbijtravage nog aan het opruimen waren en de kinderen nog aangekleed moesten worden, zaten zij al heerlijk aan de koffie samen en lazen ze een boekje in de zon. Als wij naar het zwembad gingen (en dus alleen maar bij het pierenbadje bezig waren met de kinderen bij de glijbaan en in het water), lagen zij weer lekker met hun boekjes op hun ligstoelen, terwijl zij zo nu en dan eens naar hun meiden keken. Ook ’s avonds, wanneer wij druk doende waren met het hele eten-, bad- en bed- ritueel, zagen wij hun kinderen na hun veel te rustige en beheerste maaltijd weer vrolijk rondhuppelen met hun ijsje, op weg naar de tafeltennistafels. En weer, werd het kopje koffie gezet en werd het leesvoer in alle rust tevoorschijn getoverd. Enigszins jaloersmakend, maar tegelijkertijd wel een geruststelling dat ook Ronald en ik over enkele jaren zo met de kinderen op vakantie kunnen.

Het leven op een camping lijkt op het leven in een dorp. Voor minimaal een week deel je lief en leed met iedereen. In het begin doe je nog een poging om de schone schijn op te houden (“Wat zeg je liefje?” “O wil je niet slapen, dat geeft niet hoor.” “Heb je al je eten zo maar op de grond gegooid kleine boef..” “Ach, die aardbeien vlekken krijg ik er wel uit hoor.” “Nee hoor, een beetje moddervoeten in de caravan hoort erbij.”). Maar binnen no time loop je gewoon in je onderbroek naar buiten om ’s ochtends de tafel te dekken, kan iedereen meegenieten van alle gemok en gemor tijdens het eten en hoort iedereen aan hoe je je kind omkoopt of niet consequent behandelt. Eén geluk heb je, je ontdekt dat het bij de buren niet anders is.

Helaas kon Simone de slaap een paar dagen achter elkaar niet zo goed pakken. Dagenlang begon haar nachtelijke gezelligheid rond 4:30 en eindigde pas rond zo’n 6:00. Een hoop gebler ’s nachts is niet leuk voor je eigen gezin, maar het wordt nog moeilijker wanneer heel de camping kan meegenieten. Ramen dicht doen heeft bij 25 graden niet zo veel zin. Dus… kregen wij de volgende ochtend van een nabijcamperend stel (type: erg kakkineus dat denkt ondanks alle rijkdom nog heel normaal te zijn gebleven, en voor de leuke verhalen op de tennisclub thuis, lekker gaat camperen op de camping met het “gewone”volk) op vriendelijke ABN toon te horen dat wij toch zeker wel een “draak” van een kind hadden en dat het helemaal geen kwaad kan om je kind bij je in bed te nemen als het zo begint te huilen (dat je vervolgens de rest van je zomervakantie met z’n drieen in een bed ligt, daar begonnen ze niet over. Als zij hun rust maar hadden). Enfin, ik was blij toen onze geliefde “tentjes” buren vertrokken waren naar hun definitieve bestemming; een zes sterren camping, waar de W.C.s direct na het doortrekken achter hun adelijke kont worden schoongemaakt; heel gewoontjes.

Eveline zit nu in de fase dat ze graag ook vriendinnetjes wil maken. Aan de ontbijttafel roept ze tegen ieder kind dat voorbij loopt, “Hé, waar ga jij naar toe?”en “Kom eens hier”. Simone, die het erg interessant vindt, doet haar grote zus met al haar charmes na: “Haaaaaaaaaaai”. Helaas liet Eveline op onze eerste camping het buurjongetje van dezelfde leeftijd snel links liggen omdat hij niet veel te melden had. Haar oog viel natuurlijk op ieder meisje met een mooie jurk en lange haren; meisjes van een jaar of zes, die Eveline verbaal makkelijk bij kon benen maar voor wie zij in emotioneel opzicht nog veel te jong was. Bij ieder eerste contact met een potentieel vriendinnetje was Eveline dan ook erg fysiek; “Halllooooo, wat heb jij een mooie jurk aan.” (aaien over jurk, aaien over haren en een hoop knuffels geven) “Weet jij hoeveel prinsessen barbies ik heb?” “Wacht, ik zal ze even halen.” Helaas bleek bij terugkomst vaak dat het betreffende meisje al lang weer vertrokken was om te gaan spelen bij vriendinnetjes van haar eigen leeftijd.

Na enige dagen werd Eveline dan ook vriendelijk doch dwingend genegeerd. Tja, en dan breekt je hart. Het is zo moeilijk om als ouder te zien hoe je kind de harde lessen van het socialisen leert. Gelukkig had Eveline er zelf niet zo’n last van. Al werd ik door gebrek aan beter nu de hele dag Eveline’s praatpaal: “Mama, word je straks een drie met een nul?” “Zijn we nog steeds aan de onderkant van Frankrijk?” “Simone, als je nog een keer je bord laat vallen, dan pak ik het af.” “We moeten een beetje tempo maken, ik trek het niet meer”. “Ik ben niet meer aan het huilen hoor, ik doe gewoon een tijger na.” “Mama, ik heb ook een baby in mijn buik. Hij zit onder mijn nakie en mijn baby komt er straks door mijn navel uit.”

Gelukkig had ik een paar meisjes uitgenodigd om bij Eveline te komen spelen. Zo maakte ook Eveline met wat begeleiding een paar vriendinnetjes en leerde ze een beetje hoe je moet omgaan met een vriendinnetje. Het waren nog steeds meisjes die ouder waren dan zij, maar die zelf thuis de oudste waren en die dus gewend waren aan een jonger broertje of zusje.

Ook Simone krijgt de nodige aandacht al hoewel de meerderheid op het strand denkt dat ze een jongetje is. Dankzij al het buiten zijn heeft ze al goed leren lopen, hetzij letterlijk met vallen en opstaan (in week 1 had ze links een blauw oog, in week 2 zat deze rechts). Wat dat betreft is Simone zo anders dan Eveline. Eveline liep pas toen ze bijna twee was. Simone loopt nu al een tijdje maar beperkt haar taalgebruik tot het hoogstnoodzakelijke “Ui, ui, ui” (als ze perse uit de stoel moet), “Dora” en “Nahhhh”(als ze iets expres laat vallen en van mij deze reactie verwacht). Al haar overige zaken krijgt ze geregeld met een hoop vingergewijs en gepiep. Toch is het een heerlijk kind. ’s Ochtends haalt Ronald haar uit haar bedje en dan komt ze als een stokstaartje naar mij toegewaggeld; een gebruinde, lange, bijna kale dreumes met niks dan een romper aan en een speen. Echt een kind om de hele dag te knuffelen.

Op dit moment zitten we in de Dordogne. De clichés kloppen wel een beetje over deze streek. Het weer wisselt hier sneller dan in het Zuiden van Frankrijk. Soms heb je een bewolkte dag, maar regenen doet het hier gelukkig niet veel. Wij vinden de Dordogne echt een prachtige streek met hele idyllische dorpjes en boerderijen. We touren heel wat af op zoek naar ons toekomstige droomhuisje…ooit.

Ook de kinderen vermaken zich hier prima. We zijn met ze naar Dinoland en een soort van Apenheul (“Aaaaph, Aaaaaph” zou Simone zeggen) geweest. Ook zijn we met een treintje door de heuvels gereden, hebben we met het hele dorp aan lange tafels geBBQ-ed met op de achtergrond een typisch Franse band en hebben we met de hele camping eend gegeten. Die laatste activiteit eindigde die avond enigszins in een drama toen ik met de kinderen alvast naar ons huisje was gegaan. Tijdens ons pyama-aantrek-ritueel bleek dat Simone 40,2 graden koorts had. Terwijl ik me helemaal om Simone bekommerde, viel Eveline uit het raam van ons huisje. Kortom, herrie alom. Gelukkig ken je op zo’n camping iedereen, dus de buurvrouw kon Ronald even voor me ophalen.

De dagen erna stonden in het teken van het ziek zijn van Simone. Ronald voelde zich enorm verantwoordelijk en week geen seconde van haar bedje. Internet was dan ook een handige bron voor de nodige medische informatie. Toch fijn als je een man hebt met de nodige kennis en bezorgdheid. Mijn stress om Simone was daardoor minder heftig.
Toen Simone vier dagen achter elkaar zo’n 40 graden koorts had, zijn we toch maar naar de huisarts gegaan. Het huisartsensysteem loopt hier zo’n 20 jaar achter op dat van ons.De huisarts heeft gewoon een praktijk aan huis en onderling regelen ze een soort van waarneming in het weekend. Primitief, maar het systeem van “ons kent ons” werkt wel. Eén telefoontje en je wordt (zoals bij ons op een Zondag) meteen doorverwezen naar de betreffende dienstdoende huisarts.

In samenwerking met de nodige medicatie is Simone inmiddels beter. Ze werkt haar macaroni weer met haar handen naar binnen alsof haar leven ervan af hangt en tegen een chocolade koekje, banaan of Cornetto zegt zij geen nee.

Wij zijn happy, uitgeslapen en kunnen weer het nodige ondernemen. Da’s toch heel wat beter dan de hele dag binnen zitten en mee te luisteren terwijl Ronald het ene na het andere boekje aan de kinderen voorleest (in het bekakte Engels, op z’n Jambers, op z’n Bosch en op z’n ranzigs).

Morgen staat er op het programma een bezoekje aan de grotten met ’s avonds een Paella avond.

Nee, wij mogen niet klagen!

05 juli 2009

Ieder einde kent een nieuw begin

Het is alweer een dikke maand geleden sinds mijn laatste blog. De hoogste tijd dus voor een update. Aangezien we inmiddels weer naar Nederland zijn teruggekeerd, is een blog bijhouden niet meer zo noodzakelijk. Toch heb ik besloten ermee door te gaan zodat ik tenminste nog eens wat anders te doen heb dan huisvrouw zijn. En het voorkomt dat ik over een paar maanden aan Ronald moet vragen: “Hij reed” is dat met een “d” of een “t”?

Goed, een update. De afgelopen weken waren zo ongelooflijk druk, dat ik bijna niet weet waar te beginnen.

Het afscheid nemen van Canada was best pittig. Een week voor ons vertrek hadden we een Goodbye feestje voor Ronald’s collega’s. Leverde in huize Pennings natuurlijk de nodige stress op. En wanneer Ronald stress heeft,kan je voor ieders gemak maar beter uit de buurt blijven. Dus die middag ben ik maar met de kinderen de hort op gegaan en kwam pas om 17:00 uur thuis. Tot groot verdriet van Ronald, want die had de auto nodig, blijkbaar voor ALLES. En omdat hij niks kon ondernemen, had hij de was maar opgevouwen. Out of all things… of te wel… nog een uur te gaan en al het eten moest nog voorbereid worden en quasi “casual” (maar toch tot in de puntjes voorbereid) op tafel worden gezet. Gelukkig kwamen Tracy en Joanne eerder dan verwacht. In Nederland moet je daar niet aan denken, maar in Canada zijn “vroegkomers”ideaal, want ze doen het prima als oppas, kok of kelner. Ons feestje was dan ook een succes.

Gelukkig maar, want dat stemde mij optimistisch voor ons tweede feestje. Namelijk het kinderfeestje voor Eveline en haar vriendinnetje Emma. En het is ook een echt (laat ik maar zeggen “Typisch Amerikaans”) feestje geworden. Je kent het wel: een “icing” taart met prinsessen, een kamer vol roze heliumballonnen, kilo’s kadootjes verpakt in grote fleurige plastic kadotassen en een verantwoorde “activity” voor de kinderen.) Terugkijkend kan ik best trots zijn op het resultaat. Aan het einde van de dag waren alle peuters bekaf, tot grote vreugde van de papa’s en mama’s. Eveline vond het allemaal prima, ze had een “Sneeuwwitje” barbie gekregen van Karin. Al hadden we K3 uitgenodigd, niks kon meer toppen aan dit kado.

De daarop volgende week stond voornamelijk in het teken van inpakken en afscheidsetentjes aflopen. Overdag was ik met de kinderen en de andere moeders bezig alsof er niks zou veranderen. ’s Avonds zijn we tot laat doorgegaan met onderhandelen over wat wel en wat niet meekon.

En zo werd het vanzelf 8 juni.

Het weer was die dag prachtig. Voor de allerlaatste keer had ik met Mara, Rhian en de kinderen in Public Gardens afgesproken. Oprah Winfrey zou dit bezoek een “full circle” moment hebben genoemd, omdat ons verhaal in Canada eindigde waar het bijna precies een jaar geleden begon… bij het ijssallonnetje in Public Gardens. En zo zat ik met mijn vriendinnen te keuvelen en ijs te eten alsof ik zo nog jaren door zou gaan. Toch werd het gewoon half vijf en moest ik echt beginnen aan mijn laatste wandeltocht terug naar huis. Met moeite heb ik afscheid genomen van Mara en met name Rhian. Het afgelopen jaar is er geen doordeweekse dag voorbij gegaan zonder haar en de kinderen. Wat zal ik ze missen.

Goed, de trein moest verder. Koffers gepakt, snel een gezonde prak gegeten met de kinderen en daarna met de “truck” van Ezra plus de auto van Joanne met een ondergaande zon op de achtergrond naar het vliegveld gereden. Eenmaal op het vliegveld aangekomen, bleken we toch wat “overgewicht” te hebben met onze koffers… zeg maar 500 dollar aan overgewicht. Een koffer was zelfs zo zwaar dat hij eigenlijk niet meer mee mocht. Tja.. en daar sta je dan. Ik kon moeilijk een koffer mee teruggeven aan Tracy. Achteraf gezien hadden we dat misschien wel moeten doen. Een hoop kinderkleding zullen we nooit meer nodig hebben, blijkt nu. Maar daarover meer aan het einde van mijn verhaal.

Dus… 500 dollar lichter vertrokken we naar Nederland; een emotionele Tracy achterlatend. Gelukkig verliepen beide vluchten prima. De kinderen sliepen vrijwel meteen en (voor mij nog belangrijker) er was geen turbulentie. Desondanks heb ik geen oog dichtgedaan. Ik zat nog vol adrenaline van al het geregel in Canada, het afscheid en het naderende welkom in Nederland.

Dat laatste was natuurlijk erg leuk. Even was ik bang dat die vent van “Hello, Goodbye” bij de uitgang op ons zou staan te wachten. Had voor de zekerheid een verhaaltje voorbereid en Eveline een leuke jurk aan getrokken.. je weet zo maar nooit he. Maar gelukkig, niets van dat alles. Wel stonden er een juichende papa, mama, schoonmama, Lambert en Jasper op ons te wachten zodra we bij de bagagehal aankwamen. Dat gaf me wel weer een goed gevoel, eindelijk weer thuis op Nederlandse bodem. Je zou bijna denken dat de tijd had stilgestaan. Maar dat bleek toch niet helemaal waar.

Je merkt dat een jaartje buitenland toch invloed heeft op de manier waarop je denkt en doet. Zo viel het me meteen op dat iedereen voor de “exit” hal bij Schiphol liep te duwen en te trekken. In Canada zouden ze voor mij en de tweelingwagen meteen een weg hebben vrijgemaakt. In Nederland keek iedereen me chagrijnig aan, met zo’n gezicht van, “Als je het waagt om met die koterwagen voor te dringen”. Ook op de snelweg terug naar huis heb ik voortdurend een schietgebed geslagen. Ineens viel het me op hoe ongelooflijk druk en gestresst het op de Nederlandse wegen is. Al dat gewissel van autobaan, al dat invoegen,filerijden en geprop. Ik was blij dat we weer levend uit de auto stapten.

Die middag was het een gezellige Nederlandse sfeer met bruidstaart (het was natuurlijk wel onze trouwdag) met koffie. Gevolgd door kaasjes, wijn, kadootjes en veel bezoek. De kinderen waren door alle aandacht en veranderingen aan het einde van de dag helemaal van slag. Die nacht was dan ook pittig maar na 1,5 uur huilen gaf ook Simone zich in haar nieuwe tijdelijke bed gewonnen. En geef haar eens ongelijk. Slechts 8 weken van haar leventje tot dusver had zij in Nederland doorgebracht.

De dag erna vertrok Ronald alweer voor congres naar Zweden en was ik met de kinderen. Overdag was m’n moeder gelukkig ook thuis, dus die kon veel helpen, totdat Ronald weer terug was. Daarna volgden een drietal hectische weken vol sociale happenings en veel geregel voor onze terugkomst zoals; een paar dagen Antwerpen met Iljoesja (zeer geslaagd op de gekke “alien” film van Nicolas Cage na), 60 jarig jubileum van m’n opa en oma (ook prima feest, helaas zonder burgemeester want die poespas wilden m’n opa en oma niet), 2 huwelijksfeesten ( beide zeer geslaagd, zeker omdat we eindelijk weer eens met z’n tweeen waren en op locatie bleven overnachten),afstuderen van m’n broertje met etentje (leuk om te zien wat hij nou precies had gestudeerd en hoe hij z’n mentor z’n “mattie” had genoemd. “Some things never change”), bezoekjes met vrienden (leuk om te horen dat er toch weer een behoorlijke hoeveelheid vrienden zwanger is) en de verjaardag van Eveline (ja mensen, dit keer haar echte verjaardag. Dat natuurlijk ook weer gevierd moest worden met taart, slingers, kadoos en een bezoekje aan de dierentuin.) Tussen de bedrijven door nog twee keer naar Roosendaal op en neer gereden voor de auto, die na een maand in Nederland te hebben gestaan, nog steeds niet door alle keuringen heen was. Het is een wonder dat we dat ding nog op tijd voor onze vakantie hebben meegekregen.

Natuurlijk ook nog andere wissewasjes: wijzigen tijdelijk adres, inschrijven bij gemeente (tijdelijk zijn we inwoners van Den Bosch), regelen ziektekosten-, reis- en opstalverzekering en alles tig keer verifieren en nog eens aangetekend opsturen.
Tot slot… eindelijk… de koffers gepakt voor onze vakantie. Nederland was leuk, maar na 3 weken begint het toch weer te kriebelen he. Vandaar dat we nu inmiddels alweer twee dagen met onze kont in Frankrijk zitten. En daar zullen we de komende zes weken blijven. Nog even een gezins intermezzo voordat het echte werk in Nederland weer zal beginnen.

Een periode waarin veel weer zal terugkeren naar hoe het was en toch ook een periode die volstaat met verandering. Ieder einde kent zeker een nieuw begin; een nieuwe baan, een nieuw huis en last but not least …. Nieuw Leven. Want ja, het is echt waar.Eindelijk kan ik het grote nieuws bekend maken.

Eveline en Simone krijgen er (als alles weer goed verloopt) eind November een broertje bij!!!

24 mei 2009

Home is where the heart is

Het is hier nu negen uur ’s avonds, de kinderen liggen op bed (Simone hoor ik nog murmelen, maar die zal het na een paar minuten wel opgeven, ondanks dat het buiten 25 graden is en ze noodgedwongen toch nog in haar winterslaapzak ligt), Ronald is terug naar de BBQ van David en Tracy en ik heb eindelijk de tijd om in het schemer een blog te schrijven.

Vreemd hoe het weer van winters omgeslagen is in hartje zomer. Alle bomen staan in bloei en de tulpen en krokussen (ja, het is heus) komen tevoorschijn. De straat waar wij wonen ziet er weer uit alsof je je in Wassenaar bevindt, overal hangt de geur van BBQ en je ziet weer joggende studenten en kinderwagens voorbij komen. De boulevard zit vol touristen, de cruiseboten liggen weer in de haven en de kraampjes voor bus en boottours zijn open. Kortom,Halifax is weer net zo mooi en gezellig als toen we hier vorig jaar aankwamen.

Al het idyllische om me heen maakt het wel moeilijker om te erkennen dat ons verblijf er over 2,5 week toch echt op zit. Wat dat betreft zou vertrekken makkelijker zijn wanneer het hartje winter was. Al hoewel, het zou hoe dan ook niet mee zijn gevallen. Kijk, ik vind het heerlijk om straks weer thuis te zijn; om alle familie en vrienden dichtbij te hebben, om mee te doen met alle feestjes en roddels en om weer wat vastigheid op te bouwen. Toch zal ik Halifax ook missen. Ik heb hier in korte tijd zo veel vriendelijke mensen ontmoet. Geen moment heb ik een gevoel van eenzaamheid gekend of gedacht dat mensen de investering in een vriendschap met mij niet de moeite waard vonden omdat we hier maar een jaartje zouden zijn.

Vanmiddag ben ik met de kinderen naar mijn afgscheidslunch geweest bij Mary. Het clubje vrijwilligers wilde mij bedanken voor mijn bijdrage aan het vrijwilligerswerk (lees: ik heb eigenlijk alleen maar veel geouwehoerd). Ze hadden samen een veel te uitgebreide lunch gemaakt met als toetje een lading aan kadootjes. Ik voelde me bijna opgelaten, maar hier zijn dit soort “Going Away” get togethers de normaalste zaak van de wereld. Gewoon iets wat je hoort te doen voor mensen die de moeite nemen om tijdelijk in jouw land te komen wonen. Dat is in Nederland wel anders.

Vanavond had Tracy het spontane idee om bij haar thuis te gaan BBQ’en. Dus ik naar de supermarkt voor een salade en vlees. Zij naar de pomp voor een nieuw gasfles voor onder de BBQ. Vervolgens de kinderen in de tuin neergezet om de spetteren met water en zand. Daarna belde Tracy haar man op dat die meteen naar huis moest komen, klaar uit. O ja, en of David gelijk ook even Ronald bij z’n kladden kon grijpen (lees: David is Ronald’s baas). Het was een gezellige avond. Tijdens het BBQ’en liepen er nog meer vrienden in en uit om wat van de BBQ mee te pakken. Heel relaxed. Vooral ook omdat David en Tracy een huis hebben a la Oprah Winfrey met een hele grote gezellige eetkeuken die uitmondt in de tuin.

Ik denk dat dit weekend ons laatst relaxte weekend wordt voor ons vertrek. Volgend weekend moeten we namelijk twee afscheidsfeestjes organiseren. Een BBQ op Zaterdagavond voor Ronald’s collega’s en een kinderfeestje voor Eveline Zondagmiddag. Gelukkig viert Eveline haar feestje met Emma die ook 3 wordt. De feestvreugde zal plaatsvinden in Emma’s huis. (Nog zoiets: In Canada is het geen probleem wanneer je een kinderfeestje gewoon deelt met een ander kind). Dus dat wordt flink zeulen met pakketten vlees en bier. En dat alles zonder auto of fiets.
Het afgelopen weekend zijn we voor het laatst bij Peggy’s Cove geweest en hebben we alvast afscheid genomen van onze vertrouwde vuurtoren. Astrid en Wilfred waren een paar dagen bij ons en die hadden een minivan gehuurd. Dus we hebben twee dagen gezellig met z’n zessen in de auto gezeten. Eveline vond het fantastisch en had grote verhalen, deels in het Engels en deel s in het Nederlands (“Once there was a princess and her name was Cinderella. She was not happy because she had to nap. But then kwam prins charming. And he redde haar.” “Wilfred, you want not eat?” “Mama, je zit echt ontzettend in de weg.” “Ik ben geen gekkie ik ben een princess, want mijn haar zit leuk en ik heb een jurk aan.” “Kijk, mama, jij hebt een cornflake (=moedervlek) in je nek!” “Weet jij hoe ik in het boek kan jumpen? Want dan zorg ik ervoor dat de papa van Simba weer levend wordt.” “I want more milk in my beker.”)

Eigenlijk is het best grappig, net wanneer je denkt dat je een zeer volwassen peuter hebt, gebeurt er wel iets waardoor je weer weet, “O ja, ze is nog niet zo groot”. Zo stond ik na ons auto avontuur met Astrid in de supermarkt bij de “10 item” kassa. Het was druk. Situatie: Simone in de boodschappenkar, Eveline naast de kar bij het snoep dat voor het grijpen ligt, draagzak op m’n rug en een lange wachtrij. Nadat ik per ongeluk met de rugtas een hele ladig flyers van de railling had afgeveegd, gilde Eveline door de supermarkt “Ik moet poepen. Ik moet NU POEPEN” (Geschiedenis: we hadden in de supermarkt al een poging gedaan tot het laatst genoemde, echter zonder succes. Afstand kassa tot W.C. in mega supermarkt zo’n 2 km = niet haalbaar). Dus… ik doe wat iedere nuchtere Nederlandse moeder zou doen. Gewoon hopla proek naar beneden en pamper om. En daarna met dezelfde ongewassen handen alle boodschappen op de lopende band gelegd. Wat je ook “flikt”, Canadezen vinden het “inappropriate” om ergens wat van te zeggen. (Overigens heb ik op het gebied van zindelijkheid niets te klagen met Eveline. Die had gewoon zelf op een dag besloten dat ze zonder pamper verder ging. Ook ’s nachts komt ze uit haar bed om te plassen… Heb ik eindelijk ook eens iets om irritant over op te scheppen. “ O nee hoor, die van mij ging gewoon op de pot zitten en hupla klaar was kees.” Het enige vervelende is dat Eveline “nummer 2” dus vaak op de meest vervelende plekken acuut moet doen. Echt een kind van haar vader zeg maar. )

Eigenlijk bedenk ik me nu dat ik vooral over Eveline praat en dat Simone vaak wat achterwege blijft. Dat komt denk ik omdat Simone een hele zoete baby is geweest het afgelopen jaar; altijd goedgehumeurd met een glimlach voor iedereen. Maar daar is sinds haar eerste verjaardag een behoorlijke verandering in gekomen. Simone begint de streken van Eveline al aardig onder de knie te krijgen. Zo moet Simone altijd precies dat speelgoed hebben waar Eveline mee bezig is. En om haar zus op stang te jagen, pakt ze meestal barbie Cinderella en schuift vervolgens op haar billen zo snel mogelijk langs Eveline… gewoon om een reactie te krijgen. Hetzelfde geldt voor drinkbekers. Ook de platencollectie en het porceleinen servies van Marie (de eigenaar van dit huis)hebben al meermaals een optetter gehad van onze nieuwsgierige aap. ( of eigenlijk in Eveline’s woorden: “Kijk mama, onze kleine dappere meid.” (=DVD “De Kleine Zeemeermin II”) Toch is het ook zo vertederend om te zien hoe geboeid Simone kan zijn van simpele dingen zoals een hond die voorbij loopt of een papagaai in het museum (= trappelende voeten en een wijzend vingertje “Die… die, die!”). En zelfs wanneer beide meiden de grote plantenbak van aarde hebben ontdaan en de hele hal vol modder en takjes ligt wanneer ik van de W.C. kom, dan kan ik bijna niet boos zijn omdat ze samen zo’n plezier hebben.

Gisteren hadden Ronald en ik de film “The Curious Case of Benjamin Button” gehuurd. Echt een aandoenlijke film waardoor je weer even weet hoe bijzonder je leven is en hoe niets voor altijd hetzelfde blijft. Ons avontuur in Canada zal over 2,5 week een herinnering zijn. Een ervaring waar wij nog lang met plezier aan terug zullen denken en die wij iedereen kunnen aanraden.

29 april 2009

Leve de Koningin!

Op moment van dit schrijven liggen jullie in Nederland lekker op een oor. Of misschien nog niet en staan sommigen van jullie vrolijk in de kroeg mee te lallen op het nieuwste nummer van Frans Bauer. Bij jullie is het morgen Koninginnedag (o ja, en de verjaardag van mijn moeder, toeval kan dat niet zijn) en ondertussen zal het hier in Canada een dag zijn zoals alle andere normale werkdagen; Ronald's wekker gaat af, Ronald maakt veel te veel herrie met het pakken van zijn kleren, hij is de slaapkamer nog niet uit op weg naar badkamer of ik hoor Simone jammeren, hmmmmm 6:20 en onze dag is weer begonnen. Ach ja, wij zullen volgende maand ongetwijfeld ook weer iets te vieren hebben hoor. Alleen pakken de Canadezen het qua feestdagen net iets praktischer aan. In Canada zijn de feestdagen zo over het jaar verspreid dat je bijna elke maand een vrije dag hebt. Ik geloof dat we alleen in Februari geen vrij hebben gehad. En qua inhoud geven de Canadezen ook meer "schwung" aan de rede van het vrij zijn. De meeste feestdagen in Canada staan in het teken van de liefde voor het vaderland en niet zo zeer in het teken van een geloof. Ik bedoel laten we wel wezen, in Nederland vieren we tweede Pinksterdag. Ik denk dat drie kwart van de Nederlanders niet eens weet wat Pinksteren uberhaupt inhoud, dus om daar nu twee vrije dagen voor in te lassen ... dat had zelfs van Jezus niet gehoeven, lijkt mij.

Maar goed, ondertussen zit ik morgen zonder wapperende vlag en tompoes aan de koffie. Hoewel ik de laatste dagen echt niks te klagen heb hoor. We zijn de afgelopen week iedere dag door een strakblauwe lucht verwelkomd. Strakblauw betekent in Canada alleen veel zon, maar dat kan met een temperatuur van 27 graden gepaard gaan (zoals gisteren) of met een temperatuur van 13 graden (zoals vandaag). En dan kan het nog zo warm zijn in de tuin, aan zee is het bij een verkeerde wind zo'n 10 graden kouder. Dus... als je dan een middagje naar het strand gaat, neem je mee: zonnebrand en badpak, maar ook, winterjack, maillot en warme trui. Welcome to Canada.

Nog zo'n verschil met Nederland is hoe dwangneurotisch iedereen hier bezig is met het milieu. Misschien heb ik een vertekend beeld hoor, omdat ik me in de "gegoede kringen" van de Canadese society bevind en gaat het er aan de andere kant van de stad heel anders aan toe. Ieder huishouden heeft hier een grote groene klikobak en twee grijze afvalemmers voor buiten. Voor binnen is er een kleine variant van de grote groene klikobak, een emmer voor de plastic zakjes, een afvalemmer, een emmer voor het glas, een emmer voor "the tin cans", een emmer voor alle plastic flesjes en verpakkingen en tot slot nog een emmer voor het oud papier. Al het afval dat "ge-recycled" kan worden, wordt iedere week op maandag opgehaald. Om beurten wordt tevens ofwel de klikobak gedaan ofwel het gewone afval. Je kan je dus voorstellen dat het best gezellig is bij ons in de keuken ... met 6 afvalemmers zeg maar.

Ik hoor jullie weer denken ... "Goh, wat goed van die Canadezen, dat ze zo met het milieu bezig zijn ..." Ja, ze zijn er inderdaad erg mee bezig, ware het niet dat de helft van alles dat hier door de burgers ge-recycled moet worden, niet in eens in productie gebracht had moeten worden. Neem nou een pak met koekjes. In Nederland zou je een doosje met zo'n 12 koekjes krijgen. Oke, de boel zit wel verpakt in commercieel en blinkend papier, maar dat is tegenwoordig onvermijdelijk. Diezelfde 12 koekjes zijn in Canada ieder apart in plastic verpakt (zodat je ook wel eens een biscuitje als snack mee kan nemen naar je werk, zeg maar. Ze zien je in Nederland al aankomen.). Alle koekjes zitten in een verhard plastic doosje, dat doosje is in plastic verpakt en om die verpakking heen zit de commerciele verpakking. Dan... kom je bij de kassa en wordt het doosje koekjes in een plastic tas gehesen. En nee ... in de plastic tas mogen niet te veel andere produkten, want anders breken de koekjes misschien en dat is niet leuk voor "our valued customer". Maar vol trots staat er op de zijkant van de "recycle" wagen "Thanks for helping us save X million trees last year".

Een goede vriendin van mij hier heeft geen auto. Zij vindt een auto te belastend voor het milieu. Bovendien werken zowel zij als haar man in de stad en is een auto ook nergens voor nodig. (Nou, hartstikke goed toch? Ja, dacht ik ook. Maar nu komt het) Aangezien het in Halifax in de winter geen uitzondering is dat de stoepjes bedekt liggen met een pak sneeuw van een meter, dat het kwik er dan niet verder oploopt dan -5 en dat een poging om desondanks toch te gaan lopen, binnen twee passen eindigt met een smak op je giechel zal je toch moeten kiezen voor a. het openbaar vervoer (best een milieuvriendelijke optie, ware het niet dat het openbaar vervoer in Canada s'winters niet zo "openbaar" is. Oftewel ... misschien komt er 's een keertje een bus langs, maar misschien ook niet) of b. de AUTO. En aangezien mijn vriendin geen auto heeft, wordt de taxi gebeld. En dus pendelt zij s'winters minimaal drie werkdagen per week heen en weer van werk naar huis in een taxi die verre van milieuvriendelijk is. Kijk, koop dan een auto die erom bekend staat rekening te houden met het groen in de wereld.

Verder is de eigenares van ons huis ook zo'n groene hippie. Alles moet gedaan worden met produkten van "The seventh generation". Nou ben ik hartstikke voor milieuvriendelijke produkten en dat ze twee keer zo duur zijn dan gemiddeld daar wil ik ook best nog wel overheen stappen. Maaaaaaar.... dan moeten die produkten wel hun werk doen. De zeep van the seventh generation krijg ik niet van mijn handen gewassen met water (het wordt een soort van bodylotion die ik de hele dag op m'n handen zie zitten). Het wasmiddel haalt de vlekken niet uit de kleren van de kinderen. Met als gevolg dat ik die kleren soms twee keer was met alle waterverspilling van dien. En de vloeistof uit de "Groene" "W.C. eend" blijft eeuwig in de toiletpot hangen en laat een weeige geur achter. Zeg maar zo, dat je na een schoonmaakbeurt op de W.C. zit en je afvraagt wat voor ellendigs je voorganger ervan gemaakt heeft. Nee, voor de hygiene, kies ik dan toch maar de commerciele variant.

En trouwens, over hygiene gesproken. De Varkensgriep heeft zich inmiddels ook verspreid naar Canada. Drie besmette studenten wonen op nog geen uur rijden bij ons vandaan. Ronald checkt nu iedere avond alle nieuwste informatie. Ik word er ondertussen ook een beetje zenuwachtig van. Hoewel de griep variant in Canada milder schijnt te zijn dan de variant in Mexico, lijkt het me echt verschrikkelijk om het te krijgen. In het ziekenhuis hier is al een protocol opgesteld, hoe artsen om moeten gaan met patienten die griepverschijnselen vertonen. Ronald en ik bespreken ook mogelijke rampscenario's. Wat doen we als Ronald iets oploopt? Wanneer mag ik niet meer met de thuisblijfmoeders en bijbehorende kinderen op stap? Of te wel, wanneer moet ik 24/7 met de kinderen in huis en in de tuin rondhangen? Weet eerlijk gezegd niet welk scenario erger is. Het thuis doelloos rondhangen of de griep krijgen ; ) Tegelijkertijd hoop ik maar dat het vliegverkeer gewoon door blijft gaan de komende maanden en ik hoop maar dat onze vakantie van 6 weken in Frankrijk door gaat. Kan me alleen voorstellen dat als deze griep tot Pandemie wordt uitgeroepen, geen mens er meer op zit te wachten om gezellig met 2000 andere zonverbrande Nederlanders hutje op mutje te zitten op een camping.

Nou ja, voorlopig hou ik het maar bij m'n handen veelvuldig ontsmetten. Iets wat me dankzij de (helaas niet milieuvriendelijke) allesontsmetter prima zal lukken.

15 april 2009

Een mens lijdt het meest, onder het vrezen dat hij vreest.

Het is inmiddels alweer schandalig lang geleden sinds mijn laastste blog. De afgelopen weken zijn gewoon zo druk geweest, dat ik er de fut niet meer voor had ’om ’s avonds wat te schrijven. Ik weet het, ik weet het, ik hoor jullie denken: “Hmmm, een weekje je moeder, een weekje je zusje, een weekje vakantie in Florida en dan nog eens een weekje je schoonfamilie “… tutuut die heeft het inderdaad zwaar hoor. En het klopt dat de afgelopen weken gevuld waren met veel vertier maar voor mij stonden de afgelopen weken ook in het teken van inpakken, uitpakken, schoonmaken, opruimen, het huis gezellig maken (en net doen alsof wij altijd gezellige gele bloempjes op de eettafel hebben staan, met bijpassend tafelkleed en glazen paaseieren, geheel in thema) en alle standaard toeristische attracties afstruinen. Best leuk dus, maar ook vermoeiend.

Daar komt bij dat ik het hele paasweekend geveld werd door een of ander virus (een leuk overblijfseltje van het kinderfeestje van Simone, waarbij een kind ziek op het feestje bleef en zodoende de helft van de aanwezigen heeft aangestoken). Het komt erop neer dat ik tijdens Pasen met name op de W.C. zat en de hele dag verlangde naar m’n bed. Moet bekennen dat ik Nederland toen wel gemist heb; zeker tijdens het skypen. Dat het in Nederland zo’n mooi weer was tijdens Goede Vrijdag en dat de Paasbrunch met de hele familie zo gezellig was. Dat het pasteitje zo lekker was en dat de roerei met verse zalm weer smakelijk naar binnen ging. Tja, Ronald had onze Paastafel maar gedaan dit jaar, aangezien ik voornamelijk in m’n bed lag. Dus, hartig voor op de boterham nog voorverpakt op tafel, evenals de melkfles en de boter. Nee voor ons geen gekleurde eieren en het welbekende boterkipje van de Albert Heijn. En om het geheel nog leuker te maken, hagelde het alle dagen bij een temperatuur van 7 graden. Ach ja, eens moet je het een keer hebben meegemaakt. Dat je een belangrijke feestdag gewoon niet viert. Zo van: met Oud en Nieuw ga ik lekker in m’n bed liggen, dan waait het vanzelf over. En dan ben je erg trots op het feit dat je het ook echt hebt gedaan, NIKS, maar je weet wel zeker dat die feestdag het jaar daarop gewoon weer gevierd wordt. Ondanks alle stress, geld, tijd, energie en gekibbel. Niks is ook maar niks.

Goed, onze vakantie naar Florida.

Dagen voor ons vertrek zat ik al inwendig in de stress vanwege de vliegrit naar onze vakantiebestemming. Gelukkig hadden we een rechtstreekse vlucht naar Orlando geboekt om de stress van overstappen te verminderen. Helaas maakte dat mijn “voorpret”er niet minder om. Om m’n angsten wat weg te nemen had ik internet natuurlijk volledig afgestruind. Zo van: Hoe kwam het dat dat vliegtuig toen in de Hudson river terecht kwam? En wat ging er mis met het vliegtuig van Turkish Airways op Schiphol? Zo ben ik erachter gekomen dat je in een vliegtuig het beste achterin kan zitten. Hoe verder achterin, hoe groter je overlevingskansen (bij een crash zijn de “Bussiness Class” vliegers dus het eerste de klos.Tja, er zijn blijkbaar zaken die je niet met geld kan afkopen). Daarnaast heb je een grotere kans om een crash te overleven als je niet verder dan 2 rijen van de “emergency exit”verwijderd bent en als je aan het gangpad zit en niet bij het raam (goh, wie had dat nou ooit gedacht…) Mijn dank was dan ook groot toen bleek dat ons gezinnetje drie stoelen helemaal achterin het vliegtuig toegewezen kreeg. Zeg maar, op schoot bij de stewardessen; voor zowel mij als Ronald, een prettige gedachte.

In de drie uren voor ons vertrek (jaja, je wilt naar Amerika of je wilt het niet … papiertje zus, documentje zo ….. Wat gaat u doen in Orlando, met uw twee kleine kinderen in Disneyshirt? U komt uit Nederland, wat doet u dan in Canada en ….waarom juist Amerika? (Nou, omdat jullie land zo fantastisch is aangezien jullie de hele wereld in een diepe crisis hebben gestort en ik waarschijnlijk tot sint juttemus een thuisblijfmoeder moet zijn omdat er geen baan meer te bekennen is… daarom)… nog weer even een bewijsje, vingerafdruk en iris scan. Ondertussen had Eveline in haar broek geplast. Die liep dus soppend en dreinend met ons mee. Simone wilde absoluut niet meer stil zitten in de wagen en mijn paniek voor het vliegen sloeg op m’n darmen … kortom… een hoop “stront aan de knikker” maar gelukkig … 5 minuten voor het boarden, stonden we bij de gate)…

sorry voor het lange (blablabla) intermezzo…

In de drie uren voor ons vertrek … ben ik vooral bezig geweest met: wie van ons nou precies waar moest gaan zitten. Uiteindelijk eindigde ik bij het gangpad, Eveline in het midden en Ronald met Simone bij het raam. (Technisch gezien eigenlijk niet zo’n goed idee, want in tijden van nood, kan Ronald beter bij het gangpad zitten. Hij is namelijk sterk genoeg om voor ons allevier een weg vrij te maken naar de nooduitgang. O ja, en dat brengt mij bij nog een tip: kijk altijd goed welke hoogbejaarde, hoogzwangere of geheel in kindertoelie bepakte medepassagiers er allemaal een rij voor en achter je zitten. Met hun in het gangpad (of nog erger) bij de deur van de nooduitgang, ga je de oorlog niet redden. Altijd belangrijk om mee te nemen in je overlevingplan. O ja, en dan nog iets, je moet de deur van de nooduitgang naar buiten duwen. Dat wist een man niet van de Hudson River crash. Kijk, dat zal jou dus niet meer overkomen!)

Helaas zat ons vliegtuig dus vol met vrolijke gezinnen met heel veel babies en peuters. Slecht voor de overlevingskansen dus. Maar aangezien wij vluchtnummer 909 hadden (als in 2 keer het geluksgetal 9 ieder bestaande uit het resultaat van 3 x 3) kon ik de negatieve kansen wegstrepen tegen de positieve kansen. En gelukkig had ik ook nog het aantal vluchten bekeken die die dag vanuit Halifax op weg waren naar Newark in New York. Gelukkig genoeg om mij ervan te overtuigen dat een vliegtuigkaper niet met ons vliegtuig van plan was de Empire State Building of de Statue of Liberty te raken. Tenzij … tenzij een lullig vliegtuig naar Orlando vanuit een lullige stad als Halifax juist een goede wolf in schaapskleren was voor een "master" kapings plan. Of te wel … welkom in het hoofd van een dwangneuroot met vliegangst.

Goed, natuurlijk hebben we de vliegrit prima overleefd; Ronald lekker bezig met de kinderen, ik vooral met mezelf en met het geestelijk meebesturen van het vliegtuig. Veel tijd om te praten met Ronald had ik niet, ik moest me concentreren. Helaas hadden we veel turbulentie en moesten de riemen gedurende de hele vlucht vast blijven. Nou… zie dat maar eens uit te leggen aan een dreumes en een peuter. Het landen was een drama, dacht bijna dat we via de zijkant van het vliegtuig over de grond tot stilstaan zouden komen. (Echt weer zo’n proefpiloot, studentje tut … die alles mag leren tijdens zo’n stompzinnig vluchtje naar Orlando. "U wilt via de zijkant landen? Nou, probeer het maar eens, kijk maar eens hoe u dat ervaart. Zo komt u als piloot vanzelf tot uw preferente landingsmanoeuvre.")

Enfin, nadat ik de vloer had gekust van dankbaarheid dat we nog leefden, kon onze vakantie eindelijk beginnen. En inderdaad, na drie uur in de rij te hebben gestaan voor onze huurauto (het was “Springbreak” dus tel uit je winst m.b.t. het huren van een auto) met als hakkefietje het feit dat “er geen kinderzitjes meer over waren, ondanks dat we die wel gehuurd hadden, risico, hoort erbij, stond in de kleine lettertjes”(Ronald de manager erbij geroepen en hopla, probleem opgelost) waren we om 21:00 ’s avonds dan eindelijk op weg naar ons verblijf. De temperatuur buiten was heerlijk (25 graden), overal zag je palmbomen en we gleden op 6 baans snelwegen gemakkelijk naar ons appartement toe.

Die week hebben we ons prima vermaakt. De eerste dagen lagen we voornamelijk aan het zwembad. Daarna zijn we een dagje naar The Magic Kingdom geweest en naar Sea World. We hebben ons in beide parken prima vermaakt. Helaas hebben we van beide parken niet meer dan 15% gezien. Toch was het zeker de moeite waard. Eveline is op de foto geweest met alle prinsessen, we hebben in ritjes gezeten van Dumbo, Sneeuwwitje en It’s a small world. Ook was er in beide parken een waterspeeltuin met een hoop fonteintjes. Eigenlijk vonden de kinderen dat nog het allerleukste.

Natuurlijk hebben we in Sea World ook Shamu de reuze orka gezien in een spectaculaire show. De show werd gesponsoord door de US marine corps. En dat hebben we natuurlijk geweten. Vooraf werden alle voormalig en huidig actieve militaire aanwezigen gevraagd om op te staan. Zij kregen een staande ovatie van de gehele arena. Daarnaast gingen ze verder op de “emo”tour met verhalen over hoe belangrijk het is om goed voor deze wereld te zorgen, zodat ook komende generaties met heel hun hart kunnen genieten van de prachtige samenleving tussen mens en dier. Op de achtergrond nog net niet het Amerikaanse volkslied … Typisch toch eigenlijk, dat je beide onderwerpen “Militair ingrijpen en verwoesting” en “Mens en dier, een belangrijke eenheid” in een zin van dankbaarheid kunt noemen en dat iedereen dat met tranen in z’n ogen slikt … sommige dingen kunnen ook echt alleen in Amerika.

Onze week in Florida was dus een succes. De hele vakantie duurde alleen veel te kort. Hopelijk gaan we, voor onze gouden bruiloft ooit nog eens terug met alle kinderen, aanhang en kleinkinderen. Voorwaarde is wel dat oma in alle achtbanen mag omdat die nog wat in te halen heeft van de vorige keer.

17 maart 2009

Over Paracetamol en Poepen

Pfff, eindelijk even 3 uurtjes geen herrie aan m’n oren. Vandaag en gisteren zijn op “kinderverzorg” gebied behoorlijk pittig geweest. Ik weet niet wat het is, maar steeds als er iemand een weekje bij ons is geweest, in dit geval m’n zusje, zijn de kinderen een paar dagen helemaal van slag.

Simone doet nog steeds twee slaapjes, één in de ochtend (10:30) en één in de namiddag (15:30). Ze redt het nog niet om pas om 12:00 één middagslaapje te doen. Het vervelende van dit slaapschema is dat we ‘s ochtends te weinig tijd hebben om iets leuks buitenshuis te doen. Pas na Simone’s ochtendslaapje en na de lunch en het opruimen ervan, dus rond 13:00, kunnen we pas iets ondernemen. Alleen zijn Eveline en ik rond die tijd al redelijk gevloerd van binnenshuis de ochtend met elkaar te zien doorkomen. Dus vaak zit ik rond 13:00 als een zombie in de auto terwijl Eveline lekker achterin ligt te tukken en Simone vol energie in haar autostoel zit. Dan zit ik wel met m’n handen in het haar totdat het 14:30 is. Rond die tijd spreek ik altijd af met de andere moeders bij een binnenspeeltuin of The Discovery Centre voor wat volwassen praat. Meestal heb ik daarna wel weer genoeg energie voor het avondeten. Alleen vraagt Simone tegenwoordig ook steeds meer aandacht. En dan wordt eten koken echt een uitdaging.

Vanavond had ik twee jammerende kinderen tijdens het koken en twee overspannen kinderen tijdens het eten. Heeerlijk… Ronald bezig met Eveline (= nu is het klaar met huilen. Kijk papa aan… ophouden met huilen anders moet je maar even afkoelen in het koude hokje (= tussenhalletje bij de voordeur = echt koud, geloof me, we zitten in Canada) en ik bezig met Simone (= hap, hap …nee, niet zelf doen. Mama doen …huilen…krijsen …oké, toch zelf doen dan? … Ook niet? … Nou dan zoek het maar even uit.. nog meer huilen…. speen … rust). Vervolgens Copy-Paste voor het hele badritueel. En op dat soort momenten schieten er allerlei angstgedachten door m’n hoofd. Zo van “O nee, wat als het nou geen leuke kinderen worden?” “Wat als we weer terug naar Nederland gaan en iedereen vindt dat het strontvervende koters zijn?” “Wat als we onze laatste heil moeten zoeken bij die tuthola van het programma “Schatjes”?” “En waar zit m’n verstand om ook maar te twijfelen over een derde?” Gelukkig worden m’n angsten altijd weer gesust wanneer Simone rustig haar laatste fles drinkt bij Ronald en ik Eveline verhaaltjes voorlees en met haar de dag doorneem. Dan zijn de tirannen van een kwartier geleden ineens weer veranderd in engeltjes a la Full-House (weet je wel, die mierzoete serie met DJ, Stephanie en Michelle, en niet te vergeten Uncle Jessy en al die “I love you” en “I’m sorry” momenten). Goed, waar was ik …

O ja, Claudia is dus een weekje bij ons komen logeren. Ik denk dat ik al mijn toeristische kennis van Halifax deze ronde in de strijd heb gegooid. Nog nooit heb ik met familie uit Nederland zo veel ondernomen. De afgelopen week was erg gezellig en zeker op het gebied van kinderentertainment een verademing. Natuurlijk heb ik weer veel te veel gegeten (donuts, cupcakes, grote hamburgers met veel French fries en nog meer foute troep die ze hier in Canada van Amerika hebben overgenomen). Steeds neem ik me na ieder bezoek voor om niet meer te snoepen. Maar aan het einde van een doordeweekse dag heb ik gewoon chocola nodig om mezelf weer wat moed in te spreken en blijven de Sonja wortels weer onaangeraakt in de koelkast liggen.

Het weer was de afgelopen week net alsof het voorjaar wordt. Dat geldt misschien voor Nederlandse klimaatprincipes maar niet voor de Canadese. Hier schijn je tot mei te moeten wachten totdat de blaadjes en de zon zich weer laten zien. Twee maanden lang lagen onze oprit en stoepje bedekt onder een dikke laag sneeuw of ijs maar

de afgelopen week steeg de temperatuur warempel tot boven het vriespunt. En dat betekende dat we voor de verandering ook eens naar buiten konden. Helaas stond er nog wel een forse wind waardoor de meeste wandelingen na een half uurtje weer eindigden in de auto. Hoewel dat laatste niet zo erg is hoor … muziekje aan, stoelverwarming erbij en natuurlijk de hoogst nodige diepgaande gesprekken. Over diepgaande gesprekken gesproken …

We hadden Claudia net opgehaald van het vliegveld en Eveline was druk bezig met Claudia uit te leggen dat een prinses een meisje is en een prins een jongen. Een paar dagen daarvoor had ik Eveline uitgelegd dat een jongen iets heeft wat een meisje niet heeft … Eveline’s antwoord .. “Ik weet het.. een baard.” “Ja dat klopt. Maar jongens hebben ook een … een … (klokhuis, fluit, zaakje …) Tampeloerus.” Een vreselijk woord, ik weet het, maar ik dacht, ach ja, onthoudt ze toch nooit …waait wel weer over. Gelukkig klopte dat ook… in zekere zin. In de auto vroeg Claudia.. “Nou, vertel dan eens, waarom is de prins een jongen?” Waarschijnlijk had Eveline alleen onthouden dat het een erg ingewikkeld ding is wat jongens onderscheid van meisjes (and right she is…) dus pakte ze gewoon het meest ingewikkelde woord dat ze kende uit haar vocabulaire bibliotheek en gaf het volgende antwoord: “De prins heeft een … een … Paracetamol.” Tja, dat zou toch wat zijn. De zin “Maar vanavond … heb ik hoofdpijn.” krijgt zodoende wel een hele andere betekenis.

Eenzelfde scène hadden we afgelopen weekend. Meestal gaan we met z’n viertjes op zondagmiddag naar een Ierse pub bij de haven. Het is daar erg gezellig want er wordt dan altijd muziek gemaakt en gedanst. Afgelopen zondag was het heerlijk weer, dus hadden we eerst nog even langs de haven gelopen om na afloop te eindigen in The Triangle. Helaas was de kou op m’n buik geslagen en moest ik binnen no-time hoogst nodig naar de WC. Toen Eveline zag dat ik aanstalten maakte om naar beneden te vertrekken, moest en zou die natuurlijk ook mee. Ronald was druk met Simone en het zweet brak me ondertussen uit (= naar de WC NU!). Dus hees ik Eveline maar mee naar de damestoiletten. Ik rende daar de laatste WC in met Eveline erbij. (GEZELLIG…de hoogste nood met een kind recht in je gezicht.) “Mama, heb je last van je buik?” “Ja.” “It’s oké mama, ik geef er wel een kus op.” “Dat hoeft niet lieverd … blijf even van het WC papier af … Niet op de grond zitten.…. en niet de deur open doen.” “Anders ziet iedereen mama’s blote kont. Haha!” Ondertussen kwam er een andere mevrouw het damestoilet binnen, dus ik dacht, oké …ik trek even door … dan heb ik precies 3 seconden om de boel voor elkaar te krijgen zonder dat iemand het hoort. En zo geschiedde … Na het doortrekken .. “Zo …heb je nu gepoept mama?” “Yup.” “Ik wist wel dat je het kon!!” Daarna liepen we het toilethokje uit. Vraagt die mevrouw aan mij tijdens het handen wassen: “Are you speaking Gaelic?” “No, Dutch” En dat is maar goed ook.

26 februari 2009

Less is More

Over een maand is Simone alweer een jaar. Ze schuift inmiddels vrolijk met haar billen door het hele huis en volgt Eveline op de voet. Wil alles hebben wat haar zus heeft. Zegt “mama” (vooral als ze iets te eten “moet” hebben). Lacht de hele dag, is een grote sjansbal en gek op haar vader. Eigenlijk is Simone een makkelijk kind. Overdag zal je haar zelden horen piepen. Zelfs niet aan het einde van de dag of wanneer ze een slaapje later doet dan normaal. Alleen ‘s nachts heeft Simone nog wel eens haar kuren, maar die zijn (tot nu toe, even afkloppen) altijd vrij makkelijk weer op te lossen.

Zo terugkijkend op het afgelopen jaar moet ik zeggen dat de overgang van 1 naar 2 kinderen veel minder heftig is geweest dan de overgang van 0 naar 1 kind. Toen ik zwanger was van Simone wist ik vrijwel zeker dat meer dan twee kinderen niet voor ons was weggelegd.

Ik kon gewoon zo moeilijk wennen aan de verandering in aandachtsvlakken na de komst van de kinderen. Vroeger stond mijn eigen verlanglijst op nummer een, daarna volgde Ronald’s verlanglijst en pas daarna de lijstjes van familie en vrienden. Na Eveline veranderde dat in Eveline op een, familie op twee (vrienden daar hadden we geen tijd meer voor), daarna volgde de wensenlijst van Ronald en op de allerlaatste plek eindigde mijn lijstje. Ik realiseerde me toen pas eigenlijk wat een heerlijk verwend leventje ik voor de komst van Eveline had. Alles draaide toen namelijk om mij.

Ik weet nog goed hoe ik vroeger altijd op de bank neerplofte na m’n werk; lekker voor de TV met een reep chocola, in afwachting op Ronald’s thuiskomst. Daarna keken we eens in de koelkast of er nog iets eetbaars lag. En als we geen zin hadden in boodschappen doen of koken dan bestelden we gewoon friet. Net zo gemakkelijk. Nu, in het kindertijdperk, weet ik precies wat we eten (aardappels, vlees, groenten), wanneer dat we het eten (18:00 en geen seconde later) en hoe dat we het eten (aan tafel na het chanson “Smakelijk eten, smakelijk eten, haphaphap, slokslokslok” gevolgd door een hoop geheisa… Kind 1 maakt herrie omdat alles “Bah vies” is. Kind 2 maakt herrie omdat die niet snel genoeg gevoederd wordt.)

Hetzelfde geldt voor uitslapen in het weekend. Ik kan me nog ochtenden herinneren dat ik pas rond 11:00 uit m’n bed rolde. En dat was dan alleen maar omdat m’n moeder rond dat tijdstip vaak belde om te vertellen hoe heerlijk ze met m’n vader aan het fietsen was. Tegenwoordig worden we op Zondag om 7:40 (Dora lamp gaat aan) gewekt door Eveline. En het zal niet lang meer duren voordat ook wij om 11:00 al uren gezellig aan het fietsen zijn.

Goed, dus het leven met kleine kinderen is niet meer zo spontaan. Toch moet ik zeggen dat ik begin te wennen aan dat nieuwe leven. En dat zet me aan het twijfelen of ons gezin met twee kinderen compleet is.

Drie kinderen…. er gaan zo veel vragen door m’n hoofd.

Nog een keer zwanger zijn. Dus nog eens die eerste weken met misselijkheid en moe zijn. En dat terwijl er al twee kinderen rondlopen die continu aandacht vragen. Nog een keer alle risico’s die komen kijken bij zwanger zijn en bevallen. Wat als een derde kindje te vroeg geboren wordt of afwijkingen heeft? Wat als er iets mis gaat tijdens de geboorte? Wat voor soort baby’tje zou een derde zijn? Misschien was het huilen van Eveline als baby alleen nog maar een voorproefje van wat een echte huilbaby is. Dat we een derde kindje krijgen die 18 uur per dag huilt. En dan dat gedoe over borstvoeding en alle tongriempjes-, tepelkloof- en ontstekingsdrama eromheen. Of alle “sprongetjes”, eerste tandjes, darmkrampjes, regeldagen en slapeloze nachten die weer getrotseerd zouden moeten worden. En dat terwijl ik ondertussen twee peuters zou hebben die ik in de speelgoedwinkel uit een Dora trapauto moet sleuren.

Maar toch… Als ik aan later denk, dus veel later, over zo’n 20 jaar, dan zie ik voor me hoe ik met de kinderen ga winkelen of hoe we samen met een wijntje en kaasjes op de bank zitten te kletsen. Hoe ik ze op zondagochtend uit bed bel om te vertellen dat het gehakt in de aanbieding is. En dat ze toch zeker wel verwacht worden op eerste Kerstdag.

Tja, zoals ik al zei, we zijn er nog niet uit. Ik weet dat ik nog jong ben en de beslissing voor een derde nog jaren voor me uit kan schuiven. Maar ik zou het wel leuk vinden als het leeftijdsverschil tussen de kinderen niet zo groot zou zijn. Bovendien was ik nog redelijk jong toen ik Eveline en Simone kreeg. Als een derde kind over bijvoorbeeld vijf jaar volgt, dan zit ik alsnog eindeloos lang in de luiers. Bovendien vallen pubertijd en overgang dan samen, zit ik ook niet op te wachten. Tijdens mijn overgang moet het leven gewoon weer lekker om mij draaien. Ik vind dat ik dat dan wel verdiend heb; eindelijk weer eens slapeloze nachten die door mezelf veroorzaakt worden.

Ronald heeft als voorwaarde voor een derde dat we het vooral zo vaak mogelijk moeten proberen voordat die er komt. Dus niet, zoals in zijn woorden, “… Dat we op woensdag besluiten er voor te gaan, we zaterdag goed ons best doen en we er vervolgens twee weken later de komende 60 jaar aan vast zitten …”

Goed, en dan nog m’n werk. Op termijn zou ik graag weer aan het werk gaan. En hoe kan je tijdens je sollicitatie verdedigen dat je twee jaar uit de running bent geweest (“Jaaaaaa, ik heb veel levenservaring opgedaan …poepluiers verschoond, eten klaargemaakt, het huis opgeruimd, blouses gestreken” (oké, dat laatste niet, maar toch)) terwijl er tientallen 22 jarige carrière-tijgers meedingen voor dezelfde functie?

Hoe dan ook, een hoop knopen om door te hakken. Het enige dat ik zeker weet, is dat ik blij ben met onze twee kinderen, met ons uitdagende gezinsleven en alle bizarre situaties die daaruit voortkomen. (Even weer wat quotes van de dag: “Ik kan echt niet meer lopen mama, ik heb te korte pootjes.” of “Ik heb in mijn luier gepoept en nu komt er ook nog plas overheen” en “Mama, ik ben zo verliefd op jou.”) Tja, al zou er geen kind meer bijkomen, het is prima zoals het nu is.

Toch denk ik wel eens, “Less is More” … maar zou het tegenovergestelde ook waar zijn?

09 februari 2009

En we gaan nog niet huis ...

Eens even kijken, 19:30, kinderen op bed en huis aan kant. Het feit dat Eveline tegenwoordig geen middagslaapje meer doet heeft dus blijkbaar ook z’n voordelen. Wanneer ik Simone’s slaap en eetschema enigszins afstem op de 19:00 deadline van Eveline, dan begint de avond voor “de grote mensen” lekker op tijd.

Ronald en ik vormen sinds kort een laptop eenheid aan de eettafel ‘s avonds. Het is inmiddels alweer Februari dus we zijn alweer druk bezig met onze terugkeer naar Nederland. Wat dat betreft gaat een jaartje buitenland wel gepaard met een hoop rompslomp; half jaar bezig met alle voorbereidingen om naar Canada te gaan, half jaar bezig om weer naar Nederland terug te keren. En we moeten nog zo veel vragen voor onszelf beantwoorden: waar gaat Ronald straks werken, waar komen we te wonen, wordt het kopen of huren, wat ga ik doen wanneer ik weer thuis ben, wat doen we met de kinderen, gaan ze naar de crèche of blijven ze thuis en blijft er geld en tijd over om met vakantie te gaan deze zomer? Keuzes, keuzes … als ik maar niet in een dertigers crisis beland. Heb ik echt even geen tijd voor.

M’n moeder is voor de tweede keer een weekje bij ons komen logeren. Ik was wel benieuwd hoe het haar hier zou bevallen aangezien ze de eerste keer in de “warme” herfst in Halifax was. De hele dag stond toen in het teken van buiten zijn en we hebben zo veel gewandeld dat vrienden van m’n moeder zeiden dat ze was afgevallen.

De afgelopen week was wel anders. Het begon al met het feit dat m’n moeder vanwege “te veel wind en sneeuw” op het vliegveld in Newark was gestrand. Uiteindelijk kwam ze een dag later aan en ook nog eens vier uur later dan gepland. Altijd leuk om vier (niet geplande) uurtjes op een vliegveld uit te zitten met een peuter en een baby.

Die ochtend was al een totale chaos aangezien ik naar het verkeerde vliegveld was gereden. (ja mensen, Halifax heeft blijkbaar ook een 1 vierkante meter tellende militaire basis en gelukkig wist onze TOMTOM dat ook. Dus ik liet me gewillig door de stem van Bassie naar de verkeerde bestemming leiden. Ik dacht nog “Goh, wat fijn dat ik toch een TOMTOM heb. Deze route is twee keer zo snel. Moet ik toch eens aan Ronald vertellen vanavond.” Enfin, toen ik bijna het vliegveld was, passeerde ik een slagboom met een man in uniform die even vreemd naar me keek en die me toen doorliet. Hij zal wel gedacht hebben dat ik het vrouwtje was van één of andere hoge militaire pief die even de boterhammetjes van haar man kwam brengen in de stationwagen met de kindertjes om zodoende van de gelegenheid maar een “family happening” te maken. Binnen no-time stond ik (per ongeluk, geloof het of niet) tussen de militaire vliegtuigen. En niemand die daar moeite mee had. Volgens mij heb ik m’n roeping als spion of terrorist gemist. Uiteindelijk had ik zelf door dat ik verkeerd zat en ben ik vloekend en tierend weer naar de andere “Halifax airport” gereden.)

Ondertussen ging ik er al lang en breed vanuit dat ik “oma’s” aankomst had gemist en dat ik haar moederziel alleen op een leeg vliegveld zou aantreffen. Maar wonder boven wonder was oma’s vliegtuig (1,5 uur na haar vermoedelijke aankomst; ik weet het ik weet het, “read the warning signs you stupid woman”) nog niet geland. Dus ik de kinderen uitgepakt, snottebellen afgeveegd en kragen rechtgetrokken. Maar na het voorgaande riedeltje 5 keer herhaald te hebben, kreeg ook ik het vermoeden dat het gewenste vliegtuig gecancelled was. Nou ja, vier uur later stond ik te praten met een andere mevrouw en de kinderen waren druk met iets anders bezig, toen m’n moeder door de klapdeuren kwam. Weg “slow-motion” moment.

Gelukkig hebben we die schade in de week die volgde prima ingehaald. Dit keer hebben we er vanwege het weer gewoon een wintervakantie van gemaakt. Of te wel, veel taart, chocola, kaasjes, wijntjes, weinig beweging en veel auto. Kilo’s aangekomen, maar we hebben ons goed vermaakt.

M’n moeder weet inmiddels hoe -20 graden aanvoelt, dat er hier tegenwoordig altijd sneeuw ligt en dat je nergens meer kan lopen met je wandelwagentje. Ook heeft ze onze eerste nachtelijke ijsregen meegemaakt. De hele auto was de volgende ochtend bedekt met een 5 cm dikke ijslaag waar echt niet doorheen te komen was met de “krabber”. We moesten eerst een gat drillen en van daaruit konden we de rest van het ijs per raam wegbikken. Totale tijdsinvestering: 1,5 uur. Ja, met kinderen loont het dan al bijna niet meer de moeite om te vertrekken. Verder was m’n moeder drie dagen later ook deelgenoot van onze twee primeur: de halve stad zat een hele avond zonder elektriciteit. Ook leuk om te ontdekken wanneer je om 18:00 met hongerige en vermoeide kinderen thuiskomt, alle apparatuur in huis van elektriciteit afhankelijk is en het buiten -20 is. Gelukkig had Tracy wel stroom, dus daar hebben we het eten voor de kinderen opgewarmd. Ik kan me nu voorstellen dat een avondje zonder stroom 9 maanden later een heuse geboortegolf kan veroorzaken. Het wordt gewoon zo koud dat er weinig anders op zit, dan in je bed te gaan liggen. Gelukkig was dat voor ons niet nodig. Om 21:00 was de hele stad weer van stroom voorzien en was het in huis warm genoeg om nog een fles wijn open te trekken.

Gisteren is m’n moeder huiswaarts gekeerd en heb ik me weer een dagje met de kinderen vermaakt. En dat brengt me bij het heden …Nog even een uurtje wat administratieve toelie wegwerken en dan mag ik als beloning een herhaling kijken van “Wie is de chef” op “Uitzending Gemist”. Want je moet natuurlijk wel een beetje op de hoogte blijven hè, van wat voor belangrijks er allemaal in Nederland gaande is.

19 januari 2009

Home sweet Home

Op moment van dit schrijven zit ik lekker aan de eettafel. Kan even geen “start” verzinnen voor m’n blog en kijk ondertussen hoe mijn wederhelft druk in de weer is met een vaatdoek (jawel jawel). Ronald maakt het fornuis schoon, de tafel en … tot mijn verrassing veegt hij ook nog eens de kinderstoel en de stoel van Eveline. En, zo laat hij mij vol trots weten, hij heeft zelfs “een echt sopje” gemaakt (daar gaat dan eenmalig de vaatdoek in om er vervolgens alles in een keer mee af te doen, maar dat mag de pret niet drukken). Straks zal ik nog even het putje van de gootsteen controleren. Als die niet vol ligt met spruitblaadjes en aardappel resten, dan heeft my dearest husband zijn huisvrouwen-test met vlag en wimpel doorstaan.

Ondertussen hoor ik vanuit de keuken of ik “thee” wil. Na mijn “Ja graag” zet Ronald niet alleen de waterkoker aan om hem vervolgens zo te laten staan totdat ik zelf de rest doe, nee, hij schenkt zelfs een kopje voor me in en vraagt of ik er nog “iets lekkers” bij wil. That’s a first. Dat geldt overigens ook voor mijn takenpakket. Vanavond kwam Ronald thuis en ik had het eten al klaar staan. De worsten waren enigszins aangebrand, maar he… beter iets dan niets. Jaaaa… het is lang zo slecht niet om even twee weken zonder elkaar te zijn.

De weken zonder Ronald zijn eigenlijk prima verlopen. Ik klaag wat af op m’n blog, maar ik zal voor de verandering ook eens positief zijn. Tijdens Ronald’s afwezigheid had ik voor mezelf een strakke dag en avondroutine ingebouwd; 14:00 avondeten klaarmaken terwijl Simone slaapt, 17:20 eten aanzetten, kinderen in de keuken zoet houden met speelgoed, 17:30 vlees braden, 17:45 aan tafel (“wil ik niet, lust ik niet” taferelen oplossen met geraspte kaas en een hoop fantasie: “Kijk ik maak een tuintje van jouw prakje met een vijver (=jus) en eendjes (=vlees)” Ondertussen Simone tevreden houden met de helft van mijn portie omdat die i.t.t. haar zus echt alles eet), 18:15 bad vol laten lopen, Simone eerst in bad zetten (heeft zitje om haar stabiel te houden) daarna Eveline achterna rennen, die ook in bad, Simone weer uit bad en aankleden, Simone in springschommel, Eveline uit bad, aankleden, handdoek om haar middel knopen want anders is ze geen prinses… 19:00 met z’n drieën naar boven, Eveline verhaaltjes voorlezen terwijl Simone in haar bed speelt met andere boekjes, 19:20 Eveline welterusten, Simone fles, 19:30 Simone welterusten …. rust .. yeah right … ravage opruimen en sneeuw wegscheppen.

Over sneeuw gesproken. Ondertussen ken ik zo’n beetje alle soorten sneeuw die je hebt; 1. poedersneeuw die binnen een uur een halve meter ellende op je oprit vormt, maar goed weg te vegen is … 2. sneeuw die een nachtje heeft gelegen, helemaal bevroren is, waardoor je het met geen mogelijkheid meer weg krijgt …. 3. sneeuw dat op je oprit ligt, ineens ontdooit, waar vervolgens regen overheen valt en wat daarna weer bevriest met alle glibberigheid van dien.

Kortom in alle drie de situaties kom je ‘s ochtends als alleenstaande moeder moeilijk tot helemaal niet meer weg met je auto of kinderwagen. Gelukkig belde er halverwege Ronald’s afwezigheid op een avond een student aan. Er lag net weer een heel pakket sneeuw voor de deur die hij tegen vergoeding met gemak binnen een half uur had weggewerkt. Prima oplossing. Skypte al met Ronald dat hij maar snel terug moest komen, omdat onze oprit anders binnenkort gratis geveegd zou worden ; )) (Oké, heb eigenlijk geen idee of die student wel te vertrouwen is, voor hetzelfde geld is hij een psychopaat die mij in een vlaag van verstandsverbijstering kidnapt of zo. Mocht ik dus ineens “zoek” zijn, dan weten jullie een eerste aanknopingspunt. ; ))

Rode draad, rode draad …

De kinderen zijn de afgelopen twee weken echt lief geweest. Simone is niet een keer wakker geworden ‘s nachts en Eveline kwam er hooguit uit omdat ze zeester kwijt was of wat wilde drinken. Doordat de avonden en de nachten rustig waren, had ik genoeg energie om door alle nukken van de dag heen te komen. Ik had nog wel een akkefietje met een muis die ineens uit Simone’s kamer rende. Gelukkig glibberde die in de logeerkamer. Dus… de man in mij pakte gelijk een handdoek om de deur volledig mee te barricaderen. Heb die kamer vervolgens 1,5 week lang niet meer opengemaakt. Wat een held.

Ronald heeft het in Saoedi Arabië erg druk gehad; congres, orencursus, poli. Ronald’s collega in Riyadh wil een “oren” ziekenhuis laten bouwen (welja, als je miljoenen te besteden hebt, zou ik ook gaan voor een “oren ziekenhuis”) en Ronald + Ronald’s baas uit Canada hielpen hem mee met de “offerte”. Aan het einde van hun verblijf hadden Ronald + baas nog een meeting met de president van de universiteit en kregen ze een hoop locale media aandacht. Die avond waren ze uitgenodigd voor een “etentje” bij een bevriende professor. Die professor bleek lid te zijn van een “rotary” of zo want hij had allemaal “hotemetoten” uitgenodigd om mee te eten. Ronald heeft nog met een of andere prins gepraat over belangrijke zaken, je kent het wel … voetbal. Al met al heeft Ronald zich goed vermaakt ondanks het vijf keer bidden per dag, het zitten op te grond tijdens het eten, de slechte skype verbinding, het eten van kilo’s schapenvlees, de verplichte koffie/thee sessies en niet te vergeten het gebrek aan vrouwen en drank. Het aanbod om in Riyadh te komen werken ligt, helaas, nog steeds op tafel. Gelukkig is Ronald nergens op in gegaan, maar hij heeft ook nog niks definitief afgewezen.

Ik was in ieder geval erg blij toen ik vrijdagavond de voordeur open hoorde gaan en ik mijn oude vertrouwde “hubbie” weer kon vasthouden. De volgende ochtend lagen we met de kinderen in ons bed. Ze hadden natuurlijk een cadeautje van papa gekregen. Een echt souvenir: een jodelhamster + accordeon in een T-shirt met “I love Switserland” erop. Papa kon niet meer stuk.

Ik zal afsluiten met de wijze worden van mijn dochter:
“Nu hoef je niet meer dwietig te zijn mama, want jouw vriendje is weer thuis.”

P.S.1 Aangezien Ronald mijn blog inmiddels heeft gelezen, moet ik even een belangrijke rectificatie plaatsen. Ronald heeft wel degelijk de vaatdoek meerdere keren in het sopje gedaan toen hij aan het schoonmaken was.
P.S.2 Dan moet ik ook nog even iets kwijt. Er lagen helaas wel spruiten- en aardappelresten in het putje van de gootsteen. I say: “Practice makes Perfect.”

05 januari 2009

O come all ye faithful

De champagne van de Aldi, het gehannes over het Kerstschema; wie, waar en wanneer, de overvolle V&D, het geluid van Q music, de inzamelingsactie van het glazen huis, het geruzie over wie er eerst in de rij stond bij de oliebollenkraam, het kerstpartijtje met Roosficee en Smarties bij de crèche, de eindejaarsconference, het gesjok met de net niet perfecte kerstboom omdat de buurman je net voorwas, de geur van mandarijnen op het werk, de kerstpakketten, de 13de maand, de veel te dure oudejaarsloten met bonusnummer maar zonder resultaat, het gelal van vrolijke feestvierders … ik heb het eigenlijk best wel gemist.

Eindelijk heb ik weer even de tijd om wat op “papier” te zetten. Ik ben sinds vier dagen een alleenstaande ouder omdat Ronald in het zonnige Riyad zit, de arme stakker. Oké, ik moet toegeven, hij zag er op de skype echt bekaf uit. Hij wist niet eens of er ook een zwembad en sauna aanwezig waren in dat 5 sterren hotel waar hij verblijft. Kijk, werk of niet, dat zou ik echt als eerste willen weten. Eén ding weet ik zeker, helaas geen room service, sauna of laundry service in het “hotel” waar ik me de komende twee weken in zal vertoeven.

Ik moet voornamelijk wennen aan het avondritueel in m’n eentje: koken, eten, bad, verhaaltje, bed, badkamer-eetkamer-keuken-woonkamer opruimen, vegen, schoonmaken … aan het einde van het hele schema heb ik alleen nog maar behoefte aan TV of een roddelblad en heel veel chocola. Gelukkig is iedereen hier erg attent. Morgen ga ik uiteten met de meiden van de bibliotheek. Annie komt oppassen. Hopelijk zal Eveline mijn vertrek niet al te zwaar oppakken. Zeester, de Dorabeker en de prinsessenpoppen moeten maar even hun best doen. Beide oma’s zijn hard aan het sparen geslagen met de AH stickers, Eveline heeft voor Sinterklaas van beiden de Doornroosje prins en prinses gekregen. Helaas is één prinses op de grond gevallen waardoor ze zonder hoofd door het leven moet. Gelukkig pakte Eveline het positief op en bedacht dat de prinses zonder hoofd een baby had gekregen (zie hoofd). Dus nu ligt de aantrekkelijke prinses (dus die met hoofd) boven in bed bij Eveline met jawel jawel twee prinsen terwijl de andere prinses beneden in de woonkamer ligt (met baby, dat wel). And they lived happily ever after … maar dat terzijde.

Goed, even terug naar de afgelopen weken. Dit jaar hebben we dus een Canadese Kerst gevierd. Op Kerstavond waren we met het hele gezin uitgenodigd voor een feestje bij David en Tracy. Kerstavond schijnt hier, net als in Amerika, eigenlijk het belangrijkste onderdeel te zijn van heel het Kerstritueel. Ze hadden allemaal hapjes en een lekkere Engelse “stew” (David is Engels) klaargemaakt. Was erg lekker. Moet overigens toegeven dat ik verwacht had dat ze in Canada een beetje op z’n “fast foods” zouden koken maar niks is minder waar. Ze zijn hier juist erg van het biologisch, vegetarisch en het gestoomde … Ik kan er in ieder geval veel van leren.

Eerste kerstdag hebben we vroeg ontbeten maar tegelijkertijd ook gebruncht met Nederland via de Skype. Ook “de cadeautjes uitpakken” we gedeeld met Nederland. Daarna ben ik met Eveline naar de St. Mary’s basiliek gegaan omdat ik het belangrijk vind dat de kinderen toch iets begrijpen van het principe “geloof”. Ik was alleen even vergeten dat Eveline 2,5 is en niet een uur lang stil kan blijven zitten. Gelukkig was er genoeg te bekijken. Da’s altijd het fijne van het Katholieke geloof. De kerk hangt tijdens Kerst vol met lichtjes, kerstkransen en er is een Kerststal.

Typisch eigenlijk dat Eveline alleen maar naar Maria wilde kijken. Die hing namelijk bovenin de glazen koepel boven het altaar. Ze wees met haar vinger en zei: “Dat is de mama van Jezus.” Geen idee hoe ze dat wist. (Oké, moet wel toegeven dat alles die dag om Jezus draaide dus ik kan me wel iets voorstellen bij haar gedachtesprong. De mis met Eveline ging zo’n beetje zo: Gezang .. stilte… “Mama, komt nu baby Jezus?” “Nee.” “O.. ligt die nog te slapen?” “Ja, dus je moet een beetje stil zijn.” “Oké” “Komt dan nu de koning?” “Nee, die komt ook niet. Die…. Die zit bij baby Jezus.” “O….ik wil naar huis” “Ga anders lekker even spelen met je dokterskoffertje” (treffer = 10 minuten stilte, echter ..) “Mama, zeg maar aaaaaaaah”. (omkijkende mensen, gelukkig met liefdevolle blik, in Nederland zou dat wel anders zijn) “Eveline je moet echt nog even stil zijn.” “Ik ga even spelen met m’n lasso.” (=stethoscoop uit dokterskoffertje) (treffer = 2 minuten stilte) (Zucht) …. “Wanneer gaan we brood eten?” (= hosti) “Zo … en alleen de grote mensen krijgen een broodje.” (stom, stom, stom … niet wijs om te zeggen tegen een peuter) “Nee mama, ik wil ook een broodje, ik wil ook een broodje!!!” Enfin, ik moet zeggen, dat Eveline zich ondanks alles erg lief heeft gedragen. En aan het einde van de mis zijn we nog naar het stalletje gelopen om baby Jezus aan te raken. Eveline kon haar geluk niet op.. eerst een echte Kerstjurk, daarna cadeautjes en nu dit. Wat een dag ; )

Die avond hebben we gegeten bij Rene en Shannon. Rene is een collega van Ronald die ook uit Nederland komt. Toen we bij hun aankwamen herkende we dan ook meteen de groots gedekte tafel. Ze hadden een heerlijk diner klaargemaakt en het was erg gezellig. Simone ging lekker slapen voordat het diner begon en Eveline hebben we na 30 minuten weer laten spelen met Gwendolyn (hun dochtertje). Een geslaagde avond.

Tweede Kerstdag hebben we met z’n viertjes gevierd. Wat gewandeld langs ons zondagse wandelmeertje. Daarna hebben we een uurtje op de bonnefooi rondgereden, de kinderen sliepen toch, dus wij hadden even was quality time om te kletsen terwijl het Canadese landschap via langgerekte wegen langs bossen en meertjes aan ons voorbijtrok. (goh, lijkt wel op een zin uit een boek, maar het was echt zo) Ons diner was makkelijk maar perfect: wijn, stokbrood, kaasjes, biefstuk en een uitgebreide salade. Wat mij betreft doen we dat van nu af aan ieder jaar zo.

Oud en Nieuw stond met name in het teken van Ronald’s vertrek. Op oudejaarsdag zijn we met z’n viertjes gaan lunchen bij Elephant and Castle, ‘s avonds hebben we pannenkoeken gegeten, om twaalf uur hebben Ronald en ik samen geproost, we hoorden 5 minuten wat knallen buiten … en dat was dat… 00:10 welterusten lieverd … prima : )

Die nacht raasde er weer een sneeuwstorm langs Halifax met het gevolg dat er op Nieuwjaarsochtend en -middag geen vliegtuig meer de lucht in ging vanuit Halifax. Ronald is de hele dag bezig geweest met het “re-scedule-en” van vluchten. De rest van de tijd was hij bezig met 1 meter sneeuw weg te werken van onze oprit. (Toen Ronald alles overigens sneeuwvrij had gemaakt, ploeterde er een ijsschuiver langs onze straat en die kwakte vervolgens weer een halve meter sneeuw op een hoop midden op de uitgang van onze oprit …tja… je moet je sneeuw per slot van rekening toch ergens laten.) Uiteindelijk is Ronald aan het einde van die middag vertrokken naar Montreal. Daar heeft hij moeten overnachten om vervolgens met tig vertragingen 48 uur later in Saoudi Arabie aan te komen.

Tja, en dat was weer mijn verhaal. Ik moet zeggen dat ik Ronald wel erg mis hoor. Zit ‘m altijd wel een beetje te narren op m’n blog… maar eigenlijk … is ie best wel een toffe peer ; ) Hopelijk ben je snel weer terug lieverd!!