31 juli 2009

Een luizenleven

En zo zitten we alweer vier weken in Zuid-Frankrijk. We genieten iedere avond van een prachtige ondergaande zon met op de achtergrond het geluid van een klaterend bergbeekje terwijl wij ons de rosé en de Franse kaasjes heerlijk laten smaken.

Oké, oké, dat is de vakantiebrochure versie die we vertellen aan mensen die we niet mogen. Nu ons echte verhaal tot dusver…

Zoals bij ieder gemiddeld Nederlands gezin begon ook bij ons de vakantie –inpak en –inkoopstress eind Juni behoorlijk toe te nemen. Ronald was erg druk met het regelen van alle administratie rondom onze terugkomst in Nederland. Voor mij dus de taak om… 6 koffers bagage, die verspreid lagen over meerdere adressen in Nederland, weer terug te brengen tot 2 vakantie koffers (wat volgens Ronald al veel te veel was). Daarnaast moesten natuurlijk ook de nodige boodschappen worden gedaan; Je kent het wel, je zal geen Nederlander op een Franse camping aantreffen zonder Bosvruchtenhagelslag, pindakaas, Biotex, een waslijntje incl. knijpers, Sudocreme, Douwe Egberts koffie (de geavanceerden onder ons nemen het hele Senseo apparaat mee), Toetenpoetsers, drop, Andi,Dreft, Yahtzee en Scrabble.

Tijdens het boodschappen doen was het gelukkig niet zo heet (30 graden), had ik prima vervoer (lopend naar de AH en Blokker met de tweelingwagen) en verkeerden de kinderen in opperbeste stemming (Eveline heeft bij de Blokker 20 minuten in de wagen lopen dreinen om een Barbie, die ze niet kreeg. En tot mijn grote verrassing kreeg ik bij de kassa een compliment van een andere mevrouw, die blij was dat er ook nog moeders waren die grenzen stellen en zich daaraan houden. Natuuuuuuurlijk, ik wel.)

Goed, blij met het compliment, liep ik weer vrolijk terug met mijn twee kinderen, drie volle AH booschappentassen en Ventilator (even twijfelde ik om een portable airco mee te nemen, maar die paste mijns inziens helaas niet op mijn rug en ook niet bij het humeur van mijn pragmatische echtgenoot.

Die avond nog zo’n bekende IKEA kinderstoel gekocht en bij de Prenatal een inklapbuggy meegenomen. Hoewel ik me dus beperkt had tot het hoogstnoodzakelijke, viel Ronald’s mond open bij de aanblik van alle bagage. Gelukkig bleek alles prima te passen; er was immers genoeg bagage ruimte onderin de auto bij het reserve wiel.

En ja hoor, 5:30 de volgende ochtend, vertrok ons gezin naar weer een nieuwe bestemming. Compleet bepakt met thermoskan, bolletjes, vettige kippenkluiven (traditie van Ronald en mij) en hardgekookte eitjes.

Onderweg was het natuurlijk ontzettend druk; bij het invoegen twee keer bijna tegen iemand opgereden die compleet geen ruimte maakte. Ja, welkom in Nederland.
Wij hadden als regel dat wij non-stop door zouden rijden wanneer de kinderen sliepen. Dat ging 2 uur lang erg goed. Daarna werden de kinderen wakker en moest Eveline plassen (drie keer uit nood gestopt, niks gebeurd, drama omdat ze toen een Pamper om moest in de auto), gooide Simone haar spenen door de auto om er vervolgens om te gaan jammeren, idem alleen dan voor Eveline’s Zeester, moest Sleeping Beauty Barbie gepakt worden voor het vermaak, moest Simone ook een Barbie, werd er geruzied om wie welke Barbie had en eindigden we weer met de kinderliedjes CD op volle toeren.

Gelukkig konden Ronald en ik elkaar goed afwisselen achter het stuur. We waren allebei toch wel moe van al het gehannes van de drie weken daarvoor. Tussendoor stopten we zoals altijd om wat te eten en de benen te strekken. Het geheel was natuurlijk een succes; Eveline plaste uit vreugde op het picnick kleed en Simone was niet zo “into” het zitten en dus liep die achter iedere vrachtwagen en hond aan die voorbij denderde. Onze “kippenpoten” traditie viel daardoor een beetje in het water. Want lekker samen in alle rust picnicken is er met kinderen helaas niet bij. We zaten dan ook snel weer in de auto.

Omdat onze eerste bestemming Zuid-Frankrijk was, lukte het ons niet om in een keer door te rijden. Rond 17:00 stopten we bij een Formule hotel langs de snelweg. Toen Ronald één hotelkamer had genomen voor ons hele gezin, schoot ik wel even in de stress. Maar gelukkig waren de kinderen na het zwemmen in het hotelzwembad en hun kindermenu met friet en ijs toe helemaal afgepijgerd. Dus die vielen zonder problemen in dezelfde kamer in slaap. Wij vermaakten ons ondertussen onder het TL-licht in de badkamer met onze literatuur (oké, de “Voetbal International” en de “Story”, maar dat terzijde).

Aan het einde van de volgende dag kwamen we dan eindelijk aan op onze eerste camping. Van jongs af aan krijg ik altijd een beetje de zenuwen wanneer ik aankom op mijn vakantiebestemming; je moet bij aankomst zo wennen aan de hitte die er over de camping hangt aan het einde van de dag, je ziet er verfomfraaid en moe uit, dan moet je nog al je spullen uitpakken en een beetje een gezellige indruk maken op de (natuurlijk) Nederlandse buren terwijl je kinderen jengelend aan je benen hangen…
Gelukkig kregen we een gloednieuwe stacaravan toegewezen. Alle apparatuur moest zelfs nog van het plastic worden ontdaan. Heerlijk als je weet dat er geen vreemde billen op je W.C. bril hebben gezeten en dat de haren die je in het doucheputje aantreft, toch echt van jou of je vent moeten zijn. De caravan had drie slaapkamers, een ruime bad en eetkamer met keuken. Ook stonden we heerlijk in de schaduw. Kortom; ik voelde me al snel thuis. Ook de kinderen waren erg enthousiast. Ik kreeg ze dan ook niet voor 23:00 in hun bed. Maar dat schijnt volgens het Franse kinderschema heel gewoon te zijn. Tot mijn grote verdriet.

Binnen een week zat ons huidige vakantieritme er goed in. ’s Ochtends halen Ronald en Eveline twee stokbroden, croissantjes en pains au raisins. Na het ontbijt en de koffie is het tijd voor de ochtendactiviteit (lees: naar de supermarkt of naar een stadje). ’s Middags gaan Simone en ik even slapen terwijl Ronald met Eveline “Dora” kijkt. Na het slapen is het tijd om te zwemmen, gevolgd door het avondeten, het slapen van de kinderen en de quality time voor ons twee.

In het begin kon Ronald maar niet wennen aan dit nieuwe schema. Hij zat voordurend met z’n werk in z’n hoofd, keek iedere seconde naar z’n mail en naar de Nu.nl pagina. Gelukkig heeft ook hij het nieuwe ritme gevonden van een dagelijks leven met kinderen oftewel: je bent de hele dag aan het eten, schoonmaken, sussen, uitleggen, vermaken en regelen. Je bent bekaf aan het einde van de dag maar je bent tot niks gekomen. Heerlijk om dit gevoel nou eens samen te kunnen delen.

Een beetje jaloers waren we dan ook wel op onze buren. Zij hadden drie kinderen, waarvan de jongste iets ouder was dan Eveline. Na het ontbijt gingen hun kinderen lekker naar de “Kids-Club”op de camping. Dus terwijl wij de ontbijtravage nog aan het opruimen waren en de kinderen nog aangekleed moesten worden, zaten zij al heerlijk aan de koffie samen en lazen ze een boekje in de zon. Als wij naar het zwembad gingen (en dus alleen maar bij het pierenbadje bezig waren met de kinderen bij de glijbaan en in het water), lagen zij weer lekker met hun boekjes op hun ligstoelen, terwijl zij zo nu en dan eens naar hun meiden keken. Ook ’s avonds, wanneer wij druk doende waren met het hele eten-, bad- en bed- ritueel, zagen wij hun kinderen na hun veel te rustige en beheerste maaltijd weer vrolijk rondhuppelen met hun ijsje, op weg naar de tafeltennistafels. En weer, werd het kopje koffie gezet en werd het leesvoer in alle rust tevoorschijn getoverd. Enigszins jaloersmakend, maar tegelijkertijd wel een geruststelling dat ook Ronald en ik over enkele jaren zo met de kinderen op vakantie kunnen.

Het leven op een camping lijkt op het leven in een dorp. Voor minimaal een week deel je lief en leed met iedereen. In het begin doe je nog een poging om de schone schijn op te houden (“Wat zeg je liefje?” “O wil je niet slapen, dat geeft niet hoor.” “Heb je al je eten zo maar op de grond gegooid kleine boef..” “Ach, die aardbeien vlekken krijg ik er wel uit hoor.” “Nee hoor, een beetje moddervoeten in de caravan hoort erbij.”). Maar binnen no time loop je gewoon in je onderbroek naar buiten om ’s ochtends de tafel te dekken, kan iedereen meegenieten van alle gemok en gemor tijdens het eten en hoort iedereen aan hoe je je kind omkoopt of niet consequent behandelt. Eén geluk heb je, je ontdekt dat het bij de buren niet anders is.

Helaas kon Simone de slaap een paar dagen achter elkaar niet zo goed pakken. Dagenlang begon haar nachtelijke gezelligheid rond 4:30 en eindigde pas rond zo’n 6:00. Een hoop gebler ’s nachts is niet leuk voor je eigen gezin, maar het wordt nog moeilijker wanneer heel de camping kan meegenieten. Ramen dicht doen heeft bij 25 graden niet zo veel zin. Dus… kregen wij de volgende ochtend van een nabijcamperend stel (type: erg kakkineus dat denkt ondanks alle rijkdom nog heel normaal te zijn gebleven, en voor de leuke verhalen op de tennisclub thuis, lekker gaat camperen op de camping met het “gewone”volk) op vriendelijke ABN toon te horen dat wij toch zeker wel een “draak” van een kind hadden en dat het helemaal geen kwaad kan om je kind bij je in bed te nemen als het zo begint te huilen (dat je vervolgens de rest van je zomervakantie met z’n drieen in een bed ligt, daar begonnen ze niet over. Als zij hun rust maar hadden). Enfin, ik was blij toen onze geliefde “tentjes” buren vertrokken waren naar hun definitieve bestemming; een zes sterren camping, waar de W.C.s direct na het doortrekken achter hun adelijke kont worden schoongemaakt; heel gewoontjes.

Eveline zit nu in de fase dat ze graag ook vriendinnetjes wil maken. Aan de ontbijttafel roept ze tegen ieder kind dat voorbij loopt, “Hé, waar ga jij naar toe?”en “Kom eens hier”. Simone, die het erg interessant vindt, doet haar grote zus met al haar charmes na: “Haaaaaaaaaaai”. Helaas liet Eveline op onze eerste camping het buurjongetje van dezelfde leeftijd snel links liggen omdat hij niet veel te melden had. Haar oog viel natuurlijk op ieder meisje met een mooie jurk en lange haren; meisjes van een jaar of zes, die Eveline verbaal makkelijk bij kon benen maar voor wie zij in emotioneel opzicht nog veel te jong was. Bij ieder eerste contact met een potentieel vriendinnetje was Eveline dan ook erg fysiek; “Halllooooo, wat heb jij een mooie jurk aan.” (aaien over jurk, aaien over haren en een hoop knuffels geven) “Weet jij hoeveel prinsessen barbies ik heb?” “Wacht, ik zal ze even halen.” Helaas bleek bij terugkomst vaak dat het betreffende meisje al lang weer vertrokken was om te gaan spelen bij vriendinnetjes van haar eigen leeftijd.

Na enige dagen werd Eveline dan ook vriendelijk doch dwingend genegeerd. Tja, en dan breekt je hart. Het is zo moeilijk om als ouder te zien hoe je kind de harde lessen van het socialisen leert. Gelukkig had Eveline er zelf niet zo’n last van. Al werd ik door gebrek aan beter nu de hele dag Eveline’s praatpaal: “Mama, word je straks een drie met een nul?” “Zijn we nog steeds aan de onderkant van Frankrijk?” “Simone, als je nog een keer je bord laat vallen, dan pak ik het af.” “We moeten een beetje tempo maken, ik trek het niet meer”. “Ik ben niet meer aan het huilen hoor, ik doe gewoon een tijger na.” “Mama, ik heb ook een baby in mijn buik. Hij zit onder mijn nakie en mijn baby komt er straks door mijn navel uit.”

Gelukkig had ik een paar meisjes uitgenodigd om bij Eveline te komen spelen. Zo maakte ook Eveline met wat begeleiding een paar vriendinnetjes en leerde ze een beetje hoe je moet omgaan met een vriendinnetje. Het waren nog steeds meisjes die ouder waren dan zij, maar die zelf thuis de oudste waren en die dus gewend waren aan een jonger broertje of zusje.

Ook Simone krijgt de nodige aandacht al hoewel de meerderheid op het strand denkt dat ze een jongetje is. Dankzij al het buiten zijn heeft ze al goed leren lopen, hetzij letterlijk met vallen en opstaan (in week 1 had ze links een blauw oog, in week 2 zat deze rechts). Wat dat betreft is Simone zo anders dan Eveline. Eveline liep pas toen ze bijna twee was. Simone loopt nu al een tijdje maar beperkt haar taalgebruik tot het hoogstnoodzakelijke “Ui, ui, ui” (als ze perse uit de stoel moet), “Dora” en “Nahhhh”(als ze iets expres laat vallen en van mij deze reactie verwacht). Al haar overige zaken krijgt ze geregeld met een hoop vingergewijs en gepiep. Toch is het een heerlijk kind. ’s Ochtends haalt Ronald haar uit haar bedje en dan komt ze als een stokstaartje naar mij toegewaggeld; een gebruinde, lange, bijna kale dreumes met niks dan een romper aan en een speen. Echt een kind om de hele dag te knuffelen.

Op dit moment zitten we in de Dordogne. De clichés kloppen wel een beetje over deze streek. Het weer wisselt hier sneller dan in het Zuiden van Frankrijk. Soms heb je een bewolkte dag, maar regenen doet het hier gelukkig niet veel. Wij vinden de Dordogne echt een prachtige streek met hele idyllische dorpjes en boerderijen. We touren heel wat af op zoek naar ons toekomstige droomhuisje…ooit.

Ook de kinderen vermaken zich hier prima. We zijn met ze naar Dinoland en een soort van Apenheul (“Aaaaph, Aaaaaph” zou Simone zeggen) geweest. Ook zijn we met een treintje door de heuvels gereden, hebben we met het hele dorp aan lange tafels geBBQ-ed met op de achtergrond een typisch Franse band en hebben we met de hele camping eend gegeten. Die laatste activiteit eindigde die avond enigszins in een drama toen ik met de kinderen alvast naar ons huisje was gegaan. Tijdens ons pyama-aantrek-ritueel bleek dat Simone 40,2 graden koorts had. Terwijl ik me helemaal om Simone bekommerde, viel Eveline uit het raam van ons huisje. Kortom, herrie alom. Gelukkig ken je op zo’n camping iedereen, dus de buurvrouw kon Ronald even voor me ophalen.

De dagen erna stonden in het teken van het ziek zijn van Simone. Ronald voelde zich enorm verantwoordelijk en week geen seconde van haar bedje. Internet was dan ook een handige bron voor de nodige medische informatie. Toch fijn als je een man hebt met de nodige kennis en bezorgdheid. Mijn stress om Simone was daardoor minder heftig.
Toen Simone vier dagen achter elkaar zo’n 40 graden koorts had, zijn we toch maar naar de huisarts gegaan. Het huisartsensysteem loopt hier zo’n 20 jaar achter op dat van ons.De huisarts heeft gewoon een praktijk aan huis en onderling regelen ze een soort van waarneming in het weekend. Primitief, maar het systeem van “ons kent ons” werkt wel. Eén telefoontje en je wordt (zoals bij ons op een Zondag) meteen doorverwezen naar de betreffende dienstdoende huisarts.

In samenwerking met de nodige medicatie is Simone inmiddels beter. Ze werkt haar macaroni weer met haar handen naar binnen alsof haar leven ervan af hangt en tegen een chocolade koekje, banaan of Cornetto zegt zij geen nee.

Wij zijn happy, uitgeslapen en kunnen weer het nodige ondernemen. Da’s toch heel wat beter dan de hele dag binnen zitten en mee te luisteren terwijl Ronald het ene na het andere boekje aan de kinderen voorleest (in het bekakte Engels, op z’n Jambers, op z’n Bosch en op z’n ranzigs).

Morgen staat er op het programma een bezoekje aan de grotten met ’s avonds een Paella avond.

Nee, wij mogen niet klagen!

1 opmerking:

NotABlogger zei

Yet another fantastic post. Always a pleasure to read. We're just back from our 3 week trip and can't wait to see you when you get home. You choose - Haarlem or Nijmegen (or elsewhere)?