10 augustus 2010

Waar het klokje thuis tikt

Oke, oke, nu echt… de hoogste tijd voor een update. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat wij de komende weken heuze life-events (lees: deze maand hebben we twee dagen drie huizen en geen hulp in de huishouding) niet registreren. Dat het achteraf in ons geheugen lijkt alsof de hele verandering prima te doen was. Dacht het niet…

Volgende week gaat het namelijk echt beginnen; de verhuizing van huurhuis 1 naar huurhuis 2 en een paar dagen later de sleuteloverdracht van ons eigen huis. Het huis dat hopelijk de rest van ons leven een veilige haven zal zijn voor de nodige traan en hopelijk veel gelach. De plek waar ooit de kinderen als uitwonend student naar terugkeren omdat het er zo gezellig en vertrouwd is. En waar er hopelijk veel logerende kleinkinderen zullen rondrennen tijdens de Kerst.

De afgelopen weken stonden dan ook in het teken van een hoop uitzoekwerk en beslissingen. Het vergelijken van 5 hypotheekaanbieders, 5 keukenaanbieders, 2 klusjesmannen, 2 badkamerspeciaalzaken en een aantal woonboulevards gaat je niet in de koude kleren zitten.

Bovenstaande is al moeilijk genoeg wanneer je in je eentje aan de slag moet maar het geheel wordt een grotere uitdaging wanneer je er gratis drie enerverende kinderen bij krijgt.

Zo hebben we 4 uur bij Bruynzeel keukens gezeten (de showroom meneer wilde de offerte perse in het nieuwe computersysteem uitwerken, helaas was dat voor hem als wat voor mij een SMS’je versturen is met Ronald’s mobiel; it’s just not meant to be). Toen het overige personeel zelfs een roerei begon te bakken, waren de kinderen het zat. Na al die tijd onder de trap gezeten te hebben met een stel afgekloven kleurpotloodjes en een kindertekenfilm zonder geluid vonden ze het wel welletjes. De offerte kwam uiteindelijk uit op een slordige € 40 000, maar dan hadden we toch zeker wel een “Bruynzeelkeuken”, aldus de vriendelijke meneer. Al die moeite voor Piet Snot. I mean, just how rich do you think we are?

Ook is menig showroom totaal verbouwd door onze lieverdjes. In Duitsland hadden de meiden besloten dat het speelhoekje van de Siematic showroom ook wel goed achter de luxaflex opslagplaats kon staan. Wij dachten al “Goh, wat is het toch stil en wat kunnen wij rustig praten”. Totdat wij ontdekten dat de design assecoires uit alle showroomkeukens verdwenen waren. Na wat zoekwerk troffen we de meiden aan in een geheime schuilplaats achter een kasje; onschuldig spelend met al hun buit.

Enfin, al doende word je steeds wijzer. We weten nu dat de IKEA eigenlijk het beste familierestaurant op aarde is; ze hebben zelfs een magnetron en bestek/servies voor kinderen. De gehaktballetjes zijn alleen net kauwgum volgens Ronald maar ach, dat moet je maar op de koop toenemen.

Minpunt is dat Simone tijdens een van onze IKEA bezoekjes niet in het ballenbad mocht omdat ze nog geen drie was. “Stel dat er nou wat zou gebeuren he” , aldus de pedagogische IKEA verantwoordelijke, “ dan hebben wij wel de poppen aan het dansen met de verzekering.” En zo bleef het IKEA ballenbad de hele middag leeg (Eveline wilde ook niet meer uit medeleven met haar zus) en kon de medewerkster weer verder met haar LINDA.

Eveline is te midden van alle verhuisperikelen begonnen met haar laatste dagen op de creche. Laatst zaten we aan tafel en zei ze tegen Ronald, “Papa, ik moet je iets fluisteren. Ik ben verliefd op Jan en Jan is verliefd op mij”. Ronald moest lachen. Simone zag dat ik teleurgesteld keek omdat mij niks werd toevertrouwd. Dus zei Simone, “Mama, ikke fluisteren jou …. Ikke heb tomaatjes.”

Tijdens het haren wassen vindt Eveline het niet erg als er shampoo in haar ogen komt. Dan worden haar ogen tenminste schoon en roze. Net als bij prinses Lillifee. Laatst nam ze de telefoon op en zei op bloedserieuze toon “Hallo, met Josje.” (die van K3) “O, volgens mij is dit Eveline of niet?” “Nee, met Josje.”

Simone heeft de laatste weken grote sprongen gemaakt. Zo heeft ze helemaal zelf besloten om zindelijk te zijn. De hele dag wil ze niks liever dan op de pot zitten en altijd met succes. Hoewel mijn hele dag nu in het teken staan van plas, poep en het schoonmaken van de hele penarie ben ik super trots. Ook komt Simone steeds beter uit haar woorden, wat een hoop driftbuien scheelt. Samen met Eveline houdt ze hele conversaties en ’s avonds hoor je haar in bed zingen: “Alle eendje semmen inne water” “Afikka, totte Merika..” “Houwe oppe, blijfe bij…met mij… singe inne meidengroep.” En wanneer Eveline met haar fantastische motoriek weer eens gestruikeld is over een boomstronk hoor je haar lachen “Haha, Eefelien fallen!!”

En dan mijn kleinste vriendje... Mijn knuffel Yannickje met wie ik alweer 8 maanden non-stop optrek. Onze dagen met z’n tweetjes zijn zo gezellig; samen met het winkelwagentje boodschappen doen en samen in de auto van hot naar her. Hij heeft zo’n heerlijk zacht speklijfje en in z’n matrozenpak heeft hij sjans met iedere vrouw die voorbij loopt. Mocht hij ooit thuis komen met een leuke jongen dan zou ik dat helemaal prima vinden. Helaas vrees ik dat die gedachte geen waarheid zal worden. Yannick is ondanks z’n charme wel een typisch jongens jongetje. Zo lacht hij eerst vrolijk naar het gezicht van Barbie om vervolgens alle haren uit haar schedel te trekken. Iedere wagen die voorbij rijdt, wordt met open mond gadegeslagen en er is volgens hem niks mooiers dan de autosleutels. Hij zit al als een echte heer aan tafel in z’n Triptrap stoel en kijkt dan met grote ogen naar z’n kibbelende zussen terwijl hij z’n droge boterham op eet.

Ach ja, waar ons huis ook staat, ik zal proberen alle gebeurtenissen in ons leventje voor de kinderen vast te blijven leggen. En wie weet zullen ze ooit zeggen “Die vreemde vogel van een moeder van mij deed het lang zo gek nog niet.”

28 juni 2010

A first for everything

Vandaag was het dan zo ver… Eveline ging kennis maken op de kleuterschool (of eigenlijk groep 1 van De basisschool, want kleuterschool is wel heel ouderwets, zo heb ik me laten vertellen ).

Al dagen was Eveline in de ban van dit life-event. Belangrijk aan de hele ervaring voor haar was vooral het feit dat Eveline en ik samen een avontuur gingen beleven, eindelijk eens iets wat ze niet met twee andere aandachttrekkers hoefde te delen.

Ik vond de hele gebeurtenis ook wel ingrijpend. Ineens moet je je kind wegbrengen naar een gebouw waar het krioelt van de kinderen. Waar je een “kiss and ride” parkeerzone hebt voor alle Volvo’s en Hummers omdat papa en mama geen tijd hebben om met de fiets in de hand gezellig het schoolplein op te lopen. Waar er voor-, tussen- en naschoolse opvang geregeld is voor honderden kinderen en waar het dus onmogelijk is om “één-op-één” contact te blijven houden met een kind. Dus mocht je kind gepest worden of ernstig mishandeld zijn door andermans telg, dan mag je blij zijn dat het geheel na een half jaar eens boven tafel komt. Om nog maar niet te spreken over de prestatiedrang waar kinderen mee te maken krijgen; de school doet aan Spaanse les en danscursussen. Ook hebben ze elektronische schoolborden die aan internet gekoppeld kunnen worden en is er een schoolband.

Wat zal er allemaal gaan gebeuren met mijn doldwaze Eveline? Ik weet ook wel dat het niet anders kan. Als ik Eveline ’s ochtends wegbreng naar de creche dan ziet het er onderhand wat bizar uit. Zo’n grote meid tussen allemaal baby’s en dreumessen. Toch vindt ze het nog heerlijk om in de zandbak te spelen of om op het peuterbed te luisteren naar een verhaaltje van de leidsters. Iedere boomstronk wordt nog omgetoverd tot podium waar Eveline onder luid gezang zo veel mogelijk aandacht hoopt te trekken. Iedere dag is Eveline weer iemand anders en worden naam en garderobe ’s ochtends al aan haar nieuwe personage aangepast. Soms is ze een prinses (het liefst eentje die heel hard moet werken van haar boze stiefmoeder) dan weer een elfje (en draagt ze haar vleugels trouw met zich mee in de zandbak en in bed).

Vaak zijn het ook willekeurige personages zoals Julia, Noa of Mariposa. Dan zit je in de speeltuin en heeft Eveline verzonnen dat ik haar oma ben. De zin “Kijk oma, kijk eens wat ik kan!” levert vaak verbaasde blikken op zelfs in de Lindenholt. Hetzelfde hebben we wanneer we naar de bibliotheek gaan. Dan word ik steevast “juffrouw” genoemd en met “u” aangesproken door dochterlief. Ik weet nog hoe ik Eveline een keer hardhandig beetpakte omdat ze weigerde uit het speelhuisje te vertrekken in de kinderhoek van de bibliotheek. “juffouw, u doet me pijn!” Heel irritant. Laatst noemde Eveline zichzelf “Allah” (was weer eens wat anders dan Julia of Noa).

En iedere avond moeten de wintertrappelzakken weer uit de kast worden getrokken, want dan zijn Eveline en Simone zeemeerminnen tijdens ons avondtoneelstukje (Op het programma staan dan shows als: “De Verjaardag”, “De bruiloft”, “Baby krijgen”, “Baby zijn”, “Ballerina’s”, “In het vliegtuig”, “Zwarte Pieten gymnastiek” en “De lelijke prinses die toch een knappe prins weet te strikken omdat hij haar heel aardig vindt waardoor de prinses vanwege de ware liefde toch nog beeldschoon wordt” (= een verhaal verzonnnen door m’n moeder, waar ik haar nog voor heb moeten bellen omdat het verhaal abracadabra was voor mij tijdens de uitvoering).

Soms kan ik m’n bezoek niet eens verstaan omdat Eveline zo luid mogelijk een zelfverzonnen liedje moet zingen over “Bloemetjes in een vaas”, maar wat zou ik het erg vinden als ze na een maandje basisschool ineens dodelijk serieus zou worden.

Gelukkig vond Eveline na aankomst in haar nieuwe klasje meteen aansluiting bij een andere meisje. Dat meisje ging met Eveline met de Lego spelen, ze verzonnen dat ze lollies hadden gemaakt. Dus dat stemde mij weer enigszins gerust.

Ook zitten er bij Eveline op school oudgedienden van haar creche. Een kindje herkende Eveline meteen en plaste van blijdschap (of van de stress) spontaan in z’n broek. Waarop ik Eveline aanspoorde om vooral met dat jongetje op te trekken. Maar Eveline was alleen maar geinteresseerd in haar nieuwe vriendinnetje. Het harde leven is begonnen…

Aan het einde van de middag mocht ik Eveline weer ophalen. Met de juf had ik afgesproken dat ik haar bij de muurschildering aan de zijkant van het schoolgebouw weer zou treffen. En daar stond ik dan, moederziel alleen, om 15:00, op het schoolplein, terwijl de school pas 15:15 was afgelopen. Ondertussen stroomden de papa’s en mama’s ook langzaam het schoolplein op, gezellig keuvelend met elkaar. Arghhh, aansluiting vinden bij een bestaand netwerk … ineens voelde ik me net zo alleen als Eveline in haar nieuwe klasje. Gelukkig herkende ik een meisje van de pufcursus en was onze oude kraamzorg overblijf juf. Een meevaller dus.

Jammer was alleen dat ik bij de verkeerde muurschildering stond en dat Eveline + juf na 10 minuten nog op mij stonden te wachten. (Altijd een prima eerste indruk, zeker wanneer het 30 graden is buiten en de juf graag op tijd weg wil voor de wedstrijd van het Nederlands elftal…)

Maar goed, ondanks bovenstaande verliep de dag best goed. Samen zijn we nog naar de speeltuin geweest, hebben we daar gezwommen en een ijsje gegeten. Moe maar voldaan viel Eveline in een diepe slaap vanavond.

De eerste dag zit erop… slechts 4140 breng en haal dagen te gaan, hetzij aan mama’s hand, hetzij met de bakfiets, hetzij op haar eigen fiets, hetzij achterop de scooter bij “Ali Chemicali”… we zullen het wel zien.

02 juni 2010

Voorspoed is als braadworst, neem nooit meer dan je kunt handelen.

De woonkamer ligt nog vol met op te vouwen kleding , de ochtendvaat staat nog te popelen om afgewassen te worden en eigenlijk moet ik nog mensen mailen… maar ja, internet ligt eruit… reden genoeg dus om niet te hoeven mailen en dus weer reden genoeg om de rest van de kluslijst ook maar overboord te gooien. Alsof iemand in dit huishouden vanavond thuiskomt en zegt… “Goh.. wat is het aanrechtblad blinkend schoon en wat heb je de stofresten toch weer netjes uit het bakje van de droger gehaald.”

Nee, dan zet bloggen meer zode aan de dijk voor later. Het is bloggen of lekker slapen als activiteit, maar ja, als ik voor dat laatste kies dan kan ik de creche leidsters (of was het lijdsters?) niet recht in de ogen kijken vanmiddag. Vorige week heeft Eveline op het dagverblijf ook al vrolijk medegedeeld dat ik naar de sauna ging met een vriendin die dag (iets wat ik mezelf had gegund omdat Ronald de hele week in Canada zat). Sindsdien vertel ik de leidsters aan het einde van iedere dag hoe hard ik wel niet heb gewerkt.

De afgelopen weken is er veel gebeurd. Zoals voorspeld, alle veranderingen die maandenlang op zich hebben laten wachten, kwamen in “korte tijd” samen… of eigenlijk… in een kwartier samen.

Een paar weken geleden kregen we tijdens het eten eindelijk het langverwachte telefoontje van de makelaar dat wij (onder voorbehoud van financiering) de trotse eigenaren waren geworden van een prachtig huis.

Vreemd eigenlijk hoe je in je leven zo lang kan wachten op een paar verlossende woorden (“Je bent zwanger.””Je krijgt de baan.” “Je bent genezen.” “Wil je met me trouwen.”) maar dat je reactie op het moment zelf niet zo explosief is als dat je je van te voren had voorgesteld.

Natuurlijk keken Ronald en ik elkaar met veel blijdschap aan toen Ronald met de makelaar had opgehangen. Maar ja, veel tijd voor champagne, uit eten gaan en flink doorhalen in de kroeg hadden we niet… we zaten in het midden van het gewone avondritueel vol lawaai en eetonderhandelingen. Dus gingen we maar weer verder met onze bloemkool en worst.

Twee seconden later hoorde ik een bliepje op de laptop met het teken dat ik een mailtje had binnengekregen. Dit bleek het langverwachte mailtje te zijn waarin stond dat ik was uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

Je kan je voorstellen dat mijn bloemkool gedurende onze bijzondere maaltijd steeds lekkerder begon te smaken. Tegelijkertijd begonnen de zenuwen aan me te knagen… zo veel voorspoed in een keer, dat vraagt gewoon om ellende.

En ja hoor, tijdens een verhitte discussie tussen Ronald en mij over al onze toekomstplannen, schep ik twee lepels rouwkost op Simone’s bord. Mevrouw pakt een sherry tomaat en werkt die gretig naar binnen. Ik zie gelijk dat haar gezicht betrekt en hoor hoe ze nog een gesmoorde “Mmmmamaaaaa” weet uit te brengen terwijl ze hulpeloos naar mij kijkt. Meteen zeg ik tegen Ronald dat het niet goed zit bij Simone.

“Simone? Gaat het? … Simone… Kom op, even doorslikken… Kom maar even bij papa… Simone kom nou… doe is mee… SIMONE!!” Kreten gaan over in actie en ik zie hoe Ronald Simone beetpakt en over z’n knie legt. Het enige dat ik ondertussen kan uitbrengen is “Ronald doe iets. Je moet echt iets doen. Doe nou, doe nou”. Godzijdank kan Ronald z’n stress in zo’n situatie meteen omzetten in actie. Ik sta alleen maar hopeloos te gillen.

Nadat twee harde kloppogingen op Simone’s rug nog geen enkel resultaat geven, pak ik de telefoon. “Ronald ik bel 112…. ik bel nu.” Tegelijkertijd weet ik dat dat geen enkele zin heeft. Hoe lang doet een ambulance er wel niet over om bij ons thuis te komen? Tegen die tijd kunnen we alleen een levenloos kind overhandigen aan de ambulancemensen.

Dan bedenk ik me dat ik gewoon naar buiten ren en keihard ga gillen om hulp. Maar ja, ook dat is zinloos. Wie in de Lindenholt kan m’n kind beter helpen dan KNO arts Ronald?

Terwijl ik zie hoe ook Ronald steeds radelozer aan het worden is en fanatiek blijft kloppen en slaan op Simone’s rug loop ik naar de bestekla.

Bijna had ik een aardappelschilmesje gepak zodat Ronald een sneetje kon maken in Simone’s keel. Woest werd ik gewoon… ik was toch echt niet van plan om de dood van m’n kind zomaar over me heen te laten komen, absoluut niet… al had ik alle messen van de wereld op Simone’s keel moeten zetten, strijden zouden we.

Maar godzijdank…. GODZIJDANK… roggelde ze uiteindelijk toch de halve sherrytomaat uit die als een dopje op de uitgang van haar luchtpijp was beland. Bleek van ellende begon Simone te jammeren en mompelde steeds “Mone, schrokken, papa, mone erg schrokken.” Ik begon ook mee te snikken en zakte zo ongeveer door m’n benen van de ontlading. Wat had ik in hemelsnaam moeten beginnen als Ronald er niet was geweest?
Op dat moment deed niks er meer toe, het huis niet, m’n baan niet… alleen het feit dat we simpelweg dankbaar waren om samen te zijn.

Gelukkig helpen je kinderen je dan ook weer om niet te lang bij zaken van leven en dood stil te staan. Toen iederen van de ergste schrik was bekomen, zei Eveline “Nou… kunnen we nu weer gewoon gaan eten of niet?” En zo zaten we na ons kwartiertje van euforie en doodsangst gewoon weer aan de bloemkool en de worst… hetzij in kleine stukjes.

25 april 2010

Lachen voor het vogeltje

Typisch … de komende week wordt voor ons bepalend voor zo’n beetje de rest van ons leven. We zijn in onderhandeling voor een huis en ik heb gereageerd op een sollicitatie; ons verdere inkomen, de maandelijkse lasten en datgene wat we de komende 30 jaar per maand over houden voor leuke dingen, wordt ergens in deze 7 dagen bepaald. Los nog van de omgeving waar de kinderen zullen opgroeien en het type kinderen dat ze zullen worden. Een zwangerschapstest is er niks bij… Maar waar maak ik me zorgen om?

De tandarts, precies.

Tot mijn groot verdriet heb ik morgenmiddag een afspraak bij de “mondhygiëniste” (= persoon die alle baggerwerk moet opknappen waar een tandarts toch echt geen trek in heeft). En dat houdt in dat er gedurende 30 minuten iemand alle randjes van mijn tanden schoon gaat schrobben; grotendeels met een elektrisch apparaatje maar voor alle spannende donkere en onbereikbare gaatjes helaas ook met een scherp schrapertje, dat heerlijk langs m’n tandvlees zal schuren tot bloedens toe. Echt geen leuk vooruitzicht, zeker wanneer je weet dat je baby naast de tandartsstoel zal liggen te spartelen omdat je geen oppas hebt.

Maar goed, volgens de grote baas (tandarts X) heb ik deze ellende allemaal aan mezelf te danken; ik poets nooit elektrisch (haal gewoon handmatig een zwabber door m’n mond, gedurende 30 seconden) en (dat is nog wel het meest onvergeeflijke) ik flos nooit. Tja… en dan zul je moeten boeten.

Ieder halfjaarlijks controle bezoekje bij de tandarts weet ik alweer wat er gaat gebeuren. Ronald wordt de hemel in geprezen over hoe glimmend glad en goed onderhouden zijn tanden zijn. Daarna ben ik aan de beurt en volgt er steevast een theatrale zucht van tandarts zijde. Ik kijk ondertussen zo naïef mogelijk naar de foto’s van de motoren die meneer aan z’n tandartsenmuur heeft hangen…. leuke hobby, denk ik bij mezelf, zou vast niet mogelijk zijn wanneer iedereen z’n gebitje zo goed zou onderhouden als manlief. Eigenlijk zou tandarts X blij moeten zijn met cliënten zoals ik… zonder mij geen motor… maar helaas… onze tandarts is een idealist en ziet het als zijn roeping om mensen toch echt met hun neus op de ongezonde feiten te drukken; de eerste paar bezoekjes gebeurt dit goedschiks, daarna kwaadschiks. En in die tweede fase ben ik nu met mijn tandarts beland.

Deze keer kreeg ik de volgende vraag toegeworpen; “ Wanneer zou jij je tanden willen verliezen?” Natuurlijk was mijn reactie (netjes opgevoed als ik ben) er eentje volgens het boekje: “Nou eigenlijk nooit.” (Natuurlijk bedacht ik me die avond in bed de ene mooie one-liner na de ander. Zo van: “Tja… dit jaar staat er nog een verhuizing op de planning en moet ik nog een baan zien te vinden… maar volgend jaar heb ik meer tijd. Doe het dan maar.”of “ Nou, misschien wanneer ik in een midlife crisis zit en ik hoognodig aan mezelf moet werken. Dan ga ik voor een prachtig kunstgebit a la Julia Roberts”) Zijn reactie: “Jongedame, als dit zo doorgaat heb jij over 15 jaar geen tand meer in je mond staan.” “O.” (kon verder niks verzinnen om te zeggen) “Ja…denk daar maar eens goed over na. Je begeeft je in een grote gevarenzone.” Mijn reactie: “O.” Ronald’s reactie “Nou dat is dan niet zo leuk, ik wil namelijk liever een vrouw met tanden.”

Welja, dacht ik, ga vooral samenzweren met de grote baas. Als man moet hij gewoon aan mijn kant staan, “for better or worse”, ook als dat tandeloos is. Dus ik keek manlief zo pissig mogelijk aan terwijl de tranen zo’n beetje in m’n ogen stonden.
“Ik weet dat je het druk hebt” zegt tandarts X (terwijl hij naar de kinderen kijkt die bezig zijn het ene na het andere spuugbekertje vol te gieten met water door op het rode knopje te drukken) “Maar er zijn dingen waar je gewoon tijd voor moet maken.”

“O ja” herhaal ik apathisch “Waar je gewoon tijd voor moet maken…”

WAAR JE GEWOON TIJD VOOR MOET MAKEN! I beg your pardon? Volgens mij heb ik naast een ontstoken gebit ook nog een gehoorprobleem want dit kan ik echt niet zo gehoord hebben.

“Ja, Patricia” zegt Ronald “Daar heeft meneer X eigenlijk wel gelijk in”. “Eigenlijk” aldus tandarts X “moet je gewoon iedere avond een “floskwartiertje” inplannen.”

Moedeloos kijk ik weer naar de motorfoto’s … zal ik überhaupt nog moeite doen om mezelf te verdedigen tegen een meneer die hoogstwaarschijnlijk geen kinderen heeft en dus echt niet weet wat het betekent om per dag hooguit een uurtje voor jezelf te hebben.

Die niet zal begrijpen dat wanneer je aan het einde van je dag; dus na het in bad/bed ritueel van de meiden, de afwas, de stofzuig, de was, 6 pogingen tot het in bed stoppen van Yannick, de sociale telefoonverplichtingen, de mailtjes, het smeren van het brood voor de dag erna en het schrijven van nieuwe “to do” lijstjes je eigenlijk gewoon even niks wil om 23:00 s’avonds. Gewoon even niks.. hooguit de herhaling van “As the world turns”of “Shownieuws”.

Maar ja… eigenlijk, eigenlijk, EIGENLIJK is dat dus niet genoeg… want… dan moet FLOSSEN boven aan je lijstje staan… vlak voor de laatste fles van Yannick. Heel gewoon, heel gezellig, lekker een kwartiertje flossen.

En hoe leg je dan nog geloofwaardig uit dat er waarschijnlijk niks anders op zit dan tandeloos door het leven te gaan.

Geheel ontdaan liep ik de wachtkamer uit; natuurlijk nadat ik zoals gewoonlijk alle 1000 beloftes tot beter gedrag had geuit. De meiden waren helemaal happy…die mochten met een muntje een cadeautje uit het trekautomaat vissen. Een leukere vent dan de tandarts bestond er in hun ogen niet. Een copy-paste hiervan ook volgens Ronald.

Ik daarentegen… moest een vervolgafspraak maken voor het groene stoeltje. Om daar 30 minuten lang gereinigd te worden en voor de 1000ste keer voorlichting te krijgen over het genot van het flosproces.

Het erge van het hele verhaal is nog, dat toen wij op weg waren naar de uitgang, tandarts X tegen Simone zei: “En… wat heb jij voor cadeautje gekregen? Ik zie het al… een sleutelhanger van “Baby Jaguar”.”

Ja hoor… dat kon er ook nog wel bij…uit zijn opmerking bleek dat tandarts X waarschijnlijk ook gewoon jonge kinderen heeft. Alleen met dat verschil dat er bij hem thuis om 23:59 nog wel een lampje brandt voor een fervente flosser. Sindsdien heb ik alle excuses maar het raam uitgegooid en poets ik alweer 3 weken elektrisch.

14 april 2010

Het feest kan beginnen

Het afgelopen weekend hebben we genoten van een “ontspannend” weekendje weg. Al hoewel… “uitdagend” zou de gehele onderneming beter kunnen beschrijven. Want je durft wel natuurlijk, als je met 4 volwassenen, 1 kleuter, 3 peuters, 2 baby’s en 2 honden in een 8 persoons huisje gaat zitten van Landall Greenparcs.

Wat voelden we ons burgelijk op het moment dat we het park opreden met onze familiewagen. Overal precies dezelfde huisjes met rode plastic bank en standaard schilderijtje. Maar nu dat we zelf kinderen hebben, begrijpen we ineens waarom al die gezinnen voor deze Mc.Donald’s formule kiezen. Aangezien je dag met jonge kinderen toch bestaat uit kleine activiteiten waarbij zelfs een loopje naar de supermarkt kan uitmonden in de grootste onderneming, dan is het heerlijk om alle kindervertier op kruip afstand te hebben.

Dus net als m’n moeder, deed ik de woensdag voor vertrek alvast de was en grote boodschappen. Alles (incl. twee kinderbedjes, stoelverhoger, wandelwagen, rugdrager, draagdoeken, tummy tub en dekbedjes voor de kinderen) stond op de middag van vertrek keurig klaar in de hal. Ronald hoefde na z’n werk alleen nog de auto in te laden en wat spullen uit de koelkast over te hevelen in de boodschappen krat. En natuurlijk… bij deze overdracht van taken ging het mis.

Bij aankomst bleken we de helft van de kaasjes, de bakboter, de vissticks en de balsamico azijn vergeten te zijn. En da’s niet zo fijn wanneer je van plan bent heerlijk cullinair te gaan doen op de zaterdagavond, wanneer de kindertjes op bed liggen.

Op zich niet zo’n ramp. Ieder park is natuurlijk voorzien van een supermarktje waarbij voor slechts het drievoudige van het marktcomforme bedrag je de boodschappen zo weer in huis hebt. Ware het niet dat we ook beiden geen portmonnaie hadden meegenomen. En dan staat het zo sneu om geld te moeten lenen bij je vrienden. Maar goed…

Ondanks het wat roerige begin, moet ik zeggen dat het weekend “naar omstandigheden” erg goed is verlopen. De kinderen hadden genoeg afleiding aan elkaar en met vier volwassenen konden we alle activiteiten goed opsplitsen. Alleen de spitsuurtjes tussen vijf en acht waren chaotisch, zeker met 6 kinderen in een woonkamertje van 6 bij 3; rode bank of niet.

Ik hoop dat onze kinderen net zulke leuke herinneringen zullen hebben aan onze bezoekjes aan dit soort parken als die ik heb van vroeger. Mijn lol kon toen niet op; springkussen, filmnet, midget golf, kids club en ballenbad. Vooral ook de geur van zwemparadijs wanneer je met verkleumde handen in het huisje aankomt en je moeder thee en cakejes klaar heeft staan en waarbij je met z’n allen de “Mini-Playback Show” van Henny Huisman kijkt. Dat soort gezellige herinneringen hoop ik ook door te geven. Hoewel het toch wel leuker is om aan de ontvangers kant van al dit plezier te mogen staan.

Ook de nachten in het huisje verliepen best goed (lees: Simone werd pas wakker om kart voor vijf ’s ochtends en had “slechts” 5 sus pogingen nodig om weer in slaap te komen. Daarna besloten de andere kinderen om 6:30 aan hun dag te beginnen). Toch was vooral Simone blij om Zondagavond weer thuis te zijn tussen haar nieuwe poppenspeelgoed.

Want het weekend voor ons huisjes-avontuur hadden we Simone’s verjaardag groots gevierd. Zeker omdat Simone een wat moeilijke tijd achter de rug heeft (geboorte Yannick, bang om alleen te zijn ’s nachts, driftbuien enz.), besloten we om haar verjaardagsfeestje groots aan te pakken.

Dus kreeg het feestje een Canadees/Amerikaanse tint, met slingers, ballonnen, prinsessenvlaai en een uitgebreide Paaslunch. Natuurlijk was ik enigszins doorgeslagen in de hele onderneming en bleven er na afloop 40 belegde bolletjes, 3 bakjes kaasjes/worstjes, 2 schalen met paaseitjes en 1 snoepbak vol Jip en Janneke rozijnen over. Dus aten we met de opa’s en oma’s die avond nog maar een keer bolletjes.

Simone vond haar hele feestje erg indrukwekkend en wist zich geen houding te geven wanneer ze weer een kadootje kreeg. Eveline daarintegen wist precies welke kadootjes ze in beslag kon nemen. Vooral de sprookjesvleugels heeft ze niet meer af gedaan.
Ronald en ik waren gesloopt aan het einde van de dag, maar het was zeker de moeite waard.

De volgende dag, op Simone’s echte verjaardag, zijn we naar Millingen Theetuinen geweest. Het was prachtig weer en de kinderen konden hun lol niet op tussen alle fonteintjes en tuinbeelden. Yannick lag in z’n wipstoeltje, terwijl wij wat dronken in de tuin. Een zeer geslaagde dag.

Op de terugweg besloten we makkelijk te doen en belandde we in de enige snackbar van Millingen. De meiden keken hun ogen uit toen ze een patatje mochten eten op een barkruk met boven hun hoofd een blerende televisie. Ze raakten verzand in een boeiende discussie, zeker voor het gemiddelde snackbarpubliek. “Weet je he, als je verdrinkt, dan kom je in de hemel”aldus Eveline. “En in de hemel zit opa Bert… en Jezus.” “Papa, hebben ze in hemel ook speelgoed?” “Ik heb een vliegtuig en die kan wel naar de hemel. Maar nu staat hij nog in Canada.” Simone’s reactie: “Ikke ook fiegtuig Iene, ikke ook.”

Inmiddels zijn we een week verder en heb ik alweer leuke plannen voor komend weekend. Voor Ronald’s verjaardag gaan we samen een dag en een nacht weg terwijl m’n zusje en Taco op de kinderen passen. Even de tijd om gezellig samen te eten, te praten, te slapen en dergelijke. Al hoewel… ik ben benieuwd of het nog van het “en dergelijke” gaat komen, aangezien we in een klooster logeren. Tja, even weg voor de rust …

22 maart 2010

Begin de dag met een dansje…

Het is 6:45 en Ronald doet de deur open om te gaan douchen. Ja mensen, vannacht waren wij gezegend met een dikke 6 uur slaap, zonder onderbrekeningen. Dus zeker een publicatie waard dacht ik zo. Wat ook een publicatie waard is, is het verloop van de rest van de ochtend tot dusver.

Deze begon dus goed en ook het aankleden van de meiden, opruimen van de slaapkamers en mijn douchebeurt (ik had zelfs het privilege om m’n benen te mogen scheren) verliepen bijzonder soepel. 7:30 zaten de meiden aan tafel met brood + melk en Ronald stapte op z’n fietsje met achter zich latend een vredig gezinstafereel.

Too good to be true natuurlijk.

Eveline besloot nog geen twee minuten later dat een chocolade surprise ei van “Hello Kitty” mee moest worden genomen in de onderhandelingen tot het kunnen nuttigen van haar boterham. Bij een “nee” van mij was het startsein gegeven om eens flink de bloemetjes buiten te zetten.

Natuurlijk bleven de meiden niet rustig zitten toen ik naar boven liep om Yannick uit z’n wiegje te halen voor een flesje beneden. Toen ik weer beneden kwam, zaten beide meiden in de W.C.

Eveline had geplast op het potje en was bezig de halve toiletrol van bil naar pot te vervoeren. Simone had meer oog voor de toiletrollen-houder en was daar vrolijk mee over te toiletvloer aan het dweilen. Ondertussen kregen ze ruzie om het prinsessenkrukje waardoor de pot met plas bijna over de vloer kieperde. Gelukkig kon ik Yannick nog net op de bank zetten om de ravage enigszins te voorkomen. Enfin, meiden weer teruggebonjourd naar de eettafel, pot geleegd in de W.C. en vloertje met plasspetters weer schoongemaakt. De rust was weer tijdelijk teruggekeerd.

Maar zoals dat twee wijze peuters betaamd, werd het na 2 minuten stilte natuurlijk de hoogste tijd om eens te kijken hoe ver je kan komen wanneer je ziet dat je moeder incapabel is om sancties voor wangedrag te nemen omdat zij rustig een flesje aan het geven is. Nadat Simone het brood van Eveline had opgegeten, trok ze de bestek-la open om daar tot haar grote vreugde de knoflookpers te ontdekken. Ook daar kregen de meiden natuurlijk weer ruzie om. Eveline had in haar fantasie bedacht dat ze van de knoflook pers een mooie spelt kont maken voor in haar haar, terwijl Simones fantasie m.b.t . het betreffende object niet verder ging dan een stuk gereedschap waar je eens flink mee kon timmeren op de grond en tegen de muur. Simone verloor al snel haar interesse en besloot dat het “verboden kastje” van Harm en Barbara veel leuker was. Na een flinke waarschuwing lukte het haar toch om de waxine lichtjes uit het kastje te kunnen overmeesteren.

Je begrijpt dat mijn geduld weer behoorlijk aan het opraken was. Alle frisse energie van een goede nachtrust voelde ik weer wegsijpelen en het enige waar ik nog aan kon denken was: “We moeten zo snel mogelijk naar de creche.”

Maar goed, zware deadlines moet je jezelf op zo’n moment niet te veel opleggen. Dan kan het resultaat alleen maar tegen vallen. Want tijdens het boeren van Yannick had Simone het speentje van haar broertje alweer in haar mond en had Eveline besloten dat ze als bruid persé een theedoek om haar hoofd wilde. Probeer vanuit die omstandigeden maar eens twee kinderen te overtuigen van de noodzaak om hun jas en schoenen aan te trekken.

Natuurlijk wilde Eveline haar roze klitteband schoenen niet aan (lees: gloednieuwe schoentjes van 79 euro waar ze op moment van de koop helemaal weg van was); alleen de kale lakschoentjes met hakken (die ik ter waarde van 15 euro bij de Schoenenreus had gekocht voor een bruiloft en die ik daarna eigenlijk nooit meer wilde zien maar waar Eveline helaas al maanden alleen maar op wil lopen en waarin ze er uitziet als een kindje van het Leger des Heils) waren nog een optie. Oke, dus in het in het kader van “Know how to pick your battles” mocht Eveline haar armoedige schoenen toch aan.

Maar je kent het wel… geef ze een vinger …

Na een grote discussie over het feit dat ze niet met een theedoek om haar hoofd te auto in mocht, begon de onderhandeling over de “legging”. Deze moet de laatste tijd tot onder Eveline’s rokjes en jurkjes omhoog getrokken worden, omdat het bijne lente is… aldus de verklaring van dochterlief. Maar aangezien het s’ ochtends nog maar net boven de 0 graden komt buiten en een paar blote benen met daaroner witte sokken het, toch al niet zo florisante, plaatje van de lakschoenen niet bepaald veraangenamen, moet de legging van mij toch echt naar beneden. Maar deze keer werd het standaard relletje tussen Eveline en mij nog eens begeleid door andere discussies; een haarband of speltje was geen optie (geen theedoek, dan ook geen speltje of haarband vond Eveline), zeester moest echt mee in de auto en de jas… die was alleen voor in de winter.

En het kwik van mijn thermometer liep verder op…

Dan maar focussen op dochter nummer twee, die ondertussen Yannick aan het doodknuffelen was met Elmo. Ik was nog niet op de plaats van bestemming of ik hoorde een harde “tok”; Elmo’s knikker-pingbong-ballen oog kwam hard aan op de hoofdje van Yannick. En ja hoor, naast een jammerende Eveline hadden we er nu ook een huilende baby bij.

Het was voor mij dan ook geen verrassing dat Simone haar schoenen niet aan wilde trekken. En de jas… of dit nu de gele winterjas, de roze tussen jas of de paarse regenjas van Eveline was… behoorde absoluut niet tot de mogelijkheden.

“En als de thermometer te hoog oploopt …. telt u dan gerust even tot 10”
Of mijn versie … “Zeg tegen je kinderen dat je dan wel alleen naar de creche gaat, stamp de kamer uit en sla de deur hard achter je dicht …”

Resultaat: Een huilende Simone bij de deur. (Mijn gedachte: Die wordt vannacht natuurlijk weer 5 keer wakker terwijl ze om “mama” schreeuwt. Met mijn actie heb ik Simone’s verlatingsangst weer nieuw leven ingeblazen.) Gelukkig wilde ze wel meteen met alles meewerken toen ik de kamer weer binnenkwam. Eveline zei alleen maar op een rustige maar dwingende toon: “Ik vind het niet leuk als je zo doet mama…”

Hoe dan ook… na het verschonen van een extra poepbroek van Yannick zaten we wonder boven wonder toch nog in de auto om 8:30. Stiekem de radio op Veronica gezet (gelukkig geen gemor over het feit dat de kinderliedjes aanmoesten) waar ze het nummer: “Your love is like a bad medicine” van Bon Jovi draaide. Helaas kon de volumeknop niet op tien, maar inwendig heb ik goed meegedaan.

Onderweg naar de creche werden de belangrijkste touristische attracties natuurlijk aangehaald. Iedere keer wanneer we langs het reclamebord voor een nieuwbouw project rijden, schreeuwt Simone: “Meisje mama… MEISJE… kijk!” (op het bord staat namelijk een moeder vertederend met een meisje in haar armen). Wanneer we vervolgens de snackbar in de winkelstraat passeren … “IJS,IJS” (natuurlijk vanwege de grote ijs die ze als reclame buiten hebben staan). Wanneer we langs de kerk rijden zegt Eveline altijd dat daar baby Jezus woont. En ik moet Eveline altijd uitleggen waarom de brandtrap bij een bepaald huis nooit tot op de vloer komt maar twee meter boven de grond ophoudt. Ze vindt het maar raar dat wanneer je uit een brandend huis moet vluchten, je de laatste twee meter alsnog moet springen…

Eenmaal bij de creche aangekomen, was Yannick nog wakker… dus die heb ik voor de verandering ook maar meegenomen naar binnen. En ja hoor… het wonder was voltrokken… maar om 9:00 kwam ik met Maxi Cosi en tas vol jassen en sjaals in de ene arm, Simone op de andere arm en Eveline achter me “verstopt” en hangend aan m’n benen… eindelijk aan bij de Regenboog.

Toen ik de meiden gedag had gezegd (na Simone te hebben medegedeeld dat ze echt netjes haar fruit moest opeten straks en Eveline had toegesproken dat "tongkussen" met Julia niet hoort, maar dat ze dat best mag doen over 15 jaar omdat ik ook best ruimdenkend ben als moeder), vroeg Eveline nog: “Mama, kom je ons niet te laat ophalen?” “Gewoon, zoals altijd.” was mijn antwoord. “Oke dan, half vijf?” “Ja, half vijf”. Stiekem moest ik wel lachen, mevrouw kan nog helemaal geen klokkijken…

En weer schiet het liedje van Bon Jovi door m’n hoofd: “Your love is like a bad medicine …”

“And bad medicine is all I need.”

24 februari 2010

Over een scheve schaats rijden gesproken

Ja hoor mensen, we leven nog. Ik denk dat meerdere Nederlanders dit vanochtend tegen zichzelf in de spiegel zullen zeggen, maar daarover later meer. De kinderen zijn naar de creche, dus ik heb officieel een half uurtje om te schrijven, voordat Yannick z’n fles krijgt. Nu maar hopen dat hij nog even blijft slapen.

Ja, slapen, ja…. een woord dat de laatste weken niet zo nageleefd wordt in huize Pennings. Aan onze jongste telg ligt dat (even heel hard afkloppen) gelukkig niet. Die snapt tegenwoordig dat het tijd is om te gaan slapen na z’n voeding van 23:00. Simone daarintegen, heeft het rond datzelfde tijdstip wel weer gehad met haar nachtrust.

Net wanneer je als ouders denkt gezegend te zijn met zo’n 6 uurtjes slaap, komt er een kermend gegil uit de kamer van de meiden.Vervolgens weten Ronald en ik op dat moment niet hoe snel we naar Simone toe moeten gaan… helaas niet zo zeer uit eindeloze liefde en bezorgdheid voor ons kind… maar eerder omdat we bang zijn dat Yannick zich qua slapen ook bedenkt.

Wanneer Ronald of ik vervolgens Simone’s kamer binnenstrompelen, begint de eenzijdige onderhandeling. Wel op z’n peuters … dus onverstaanbaar en gepaard gaande met een hoop driftig gegil. De eerste ronde lukt het ons vaak nog wel om Simone weer terug in bed en rustig te krijgen;wat water, My Little Pony erbij, speentje erin en de rust is weer even terug. De tweede ronde begint vaak om 2:00 (als in, net het moment dat je in je diepste slaap zit) en deze ronde is moeilijker tot een goed einde te brengen, want dan moet de lijst met andere psychosociale oorzaken van het niet slapen worden nagelopen… Was het een nachtmerrie? Is het te donker? Hangt er iets in de kamer dat lijkt op een monster? Ligt er een krokodil onder het bed? Heeft iemand op de creche iets heel gemeens gedaan?… Heeft ze last van hallucinaties en heeft ze als tweede kind op deze hele aardbol ook last van kinder schichofrenie? (ok, ok, te veel Oprah gekeken, maar ja, je weet het nooit.) Alles, alles, gaat er op dat moment door je hoofd.

Als je geluk hebt, dan lukt het om ook deze ronde te winnen met als resultaat een slapend kind. Helaas zijn rondes 3 t/m 10 minder makkelijk te overmeesteren. Deze beginnen rond 5:00, wanneer de nacht er bijna op zit en wanneer je de meeste kans hebt dat je andere kinderen ook wakker worden wanneer er 1 stennis begint te schoppen.

Twee dagen geleden zaten Ronald en ik werkelijk met onze handen in haar. Radeloos lagen we alletwee in bed nadat we ieder om beurten zo’n 8 keer heen en weer waren gelopen en al onze “in slaap krijg” munitie verschoten hadden. Toen we de buurman de W.C. hoorde doortrekken, was voor ons de maat vol… wie is er hier nou eigenlijk de baas? Vraag je je als ouders af op zo’n moment. Hoe kan het zijn dat een kind van nog geen twee het voor elkaar krijgt je nachten zo te kunnen beheersen?

Vroeger zou dat echt niet gebeurt zijn, daar moest kind nummer 11 gewoon mee doen op de boerderij en als er werd gehuild dan deed je dat maar in het hondenhok. Dus wij besloten heel resoluut het campingbedje uit de garage te halen om deze vervolgens in de woonkamer te zetten. Simone erin… en huilen maar, 10 minuten regel erbij en hopla… het probleem moest verholpen zijn toch?

Enfin, twee uur en 12 om beurten tripjes naar beneden verder besloot ik om maar op de bank te gaan liggen naast het bedje van Simone. Natuurlijk niet de “nanny” proof methode, maar Simone sliep binnen 30 seconden.En ik ook overigens.

In overleg met de creche hebben we maar besloten om Simone niet zo vreselijk meer te straffen als ze niet wil gaan slapen. De bedoeling is dat we heel lief voor haar zijn als ze wakker wordt, want waarschijnlijk heeft ze op deze leeftijd last van nachtmerries die ze nog niet kan plaatsen. En een kind dan straffen voor het niet willen slapen, verergert alleen nog maar haar verlatingsangst.

Heeeeeel logisch die pedagogischewoorden. En wat voel je je als ouder schuldig wanneer je na 2 uur onderhandelen ’s nachts ook aan jezelf denkt. Hoe dan ook, vanaf gisteren pakken we het zo meelevend en positief mogelijk aan; aai over bol,lampje aan, ga maar lekker liggen, alles komt goed, papa is in de buurt … Resultaat; we zijn er nu niet 2 uur achter elkaar uitgeweest maar ieder uur van de nacht 1 keer. Tja…of dit nu de oplossing is voor een goede nachtrust.Bovendien heb ik steeds het gevoel alsof er een loopje met me genomen wordt.

Kortom.. straffen, positief geruststellen, negeren … de gouden truc zit er deze keer niet bij. Ik denk dat het een kwestie is van de tijd doorkomen. Simone wordt vanzelf ouder en ik kan me niet voorstellen dat ze ophaar 18de nog steeds roept om een My Little Pony. En het wordt hoe dan ook altijd na iedere nacht weer ochtend….

En met die woorden moet ik opeens aan de olympische spelen denken. Wat heb ik in m’n broek gepiest van het lachen, toen ik het compleet “beschonken” interview hoorde op radio 538 met Erica Terpstra. Die zal toch ook de volgende ochtend naar zichzelf in de spiegel hebben gekeken met een vreselijke kater, zichzelf wel voor te koop slaand hoe ze dit nou ooit had kunnen doen.

En hoe zou Sven Kramer straks wakker geworden, wetend dat zo’n 6,7 miljoen Nederlanders hebben kunnen meegenieten van z’n “mistake of a lifetime”? Ook voor hem komt de zon over zo’n 5 uurtjes weer op en dan denk ik.. iedereen is maar een mens en alle happiness maar ook penarie kent een begin maar ook een einde; zo is Erica content omdat de schijnwerpers even niet meer op haar gericht zijn en heeft Prins Willem Alexander ineens ook een mening over Sven’s ellende. Ook hij is gelukkig omdat hij als prins Pils eens geen reuze mediafout heeft gemaakt. En ik, ik ben even blij dat ik m’n opvoedingsdebacle van de dag even heb kunnen vergeten. En zo is het leven…

Volgens mij heb ik m’n roeping als priester gemist.