31 juli 2009

Een luizenleven

En zo zitten we alweer vier weken in Zuid-Frankrijk. We genieten iedere avond van een prachtige ondergaande zon met op de achtergrond het geluid van een klaterend bergbeekje terwijl wij ons de rosé en de Franse kaasjes heerlijk laten smaken.

Oké, oké, dat is de vakantiebrochure versie die we vertellen aan mensen die we niet mogen. Nu ons echte verhaal tot dusver…

Zoals bij ieder gemiddeld Nederlands gezin begon ook bij ons de vakantie –inpak en –inkoopstress eind Juni behoorlijk toe te nemen. Ronald was erg druk met het regelen van alle administratie rondom onze terugkomst in Nederland. Voor mij dus de taak om… 6 koffers bagage, die verspreid lagen over meerdere adressen in Nederland, weer terug te brengen tot 2 vakantie koffers (wat volgens Ronald al veel te veel was). Daarnaast moesten natuurlijk ook de nodige boodschappen worden gedaan; Je kent het wel, je zal geen Nederlander op een Franse camping aantreffen zonder Bosvruchtenhagelslag, pindakaas, Biotex, een waslijntje incl. knijpers, Sudocreme, Douwe Egberts koffie (de geavanceerden onder ons nemen het hele Senseo apparaat mee), Toetenpoetsers, drop, Andi,Dreft, Yahtzee en Scrabble.

Tijdens het boodschappen doen was het gelukkig niet zo heet (30 graden), had ik prima vervoer (lopend naar de AH en Blokker met de tweelingwagen) en verkeerden de kinderen in opperbeste stemming (Eveline heeft bij de Blokker 20 minuten in de wagen lopen dreinen om een Barbie, die ze niet kreeg. En tot mijn grote verrassing kreeg ik bij de kassa een compliment van een andere mevrouw, die blij was dat er ook nog moeders waren die grenzen stellen en zich daaraan houden. Natuuuuuuurlijk, ik wel.)

Goed, blij met het compliment, liep ik weer vrolijk terug met mijn twee kinderen, drie volle AH booschappentassen en Ventilator (even twijfelde ik om een portable airco mee te nemen, maar die paste mijns inziens helaas niet op mijn rug en ook niet bij het humeur van mijn pragmatische echtgenoot.

Die avond nog zo’n bekende IKEA kinderstoel gekocht en bij de Prenatal een inklapbuggy meegenomen. Hoewel ik me dus beperkt had tot het hoogstnoodzakelijke, viel Ronald’s mond open bij de aanblik van alle bagage. Gelukkig bleek alles prima te passen; er was immers genoeg bagage ruimte onderin de auto bij het reserve wiel.

En ja hoor, 5:30 de volgende ochtend, vertrok ons gezin naar weer een nieuwe bestemming. Compleet bepakt met thermoskan, bolletjes, vettige kippenkluiven (traditie van Ronald en mij) en hardgekookte eitjes.

Onderweg was het natuurlijk ontzettend druk; bij het invoegen twee keer bijna tegen iemand opgereden die compleet geen ruimte maakte. Ja, welkom in Nederland.
Wij hadden als regel dat wij non-stop door zouden rijden wanneer de kinderen sliepen. Dat ging 2 uur lang erg goed. Daarna werden de kinderen wakker en moest Eveline plassen (drie keer uit nood gestopt, niks gebeurd, drama omdat ze toen een Pamper om moest in de auto), gooide Simone haar spenen door de auto om er vervolgens om te gaan jammeren, idem alleen dan voor Eveline’s Zeester, moest Sleeping Beauty Barbie gepakt worden voor het vermaak, moest Simone ook een Barbie, werd er geruzied om wie welke Barbie had en eindigden we weer met de kinderliedjes CD op volle toeren.

Gelukkig konden Ronald en ik elkaar goed afwisselen achter het stuur. We waren allebei toch wel moe van al het gehannes van de drie weken daarvoor. Tussendoor stopten we zoals altijd om wat te eten en de benen te strekken. Het geheel was natuurlijk een succes; Eveline plaste uit vreugde op het picnick kleed en Simone was niet zo “into” het zitten en dus liep die achter iedere vrachtwagen en hond aan die voorbij denderde. Onze “kippenpoten” traditie viel daardoor een beetje in het water. Want lekker samen in alle rust picnicken is er met kinderen helaas niet bij. We zaten dan ook snel weer in de auto.

Omdat onze eerste bestemming Zuid-Frankrijk was, lukte het ons niet om in een keer door te rijden. Rond 17:00 stopten we bij een Formule hotel langs de snelweg. Toen Ronald één hotelkamer had genomen voor ons hele gezin, schoot ik wel even in de stress. Maar gelukkig waren de kinderen na het zwemmen in het hotelzwembad en hun kindermenu met friet en ijs toe helemaal afgepijgerd. Dus die vielen zonder problemen in dezelfde kamer in slaap. Wij vermaakten ons ondertussen onder het TL-licht in de badkamer met onze literatuur (oké, de “Voetbal International” en de “Story”, maar dat terzijde).

Aan het einde van de volgende dag kwamen we dan eindelijk aan op onze eerste camping. Van jongs af aan krijg ik altijd een beetje de zenuwen wanneer ik aankom op mijn vakantiebestemming; je moet bij aankomst zo wennen aan de hitte die er over de camping hangt aan het einde van de dag, je ziet er verfomfraaid en moe uit, dan moet je nog al je spullen uitpakken en een beetje een gezellige indruk maken op de (natuurlijk) Nederlandse buren terwijl je kinderen jengelend aan je benen hangen…
Gelukkig kregen we een gloednieuwe stacaravan toegewezen. Alle apparatuur moest zelfs nog van het plastic worden ontdaan. Heerlijk als je weet dat er geen vreemde billen op je W.C. bril hebben gezeten en dat de haren die je in het doucheputje aantreft, toch echt van jou of je vent moeten zijn. De caravan had drie slaapkamers, een ruime bad en eetkamer met keuken. Ook stonden we heerlijk in de schaduw. Kortom; ik voelde me al snel thuis. Ook de kinderen waren erg enthousiast. Ik kreeg ze dan ook niet voor 23:00 in hun bed. Maar dat schijnt volgens het Franse kinderschema heel gewoon te zijn. Tot mijn grote verdriet.

Binnen een week zat ons huidige vakantieritme er goed in. ’s Ochtends halen Ronald en Eveline twee stokbroden, croissantjes en pains au raisins. Na het ontbijt en de koffie is het tijd voor de ochtendactiviteit (lees: naar de supermarkt of naar een stadje). ’s Middags gaan Simone en ik even slapen terwijl Ronald met Eveline “Dora” kijkt. Na het slapen is het tijd om te zwemmen, gevolgd door het avondeten, het slapen van de kinderen en de quality time voor ons twee.

In het begin kon Ronald maar niet wennen aan dit nieuwe schema. Hij zat voordurend met z’n werk in z’n hoofd, keek iedere seconde naar z’n mail en naar de Nu.nl pagina. Gelukkig heeft ook hij het nieuwe ritme gevonden van een dagelijks leven met kinderen oftewel: je bent de hele dag aan het eten, schoonmaken, sussen, uitleggen, vermaken en regelen. Je bent bekaf aan het einde van de dag maar je bent tot niks gekomen. Heerlijk om dit gevoel nou eens samen te kunnen delen.

Een beetje jaloers waren we dan ook wel op onze buren. Zij hadden drie kinderen, waarvan de jongste iets ouder was dan Eveline. Na het ontbijt gingen hun kinderen lekker naar de “Kids-Club”op de camping. Dus terwijl wij de ontbijtravage nog aan het opruimen waren en de kinderen nog aangekleed moesten worden, zaten zij al heerlijk aan de koffie samen en lazen ze een boekje in de zon. Als wij naar het zwembad gingen (en dus alleen maar bij het pierenbadje bezig waren met de kinderen bij de glijbaan en in het water), lagen zij weer lekker met hun boekjes op hun ligstoelen, terwijl zij zo nu en dan eens naar hun meiden keken. Ook ’s avonds, wanneer wij druk doende waren met het hele eten-, bad- en bed- ritueel, zagen wij hun kinderen na hun veel te rustige en beheerste maaltijd weer vrolijk rondhuppelen met hun ijsje, op weg naar de tafeltennistafels. En weer, werd het kopje koffie gezet en werd het leesvoer in alle rust tevoorschijn getoverd. Enigszins jaloersmakend, maar tegelijkertijd wel een geruststelling dat ook Ronald en ik over enkele jaren zo met de kinderen op vakantie kunnen.

Het leven op een camping lijkt op het leven in een dorp. Voor minimaal een week deel je lief en leed met iedereen. In het begin doe je nog een poging om de schone schijn op te houden (“Wat zeg je liefje?” “O wil je niet slapen, dat geeft niet hoor.” “Heb je al je eten zo maar op de grond gegooid kleine boef..” “Ach, die aardbeien vlekken krijg ik er wel uit hoor.” “Nee hoor, een beetje moddervoeten in de caravan hoort erbij.”). Maar binnen no time loop je gewoon in je onderbroek naar buiten om ’s ochtends de tafel te dekken, kan iedereen meegenieten van alle gemok en gemor tijdens het eten en hoort iedereen aan hoe je je kind omkoopt of niet consequent behandelt. Eén geluk heb je, je ontdekt dat het bij de buren niet anders is.

Helaas kon Simone de slaap een paar dagen achter elkaar niet zo goed pakken. Dagenlang begon haar nachtelijke gezelligheid rond 4:30 en eindigde pas rond zo’n 6:00. Een hoop gebler ’s nachts is niet leuk voor je eigen gezin, maar het wordt nog moeilijker wanneer heel de camping kan meegenieten. Ramen dicht doen heeft bij 25 graden niet zo veel zin. Dus… kregen wij de volgende ochtend van een nabijcamperend stel (type: erg kakkineus dat denkt ondanks alle rijkdom nog heel normaal te zijn gebleven, en voor de leuke verhalen op de tennisclub thuis, lekker gaat camperen op de camping met het “gewone”volk) op vriendelijke ABN toon te horen dat wij toch zeker wel een “draak” van een kind hadden en dat het helemaal geen kwaad kan om je kind bij je in bed te nemen als het zo begint te huilen (dat je vervolgens de rest van je zomervakantie met z’n drieen in een bed ligt, daar begonnen ze niet over. Als zij hun rust maar hadden). Enfin, ik was blij toen onze geliefde “tentjes” buren vertrokken waren naar hun definitieve bestemming; een zes sterren camping, waar de W.C.s direct na het doortrekken achter hun adelijke kont worden schoongemaakt; heel gewoontjes.

Eveline zit nu in de fase dat ze graag ook vriendinnetjes wil maken. Aan de ontbijttafel roept ze tegen ieder kind dat voorbij loopt, “Hé, waar ga jij naar toe?”en “Kom eens hier”. Simone, die het erg interessant vindt, doet haar grote zus met al haar charmes na: “Haaaaaaaaaaai”. Helaas liet Eveline op onze eerste camping het buurjongetje van dezelfde leeftijd snel links liggen omdat hij niet veel te melden had. Haar oog viel natuurlijk op ieder meisje met een mooie jurk en lange haren; meisjes van een jaar of zes, die Eveline verbaal makkelijk bij kon benen maar voor wie zij in emotioneel opzicht nog veel te jong was. Bij ieder eerste contact met een potentieel vriendinnetje was Eveline dan ook erg fysiek; “Halllooooo, wat heb jij een mooie jurk aan.” (aaien over jurk, aaien over haren en een hoop knuffels geven) “Weet jij hoeveel prinsessen barbies ik heb?” “Wacht, ik zal ze even halen.” Helaas bleek bij terugkomst vaak dat het betreffende meisje al lang weer vertrokken was om te gaan spelen bij vriendinnetjes van haar eigen leeftijd.

Na enige dagen werd Eveline dan ook vriendelijk doch dwingend genegeerd. Tja, en dan breekt je hart. Het is zo moeilijk om als ouder te zien hoe je kind de harde lessen van het socialisen leert. Gelukkig had Eveline er zelf niet zo’n last van. Al werd ik door gebrek aan beter nu de hele dag Eveline’s praatpaal: “Mama, word je straks een drie met een nul?” “Zijn we nog steeds aan de onderkant van Frankrijk?” “Simone, als je nog een keer je bord laat vallen, dan pak ik het af.” “We moeten een beetje tempo maken, ik trek het niet meer”. “Ik ben niet meer aan het huilen hoor, ik doe gewoon een tijger na.” “Mama, ik heb ook een baby in mijn buik. Hij zit onder mijn nakie en mijn baby komt er straks door mijn navel uit.”

Gelukkig had ik een paar meisjes uitgenodigd om bij Eveline te komen spelen. Zo maakte ook Eveline met wat begeleiding een paar vriendinnetjes en leerde ze een beetje hoe je moet omgaan met een vriendinnetje. Het waren nog steeds meisjes die ouder waren dan zij, maar die zelf thuis de oudste waren en die dus gewend waren aan een jonger broertje of zusje.

Ook Simone krijgt de nodige aandacht al hoewel de meerderheid op het strand denkt dat ze een jongetje is. Dankzij al het buiten zijn heeft ze al goed leren lopen, hetzij letterlijk met vallen en opstaan (in week 1 had ze links een blauw oog, in week 2 zat deze rechts). Wat dat betreft is Simone zo anders dan Eveline. Eveline liep pas toen ze bijna twee was. Simone loopt nu al een tijdje maar beperkt haar taalgebruik tot het hoogstnoodzakelijke “Ui, ui, ui” (als ze perse uit de stoel moet), “Dora” en “Nahhhh”(als ze iets expres laat vallen en van mij deze reactie verwacht). Al haar overige zaken krijgt ze geregeld met een hoop vingergewijs en gepiep. Toch is het een heerlijk kind. ’s Ochtends haalt Ronald haar uit haar bedje en dan komt ze als een stokstaartje naar mij toegewaggeld; een gebruinde, lange, bijna kale dreumes met niks dan een romper aan en een speen. Echt een kind om de hele dag te knuffelen.

Op dit moment zitten we in de Dordogne. De clichés kloppen wel een beetje over deze streek. Het weer wisselt hier sneller dan in het Zuiden van Frankrijk. Soms heb je een bewolkte dag, maar regenen doet het hier gelukkig niet veel. Wij vinden de Dordogne echt een prachtige streek met hele idyllische dorpjes en boerderijen. We touren heel wat af op zoek naar ons toekomstige droomhuisje…ooit.

Ook de kinderen vermaken zich hier prima. We zijn met ze naar Dinoland en een soort van Apenheul (“Aaaaph, Aaaaaph” zou Simone zeggen) geweest. Ook zijn we met een treintje door de heuvels gereden, hebben we met het hele dorp aan lange tafels geBBQ-ed met op de achtergrond een typisch Franse band en hebben we met de hele camping eend gegeten. Die laatste activiteit eindigde die avond enigszins in een drama toen ik met de kinderen alvast naar ons huisje was gegaan. Tijdens ons pyama-aantrek-ritueel bleek dat Simone 40,2 graden koorts had. Terwijl ik me helemaal om Simone bekommerde, viel Eveline uit het raam van ons huisje. Kortom, herrie alom. Gelukkig ken je op zo’n camping iedereen, dus de buurvrouw kon Ronald even voor me ophalen.

De dagen erna stonden in het teken van het ziek zijn van Simone. Ronald voelde zich enorm verantwoordelijk en week geen seconde van haar bedje. Internet was dan ook een handige bron voor de nodige medische informatie. Toch fijn als je een man hebt met de nodige kennis en bezorgdheid. Mijn stress om Simone was daardoor minder heftig.
Toen Simone vier dagen achter elkaar zo’n 40 graden koorts had, zijn we toch maar naar de huisarts gegaan. Het huisartsensysteem loopt hier zo’n 20 jaar achter op dat van ons.De huisarts heeft gewoon een praktijk aan huis en onderling regelen ze een soort van waarneming in het weekend. Primitief, maar het systeem van “ons kent ons” werkt wel. Eén telefoontje en je wordt (zoals bij ons op een Zondag) meteen doorverwezen naar de betreffende dienstdoende huisarts.

In samenwerking met de nodige medicatie is Simone inmiddels beter. Ze werkt haar macaroni weer met haar handen naar binnen alsof haar leven ervan af hangt en tegen een chocolade koekje, banaan of Cornetto zegt zij geen nee.

Wij zijn happy, uitgeslapen en kunnen weer het nodige ondernemen. Da’s toch heel wat beter dan de hele dag binnen zitten en mee te luisteren terwijl Ronald het ene na het andere boekje aan de kinderen voorleest (in het bekakte Engels, op z’n Jambers, op z’n Bosch en op z’n ranzigs).

Morgen staat er op het programma een bezoekje aan de grotten met ’s avonds een Paella avond.

Nee, wij mogen niet klagen!

05 juli 2009

Ieder einde kent een nieuw begin

Het is alweer een dikke maand geleden sinds mijn laatste blog. De hoogste tijd dus voor een update. Aangezien we inmiddels weer naar Nederland zijn teruggekeerd, is een blog bijhouden niet meer zo noodzakelijk. Toch heb ik besloten ermee door te gaan zodat ik tenminste nog eens wat anders te doen heb dan huisvrouw zijn. En het voorkomt dat ik over een paar maanden aan Ronald moet vragen: “Hij reed” is dat met een “d” of een “t”?

Goed, een update. De afgelopen weken waren zo ongelooflijk druk, dat ik bijna niet weet waar te beginnen.

Het afscheid nemen van Canada was best pittig. Een week voor ons vertrek hadden we een Goodbye feestje voor Ronald’s collega’s. Leverde in huize Pennings natuurlijk de nodige stress op. En wanneer Ronald stress heeft,kan je voor ieders gemak maar beter uit de buurt blijven. Dus die middag ben ik maar met de kinderen de hort op gegaan en kwam pas om 17:00 uur thuis. Tot groot verdriet van Ronald, want die had de auto nodig, blijkbaar voor ALLES. En omdat hij niks kon ondernemen, had hij de was maar opgevouwen. Out of all things… of te wel… nog een uur te gaan en al het eten moest nog voorbereid worden en quasi “casual” (maar toch tot in de puntjes voorbereid) op tafel worden gezet. Gelukkig kwamen Tracy en Joanne eerder dan verwacht. In Nederland moet je daar niet aan denken, maar in Canada zijn “vroegkomers”ideaal, want ze doen het prima als oppas, kok of kelner. Ons feestje was dan ook een succes.

Gelukkig maar, want dat stemde mij optimistisch voor ons tweede feestje. Namelijk het kinderfeestje voor Eveline en haar vriendinnetje Emma. En het is ook een echt (laat ik maar zeggen “Typisch Amerikaans”) feestje geworden. Je kent het wel: een “icing” taart met prinsessen, een kamer vol roze heliumballonnen, kilo’s kadootjes verpakt in grote fleurige plastic kadotassen en een verantwoorde “activity” voor de kinderen.) Terugkijkend kan ik best trots zijn op het resultaat. Aan het einde van de dag waren alle peuters bekaf, tot grote vreugde van de papa’s en mama’s. Eveline vond het allemaal prima, ze had een “Sneeuwwitje” barbie gekregen van Karin. Al hadden we K3 uitgenodigd, niks kon meer toppen aan dit kado.

De daarop volgende week stond voornamelijk in het teken van inpakken en afscheidsetentjes aflopen. Overdag was ik met de kinderen en de andere moeders bezig alsof er niks zou veranderen. ’s Avonds zijn we tot laat doorgegaan met onderhandelen over wat wel en wat niet meekon.

En zo werd het vanzelf 8 juni.

Het weer was die dag prachtig. Voor de allerlaatste keer had ik met Mara, Rhian en de kinderen in Public Gardens afgesproken. Oprah Winfrey zou dit bezoek een “full circle” moment hebben genoemd, omdat ons verhaal in Canada eindigde waar het bijna precies een jaar geleden begon… bij het ijssallonnetje in Public Gardens. En zo zat ik met mijn vriendinnen te keuvelen en ijs te eten alsof ik zo nog jaren door zou gaan. Toch werd het gewoon half vijf en moest ik echt beginnen aan mijn laatste wandeltocht terug naar huis. Met moeite heb ik afscheid genomen van Mara en met name Rhian. Het afgelopen jaar is er geen doordeweekse dag voorbij gegaan zonder haar en de kinderen. Wat zal ik ze missen.

Goed, de trein moest verder. Koffers gepakt, snel een gezonde prak gegeten met de kinderen en daarna met de “truck” van Ezra plus de auto van Joanne met een ondergaande zon op de achtergrond naar het vliegveld gereden. Eenmaal op het vliegveld aangekomen, bleken we toch wat “overgewicht” te hebben met onze koffers… zeg maar 500 dollar aan overgewicht. Een koffer was zelfs zo zwaar dat hij eigenlijk niet meer mee mocht. Tja.. en daar sta je dan. Ik kon moeilijk een koffer mee teruggeven aan Tracy. Achteraf gezien hadden we dat misschien wel moeten doen. Een hoop kinderkleding zullen we nooit meer nodig hebben, blijkt nu. Maar daarover meer aan het einde van mijn verhaal.

Dus… 500 dollar lichter vertrokken we naar Nederland; een emotionele Tracy achterlatend. Gelukkig verliepen beide vluchten prima. De kinderen sliepen vrijwel meteen en (voor mij nog belangrijker) er was geen turbulentie. Desondanks heb ik geen oog dichtgedaan. Ik zat nog vol adrenaline van al het geregel in Canada, het afscheid en het naderende welkom in Nederland.

Dat laatste was natuurlijk erg leuk. Even was ik bang dat die vent van “Hello, Goodbye” bij de uitgang op ons zou staan te wachten. Had voor de zekerheid een verhaaltje voorbereid en Eveline een leuke jurk aan getrokken.. je weet zo maar nooit he. Maar gelukkig, niets van dat alles. Wel stonden er een juichende papa, mama, schoonmama, Lambert en Jasper op ons te wachten zodra we bij de bagagehal aankwamen. Dat gaf me wel weer een goed gevoel, eindelijk weer thuis op Nederlandse bodem. Je zou bijna denken dat de tijd had stilgestaan. Maar dat bleek toch niet helemaal waar.

Je merkt dat een jaartje buitenland toch invloed heeft op de manier waarop je denkt en doet. Zo viel het me meteen op dat iedereen voor de “exit” hal bij Schiphol liep te duwen en te trekken. In Canada zouden ze voor mij en de tweelingwagen meteen een weg hebben vrijgemaakt. In Nederland keek iedereen me chagrijnig aan, met zo’n gezicht van, “Als je het waagt om met die koterwagen voor te dringen”. Ook op de snelweg terug naar huis heb ik voortdurend een schietgebed geslagen. Ineens viel het me op hoe ongelooflijk druk en gestresst het op de Nederlandse wegen is. Al dat gewissel van autobaan, al dat invoegen,filerijden en geprop. Ik was blij dat we weer levend uit de auto stapten.

Die middag was het een gezellige Nederlandse sfeer met bruidstaart (het was natuurlijk wel onze trouwdag) met koffie. Gevolgd door kaasjes, wijn, kadootjes en veel bezoek. De kinderen waren door alle aandacht en veranderingen aan het einde van de dag helemaal van slag. Die nacht was dan ook pittig maar na 1,5 uur huilen gaf ook Simone zich in haar nieuwe tijdelijke bed gewonnen. En geef haar eens ongelijk. Slechts 8 weken van haar leventje tot dusver had zij in Nederland doorgebracht.

De dag erna vertrok Ronald alweer voor congres naar Zweden en was ik met de kinderen. Overdag was m’n moeder gelukkig ook thuis, dus die kon veel helpen, totdat Ronald weer terug was. Daarna volgden een drietal hectische weken vol sociale happenings en veel geregel voor onze terugkomst zoals; een paar dagen Antwerpen met Iljoesja (zeer geslaagd op de gekke “alien” film van Nicolas Cage na), 60 jarig jubileum van m’n opa en oma (ook prima feest, helaas zonder burgemeester want die poespas wilden m’n opa en oma niet), 2 huwelijksfeesten ( beide zeer geslaagd, zeker omdat we eindelijk weer eens met z’n tweeen waren en op locatie bleven overnachten),afstuderen van m’n broertje met etentje (leuk om te zien wat hij nou precies had gestudeerd en hoe hij z’n mentor z’n “mattie” had genoemd. “Some things never change”), bezoekjes met vrienden (leuk om te horen dat er toch weer een behoorlijke hoeveelheid vrienden zwanger is) en de verjaardag van Eveline (ja mensen, dit keer haar echte verjaardag. Dat natuurlijk ook weer gevierd moest worden met taart, slingers, kadoos en een bezoekje aan de dierentuin.) Tussen de bedrijven door nog twee keer naar Roosendaal op en neer gereden voor de auto, die na een maand in Nederland te hebben gestaan, nog steeds niet door alle keuringen heen was. Het is een wonder dat we dat ding nog op tijd voor onze vakantie hebben meegekregen.

Natuurlijk ook nog andere wissewasjes: wijzigen tijdelijk adres, inschrijven bij gemeente (tijdelijk zijn we inwoners van Den Bosch), regelen ziektekosten-, reis- en opstalverzekering en alles tig keer verifieren en nog eens aangetekend opsturen.
Tot slot… eindelijk… de koffers gepakt voor onze vakantie. Nederland was leuk, maar na 3 weken begint het toch weer te kriebelen he. Vandaar dat we nu inmiddels alweer twee dagen met onze kont in Frankrijk zitten. En daar zullen we de komende zes weken blijven. Nog even een gezins intermezzo voordat het echte werk in Nederland weer zal beginnen.

Een periode waarin veel weer zal terugkeren naar hoe het was en toch ook een periode die volstaat met verandering. Ieder einde kent zeker een nieuw begin; een nieuwe baan, een nieuw huis en last but not least …. Nieuw Leven. Want ja, het is echt waar.Eindelijk kan ik het grote nieuws bekend maken.

Eveline en Simone krijgen er (als alles weer goed verloopt) eind November een broertje bij!!!